LET OP!
Contra-indicatie bij patiënten met verhoogde bloedingsneiging (bv. bij anticoagula-
tietherapie). Bij deze patiënten mogen de Suction-tracheacanules met afzuigopening
niet gebruikt worden, omdat er een verhoogd risico bij het afzuigen aanwezig is.
4. Binnencanule
De binnencanules zijn afhankelijk van de specificatie uitgerust met een standaard aanzet-
stuk, zijn vast met bepaalde adapters/connectors verbonden of kunnen op verwijderbare
accessoiredelen zoals bijv. spreekventielen worden aangesloten.
De binnencanules kunnen gemakkelijk uit de buitencanule worden verwijderd, waardoor de
luchttoevoer indien gewenst (bijv. bij ademnood) snel kan worden verhoogd.
Binnencanules mogen nooit zonder buitencanule worden gebruikt, maar moeten altijd aan
de buitencanule zijn bevestigd.
4.1 Spreekventielen
Tracheacanules als spreekcanule (LINGO-PHON) met spreekventiel worden na tracheoto-
NL
miën met volledig of gedeeltelijk behouden gebleven strottenhoofd gebruikt, waardoor de
gebruiker kan spreken.
5. Ontwenningsstop
De ontwenningsstop wordt bij de spreekcanules geleverd en mag uitsluitend worden ge-
bruikt bij patiënten met tracheotomie bij wie het strottenhoofd behouden is gebleven. HIj
mag alleen onder toezicht van een arts worden geplaatst. Met behulp van de stop kan de
canule gedurende korte tijd worden afgesloten, kan de luchttoevoer worden onderbroken
en wordt de patiënt geholpen bij het opnieuw leren van de gecontroleerde regeling van de
ademhaling via mond/neus.
LET OP!
Contra-indicatie bij patiënten met laryngectomie en patiënten met chronisch obstruc-
tieve luchtwegaandoeningen (COPD)! De ontwenningsstop mag dan in geen geval
worden gebruikt!
In geen geval mag de ontwenningsstop bij geblokkeerde tracheocanule worden ge-
bruikt! De ontwenningsstop mag uitsluitend worden gebruikt bij de buitencanule met
zeef zonder binnencanule.
LET OP!
Als voorbereiding op een mogelijke ontwenning van de canule na een tijdelijke tra-
cheotomie is er een ontwenningsstop bij de spreekcanules gevoegd. Hiermee kan de
luchttoevoer via de canule korte tijd worden onderbroken, zodat de patiënt weer kan
wennen aan de ademhaling via mond/neus. Een ontwenning van de canule mag uits-
luitend onder toezicht van een arts plaatsvinden. De stop mag alleen volgens de inst-
ructies van de arts worden aangebracht. Verstikkingsgevaar! Lees beslist ook de be-
schrijving van de indicaties bij de desbetreffende productuitvoeringen/specificaties!
LET OP!
Houd u daarom aan de speciale productinstructies, indicaties en contra-indicaties in
de gebruiksaanwijzing, en bespreek de toepasbaarheid van producten tevoren met
uw behandelend arts.
VIII. HANDLEIDING VOOR HET INBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN EEN CANULE
Voor de arts
De passende canule moet door de arts of opgeleid deskundig personeel worden gekozen.
Voor een optimale pasvorm en de best mogelijke in- en uitademing moet altijd een bij de
anatomie van de patiënt passende canule worden gekozen.
De binnencanule kan altijd worden verwijderd om de luchttoevoer te verhogen of om deze
te reinigen. Dit kan bijv. nodig zijn wanneer er secreetresten in de canule zitten die niet
weg kunnen worden gehoest of die door het ontbreken van een afzuigmogelijkheid etc. niet
verwijderd kunnen worden.
Voor de patiënt
LET OP!
Breng canules altijd alleen met volledig ongeblokkeerde cuff in (zie afb. 7a)!
81