Biostable HAART 300 Instrucciones De Uso página 33

Dispositivo de anuloplastia aórtica
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 99
Afbeelding 9. Hechten van de bladgedeelten met het implantaat onder
de klepbladen
Omgang met hechtdraad
Nadat alle negen hechtdraden zijn aangebracht, wordt elke hechtdraad
met acht knopen stevig over de tampon vastgemaakt, waarbij ervoor
moet worden gezorgd dat de bladuitsteeksels terug in de subcommis-
suurgebieden worden gedrukt en het materiaal van het implantaat onder
de bladweefsels blijft. De knopen moeten stevig worden aangetrokken
om te voorkomen dat de hechtdraden losraken.
Lange, ringvormige uiteinden hechtdraad in de coronaire sinus kunnen
beschadigingen aan het blad veroorzaken. Als laatste stap bij het annu-
lair hechten moet(en) een of beide naalden van de vastgemaakte ring-
hechtdraad naar beneden worden gestoken door het midden van het
laterale aspect van de tampon, en de hechtdraad moet opnieuw op de
tampon worden bevestigd met nog eens zes knopen. Bij deze manoeu-
vre worden de uiteinden hechtdraad naar beneden en weg van de
bladen geleid. Afbeelding 10 toont de procedure voor de juiste omgang
met de uiteinden van de hechtdraden.
Afbeelding 10. Omgang met annulaire hechtdraad
A
Blad
Hechtdraad
vastgemaakt met
acht knopen
Annulu
C
Hechtdraad weer
vastgemaakt en
afgeknipt
DWG-01-009 Rev. N - ©2021
B
Naald door laterale tampon
gestoken
D
Hechtdraaduiteinden en
knopen verborgen
achter tampons
Paneel A: de 4-0 polypropyleen horizontale matrashechtdraden waar-
mee het implantaat stevig omhoog wordt gehouden onder de ring,
steken uit boven de ring en worden ondersteund door kleine polyester
tampons. De hechtdraden worden stevig met acht knopen vastgemaakt
boven de tampons (pijl). Deze hechtdraadlijnen verkleinen de ringg-
rootte aanzienlijk en kunnen daarom gepaard gaan met aanzienlijke
spanning. Daarom moeten de acht knopen stevig worden aangehaald,
zodat ze niet los kunnen raken.
Paneel B: elke hechtdraad wordt naar beneden door de laterale tam-
pon (pijl) gehaald en opnieuw vastgemaakt met zes knopen. Hierdoor
worden de laatste knoop en hechtdraaduiteinden lateraal en onder de
tampon gepositioneerd.
Paneel C: De hechtdraaduiteinden worden zeer kort afgeknipt onder de
tampons (pijl).
Paneel D: de dubbele knoop voorkomt dat elke hechtdraad losraakt, en
met de tweede knoop onder de tampon worden de hechtdraaduiteinden
lateraal en omlaag in de ring geleid, zodat contact met de bladen wordt
vermeden.
Aan het einde van de implantatieprocedure moeten alle ringhechtdraden
zorgvuldig worden geïnspecteerd door de chirurg, en als er onduideli-
jkheden zijn over de positie van een bepaald hechtdraaduiteinde, moet
de knopentoren opnieuw naar beneden en weg van het blad worden
geleid en vastgemaakt met fijne 6-0 polypropyleen hechtdraad.
Bladreconstructie
Wanneer aangegeven, moet de reconstructie van het blad worden uit-
gevoerd na het inbrengen van het apparaat en volgens de vastgestelde
technieken voor de reconstructie van de aorta. Bij het inbrengen van
het annuloplastiekimplantaat worden de ring en de bladen naar het
midden van de klep gebracht, maar er kan nog steeds sprake zijn van
een aanzienlijke verzakking van de bladen. Bladverzakking kan worden
gecorrigeerd door middel van hechtdraden in de vrije rand van het blad.
Eventuele structurele gebreken aan het blad kunnen eveneens worden
hersteld door middel van pericardiale reconstructie of andere methoden
waarin de chirurg is geschoold en waarnaar diens voorkeur uitgaat. Het
doel is om gelijke lengtes van alle drie de bladen en gelijke effectieve
hoogtes van meer dan 8 mm te bereiken.
Settepani F, Cappai A, Raffa G, et al. Cusp repair during aortic
valve-sparing operation: technical aspects and impact on results. J
Cardiovasc Med (Hagerstown). 2015 Apr;16(4):310-7.
Mazzitelli D, Stamm C, Rankin JS, et al. Leaflet reconstructive
techniques for aortic valve repair. Ann Thorac Surg. 2014
Dec;98(6):2053-60.
Beoordeling van de klepreparatie
Na het voltooien van de implantatie en reconstructie van het blad moeten
de bladen worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de bladen ver-
ticaal zijn met een goede effectieve hoogte en coaptatieoppervlak. De
bladen moeten halverwege bij elkaar komen zonder centrale openingen
of prolaps van bladen. Ten slotte moeten de bladen uitgebreid worden
geopend om een goede opening te garanderen.
De effectieve en geometrische hoogte kunnen worden bepaald met de
meetbol die deel uitmaakt van de HAART 301-instrumentset (afbeelding
11). De meetbol is voorzien van twee verschillende verticale schalen
die met een laser op het oppervlak zijn aangebracht. De ene schaal
33
Tabla de contenido
loading

Productos relacionados para Biostable HAART 300

Tabla de contenido