Snelstartgids - MolecuLight i:X Manual Del Usuario

Een defect in het functioneren van de bereikmeter kan leiden tot verstoorde/onjuiste
Voorzorgsmaatregel afbeeldingen/video's. Zie rubriek 15 Probleemoplossing & ondersteuning, vraag 18 over
het verifiëren van de bereikmeter-functie.
6.1.1.3 Ledlampje status omgevingslicht
FL-images en FL-video's moeten worden opgenomen in een donkere omgeving voor een optimale kwaliteit van de
fluorescentie-afbeelding. Het ledlampje voor de status van het omgevingslicht geeft aan of het niveau van het
omgevingslicht optimaal is voor Fluorescence Imaging om gebruikers te ondersteunen bij het vastleggen van optimale
fluorescentie-beelden en -video's.
Het ledlampje voor de status van het omgevingslicht staat alleen AAN in Standard Imaging Mode.
Opmerking
Het lampje gaat uit in Fluorescence Imaging Mode
Voor gebruik in de Fluorescence Imaging Mode, kijkt u direct nadat u de lichten in de ruimte hebt uitgedaan en voordat u
de tuimelschakelaar op Fluorescence Imaging Mode heeft gezet naar het ledlampje voor de status van het omgevingslicht .
Controlelampje
Het niveau van het omgevingslicht in de ruimte waarin de beelden worden opgenomen is voldoende voor
Groen licht
fluorescentie-beeldvorming.
Het niveau van het omgevingslicht is te hoog en er dienen geen fluorescentie-beelden opgenomen te
worden.
De gebruiker moet het omgevingslicht dempen door de lichten in de ruimte uit te doen, de ramen te
verduisteren, de computermonitoren uit te zetten, of op andere wijze, totdat het ledlampje voor de
Oranje licht
status van het omgevingslicht groen wordt.
Let op Indien u niet voor een optimaal omgevingslicht voor de Fluorescence Imaging Mode kunt
zorgen, raadt MolecuLight het gebruik aan van de MolecuLight DarkDrape (in combinatie met de
MolecuLight Adapter). Ga voor meer informatie naar rubriek 4.3 of neem contact op met MolecuLight.
Tabel 11: Ledlampje status omgevingslicht
Het ledlampje voor de status van het omgevingslicht is niet actief of staat niet AAN
wanneer de leds voor de violette golflengte aanstaan voor beeldvorming in de
Opmerking
Fluorescence Imaging Mode. In Fluorescence Imaging Mode staat het ledlampje voor de
status van het omgevingslicht UIT.
Een defect in het ledlampje voor de status van het omgevingslicht kan leiden tot
Voorzorgsmaatregel
onnauwkeurige beelden.
Het negeren van het ledlampje voor de status van het omgevingslicht kan leiden tot
Voorzorgsmaatregel
onnauwkeurige beelden.
6.1.1.4 Ledlampje status batterij
Het ledlampje voor de batterijstatus geeft het oplaadniveau van de batterij van het MolecuLight i:X Imaging Device aan.
Dit ledlampje geeft alleen de batterijstatus voor het MolecuLight i:X Imaging Device aan. Het
batterijniveau en de oplaadstatus van het weergavescherm werken onafhankelijk van deze
Opmerking
functie, en worden op het scherm weergegeven.
Controlelampje
Continu groen licht De batterij van de MolecuLight i:X is volledig opgeladen of hoog niveau (meer dan 80% opgeladen).
De batterij van de MolecuLight i:X is tussen de 20 en 80% opgeladen en opladen van de MolecuLight
Continu geel licht
i:X wordt aangeraden.
Het niveau van de batterij is onder de 20% gekomen, en de MolecuLight i:X moet meteen worden
Continu rood licht
opgeladen.
Tabel 12: Ledlampje batterijstatus
TM
MolecuLight i:X Gebruiksaanwijzing Revisie 1.0
Betekenis
Betekenis
Pagina 19 van 45
Wanneer het MolecuLight i:X Imaging Device UIT staat, staat het ledlampje voor de batterijstatus UIT, behalve wanneer de
batterij op een kritiek laag punt staat en niet aan het opladen is, dan knippert het ledlampje om de 2 seconden rood.
Wanneer het MolecuLight i:X Imaging Device aan het opladen is, knippert het ledlampje voor de status van de batterij om
de oplaadstatus van het toestel aan te geven.
6.1.2 Tuimelschakelaar
Met de tuimelschakelaar kan de gebruiker schakelen tussen de Standard Imaging Mode en de Fluorescence Imaging Mode.
Wanneer de tuimelschakelaar naar beneden staat, staat de MolecuLight i:X in Fluorescence Imaging Mode.
Wanneer de tuimelschakelaar naar boven staat, staat de MolecuLight i:X in Standard Imaging Mode.
De Standard Imaging Mode aanzetten:
1. Het toestel aanzetten (als het nog niet aanstaat).
2. De tuimelschakelaar naar "boven" zetten (Afbeelding 5).
MolecuLight i:X bevindt zich in Standard Imaging Mode.
Afbeelding 5:
Tuimelschakelaar in Standard Imaging Mode (naar boven gericht)

7 Snelstartgids

Zie a.u.b. bijlage C voor de snelstartgids bij de MolecuLight i:X
8 Omgevingsomstandigheden die het gebruik beïnvloeden
De MolecuLight i:X is bedoeld voor gebruik in een ziekenhuis/klinische setting.
De MolecuLight i:X is niet geschikt voor gebruik bij aanwezigheid van ontvlambare
Voorzorgsmaatregel
verdovende mengsels met lucht, zuurstof of stikstofoxide.
8.1 Verlichting
Het niveau van het omgevingslicht in de beeldvormingsomgeving is van grote invloed op de kwaliteit van zowel de
afbeeldingen in Standard Imaging Mode als de Fluorescence Imaging Mode die met het MolecuLight i:X Imaging Device
worden vastgelegd. Wanneer het ledlampje voor het omgevingslicht groen is, geeft dit aan dat het lichtniveau optimaal is
voor beeldvorming in Fluorescence Imaging Mode. Het ledlampje voor de status van het omgevingslicht is oranje in
Standard Imaging Mode. Controleer het lampje voor de status van het omgevingslicht voordat u de tuimelschakelaar in de
FL-Mode zet.
TM
MolecuLight i:X Gebruiksaanwijzing Revisie 1.0
De Fluorescence Imaging Mode aanzetten:
1. De tuimelschakelaar naar beneden zetten (Afbeelding 6).
MolecuLight i:X staat in Fluorescence Imaging Mode.
Leds voor violette golflengte gaan aan.
Afbeelding 6:Tuimelschakelaar in Fluorescence Imaging Mode
(naar beneden gericht)
Pagina 20 van 45