DePuy Synthes Vacu-Mix Plus Folleto De Instrucciones página 30

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16
ONGEWENSTE VOORVALLEN
Ernstige bijwerkingen, sommige met fatale afloop, in
verband met het gebruik van botcementen omvatten:
myocardinfarct,
accident, longembolie en anafylaxie.
De meest frequente bijwerkingen die zijn gemeld met
botcementen zijn:
Daling in de bloeddruk van voorbijgaande aard,
verhoogde
serum
(GGTP)
tot
maximaal
tromboflebitis bloeding en hematoom, pijn en/of verlies
van functie, losraken of verplaatsen van de prothese,
oppervlakkige
of
bursitis, kortdurende cardiale geleidingsonregelingen,
heterotopische nieuwe botvorming en trochantere
scheiding.
Andere mogelijke bijwerkingen die zijn gemeld voor
botcementen zijn onder meer:
Hypoxemie, hartritmestoornissen, bronchospasme,
negatieve
weefselreactie,
van allergie voor botcement, hematurie, dysurie,
blaasfistel, lokale neuropathie, lokale vasculaire
erosie en occlusie, voorbijgaande verergering van
pijn door warmte vrijgegeven tijdens polymerisatie,
vertraagde sciatische zenuwbeknelling door extrusie
van het botcement buiten het gebied van de beoogde
toepassing en intestinale obstructie door adhesies en
strictuur van het ileum door de warmte die vrijgegeven
wordt tijdens cementpolymerisatie.
INTERACTIES MET ANDERE GENEESMIDDELEN
Botcementen
dienen
mogelijk ototoxische of nefrotoxische geneesmiddelen
toegediend te worden.
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK
Het
volgende
deel
op
het
gebruik
van
gewrichtsvervangingstechnieken.
De volgende verklaringen dienen vóór het gebruik
van de Vacu-Mix Plus gevuld met DePuy CMW 1
Gentamicine en Vacu-Mix Plus gevuld met DePuy
CMW 3 Gentamicine botcementen zorgvuldig gelezen
te worden.
1. Botcementen
zijn
temperatuurstijging of -daling (omgevingstemperatuur
en/of van de cementbestanddelen en accessoires) t.o.v.
de aanbevolen temperatuur van 23 °C (73°F) zal de
hardingstijd van het cement beïnvloeden. Opmerking:
Handmatig gebruik en lichaamstemperatuur zullen de
uiteindelijke hardingstijd verlagen.
2. Schommelingen
gebruikskenmerken en hardingstijd van het cement
beïnvloeden.
3. De gebruikskenmerken en hardingstijd kunnen
verschillen wanneer het product voorafgaand aan
gebruik niet volledig in evenwicht is gebracht op
23 °C (73°F). Het is raadzaam het ongeopende
product gedurende minimaal 24 uur voorafgaand aan
gebruik te bewaren bij 23 °C (73°F).
4. Zoals met alle soorten botcement kunnen gedurende
de houdbaarheidsperiode verschillen voorkomen
in de te verwachten hardingstijd van het cement.
Dit verschil in hardingstijd kan tot een minimum
worden beperkt wanneer het cement tijdens de
houdbaarheidsperiode
condities wordt bewaard.
hartstilstand,
cerebrovasculair
gamma-glutamyl-transpeptidase
10
dagen
postoperatief
diepe
wondinfectie,
trochantere
pyrexie
als
niet
gelijktijdig
met
heeft
alleen
botcement
bij
warmtegevoelig.
in
vochtigheid
zullen
onder
de
aanbevolen
5. Wanneer cement wordt gemengd onder vacuüm kan
de hardingstijd van het product in vergelijking met
het mengen in een open mengsysteem aanzienlijk
worden versneld. Gebruikers dienen dit te weten
en de einde-werktijd en hardingstijden van het
botcement dienovereenkomstig te observeren.
Cementpreparatie
De beschermende buitenzak van folie, de aftrekbare
buitenzak
accessoires, samen met de ampulblisterverpakking(en),
worden geopend door een omloopverpleegkundige. De
aftrekbare binnenzak met de injectiespuitcomponenten
en accessoires en steriele ampul(len) worden aseptisch
overgebracht naar het steriele operatiegebied.
Een dosis wordt bereid door de volledig inhoud van de
ampul(len) te mengen met de volledige inhoud van de
injectiespuit. De hoeveelheid geïmplanteerd gemengd
materiaal wordt per geval bepaald op grond van het
klinische oordeel van de chirurg.
Vacu-Mix Plus gevuld met DePuy CMW 1 Gentamicine of
gevolg
DePuy CMW 3 Gentamicine wordt aanbevolen voor gebruik
met de Vacu-Mix Plus Vacuümgenerator (REF 3210020)
of de Vacu-Mix lage vacuümvoetpomp + Luchtslang
(REF 3210025) en het CMW Cementpistool - Mark III
(REF 3210-003).
OPMERKING: Raadpleeg de betreffende pomp- of
pistoollabels en de instructiefolder voor meer informatie
over het gebruik ervan.
Cementmengen en aanbrengen van Vacu-Mix Plus
1. De aftrekbare binnenzak wordt geopend en de
economiserstang wordt in het CMW Cementpistool
andere
- Mark III geladen.
2. Het reservoir van de injectiespuit kan in de standaard
worden geplaatst; de transportdop wordt verwijderd.
3. De
betrekking
injectiespuitreservoir gemonteerd waarbij erop wordt
volledige
gelet dat het handvat volledig omlaaggebracht is.
4. De vacuümslang is voorzien van een microbieel
koolfilter. Het microbiële koolfilter mag alleen worden
aangesloten op de vacuümgenerator. De andere
kant van de vacuümslang moet worden aangesloten
op de mengdop (zie diagram op de zak).
5. De vacuümgenerator wordt ingeschakeld en tijdens
de gehele mengoperatie ingeschakeld gehouden.
Elke
6. Het monomeer wordt met behulp van de trechter
in de injectiespuit geschonken, waarbij erop wordt
gelet of de volledige inhoud uit de ampul(len) wordt
verwijderd.
7. De trechter wordt verwijderd, omgekeerd en de
afbreekplug wordt volledig in de opening in het
handvat gestoken waardoor de mengkamer wordt
afgesloten.
de
8. Het handvat wordt gemanipuleerd door hem volledig
op en neer te laten bewegen en tegelijkertijd een
draaiende beweging te laten maken. Deze handeling
veroorzaakt een 'kurkentrekker'-werking die 30 keer
herhaald dient te worden.
9. Het handvat wordt volledig omlaag gebracht en
het mengen wordt gedurende 30 omwentelingen
voortgezet met een roterende beweging.
10. De vacuümgenerator wordt uitgeschakeld en de
vacuümaansluiting wordt losgekoppeld.
11. De mengdop wordt losgeschroefd, omhooggebracht
van de injectiespuit en de schraper wordt direct
boven de bladen over de peddel geklemd. Daarna
wordt de peddel weggetrokken van de injectiespuit
28
van
de
injectiespuitcomponent
mengdop
en
trechter
en
zijn
in
het
loading