terwijl de schraper op zijn plaats wordt gehouden
zodat het aanklevende botcement in de injectiespuit
achterblijft, waardoor de peddel wordt ontdaan van
botcement.
12. De extrusietip wordt op de injectiespuit gezet.
13. De injectiespuit wordt daarna in het pistool geladen
en het cement wordt verwijderd: raadpleeg de
instructies bij het CMW Cementpistool - Mark III.
BELANGRIJKE OPMERKING: DE DRIJFSTANG VAN DE
ECONOMISER DIENT ALLEEN MET BEHULP VAN DE
TREKKER VERPLAATST TE WORDEN. GEBRUIK NOOIT
KRACHT OP DE DRIJFSTANG VAN DE ECONOMISER.
Toepassing
Voorafgaand aan het aanbrengen van cement is het
raadzaam altijd een cementrestrictor te gebruiken tijdens
het cementeren van de femur en deze op de gewenste
diepte in de voorbereide botholte in te brengen. Na
het cement grondig gemengd te hebben en wanneer
een deegmassa is gevormd in de injectiespuit, dient
de chirurg te wachten tot het cement niet meer aan de
handschoen blijft kleven. Het is uitermate belangrijk dat
voortijdig inbrengen van cement wordt voorkomen daar
dit kan leiden tot een snelle daling van de bloeddruk
van de patiënt. Om dit te voorkomen dient men op het
uiterlijk van het cement te letten om zeker te stellen dat
het oppervlak dof is geworden en niet meer glanst.
Het inbrengen van botcement dient op retrograde wijze
uitgevoerd te worden. Zodra de holte is gevuld, wordt
met klem aangeraden adequate druk toe te passen en
vast te houden tot het hardingspunt. Het implantaat dient
ingezet te worden op een tijdstip dat geschikt is voor
het betreffende bot/gewricht en prothese-ontwerp. Over
het algemeen dient men te wachten met het inzetten
van het implantaat tot het cement een voldoende mate
van viscositeit heeft bereikt om weerstand te kunnen
bieden aan excessieve verplaatsing van het implantaat.
Het inzetten van het implantaat mag echter niet zo
lang worden uitgesteld dat er een risico ontstaat dat de
procedure niet voltooid kan worden doordat het cement
te hard geworden is.
Na het inzetten moet het implantaat om beweging te
voorkomen stevig op zijn plaats worden gehouden en
moet druk worden uitgeoefend tot het cement tenslotte
is gehard. Overtollig botcement moet worden verwijderd
vóór het cement volledig is gehard.
De
hanteringskenmerken
van
het
cement
worden
omgevingstemperatuur. Raadpleeg het einde van de
instructiefolder voor tabellen met richtlijnen (N.B.:
de gebruikstabellen zijn opgesteld onder beheerste
laboratoriumomstandigheden). De tabellen geven
informatie die belangrijk is voor een geslaagde
chirurgische procedure wanneer het botcement
gebruikt moet worden bij een andere dan de
aanbevolen temperatuur 23 °C (73°F).
OPRUIMEN
Voorafgaand aan het opruimen moet men overtollig
botcement laten harden. Daarna moet het opgeruimd
worden als klinisch afval.
BRUIKBAARHEIDSBEPERKINGEN
•
Niet bewaren boven 25 °C (77°F) en tegen licht
beschermen.
•
Bewaren bij de aanbevolen mengtemperatuur
van 23 °C (73°F) gedurende minimaal 24 uur
voorafgaand aan gebruik.
en
hardingstijden
beïnvloed
door
de
De steriliteit wordt alleen gegarandeerd wanneer de
•
verpakking ongeopend en onbeschadigd is.
•
Vacu-Mix
Plus
Gentamicine en Vacu-Mix Plus gevuld met DePuy
CMW 3 Gentamicine botcementen zijn uitsluitend
voor eenmalig gebruik, niet opnieuw gebruiken.
•
Geen van de componenten mag opnieuw worden
gesteriliseerd.
Verdere
informatie
Vacu-Mix Plus gevuld met DePuy CMW 1 Gentamicine
en DePuy CMW 3 Gentamicine botcementen is
verkrijgbaar bij de fabrikant.
DATUM VAN SAMENSTELLING: Juni 2017
VACU-MIX PLUS FORPAKKET MED DEPUY
CMW 1 GENTAMICIN KNOGLECEMENT
VACU-MIX PLUS FORPAKKET MED DEPUY
CMW 3 GENTAMICIN KNOGLECEMENT
BRUGSVEJLEDNING
TIL KIRURGEN PERSONLIGT
BESKRIVELSE AF APPARATET
Vacu-Mix Plus er et vakuumblandesprøjtesystem for-
pakket med knoglecementpulver. Anordningen er kun til
engangsbrug og kontrollerer for monomerdampe under
forberedelse af knoglecement.
DePuy CMW 1 Gentamicin og DePuy CMW 3
knoglecementer
er
polymetylmetacrylatbaserede cementer med antibiotika,
der anvendes til sikring af metal- eller polymerproteser på
levende knogle ved arthroplastikindgreb. Knoglecement
har ikke nogen intrinsisk klæbeevne og afhænger
derfor af tæt mekanisk lukning mellem den ujævne
knogleoverflade og protese.
Hver enkelt pakning indeholder følgende:
•
Sprøjte fyldt med knoglecementpulver
•
Blandingshætte med vedhæftet tragt
•
Påføringsdyse
•
Økonomistang
•
Spatel
•
Vakuumrør tilsluttet med mikrobielt kulfilter
•
Ampul(ler) indeholdende knoglecementvæske.
Sprøjten, der er for-pakket med knoglecementpulver,
og tilbehøret ligger i en steril aftagelig dobbeltpose.
Knoglecementvæsken er indeholdt i en steril ampul
i en steril blisterpakning.
med 80 g enheden og en med 50 g enheden).
Ampullerblisterpakningen/-pakningerne
ikke-sterile kartonholdere.
sammen i en usteril beskyttende foliepose.
Den
flydende
komponent
membranfiltrering og påfyldt i sterile glasampuller med
en aseptisk metode. Ampullen ligger i en forseglet
blisterpakke, som steriliseres med ethylenoxid. Sprøjten,
der er for-pakket med knoglecementpulver, og tilbehøret
er forseglet i en steril aftagelig dobbeltpose og steriliseret
ved brug af gammabestråling.
Knoglecementerne har forskellige kemiske formler,
hvilket betyder, at de antibiotiske knoglecementer har
forskellige håndterings- og hærdningskarakteristika, som
passer til forskellige foretrukne kliniske krav og kirurgiske
metoder.
29
gevuld
met
DePuy
m.b.t.
het
gebruik
selvhærdende,
røntgenfaste,
(Der følger to ampuller
sidder
Komponenterne er pakket
steriliseret
er
CMW
1
van
på
med