5
Eventueel statistieken en IEGM-registratie evalueren.
6
Indien vereist, standaardtests manueel uitvoeren.
7
Programmafuncties en parameters eventueel aanpassen.
8
Programma permanent naar het implantaat overdragen.
9
Gegevens van de nacontrole afdrukken (printbericht) en documenteren.
10 Nacontrole van deze patiënt beëindigen.
Patiëntvoorlichting
Patiëntenpas
Bij leveringsomvang hoort een patiëntenpas.
• Patiëntenpas overhandigen.
• Patiënten aansporen om zich bij onduidelijkheden tot de arts te wenden.
Verbodsteken
Locaties met verbodstekens moeten worden vermeden.
•Patiënten op verbodstekens attenderen.
Mogelijke storingsbronnen
Elektromagnetische interferenties dienen in het dagelijks leven te worden vermeden,
storingsbronnen mogen niet in de buurt van het implantaat worden gebracht.
• Patiënten onder andere op bijzondere huishoudelijke apparaten, veiligheidssluizen/
diefstalbeveiligingssystemen, sterke elektromagnetische velden, mobiele tele-
foons en patiëntenapparaten attenderen.
• Patiënten aansporen:
— Mobiele telefoon aan de van het implantaat afgewende kant van het lichaam
gebruiken.
— Mobiele telefoon minstens 15 cm van het implantaat verwijderd houden zowel
bij gebruik als bij opslag.
nl • Nederlands
Vervangingsindicaties
Mogelijke oplaadtoestanden
• BOS: Beginning of Service: > 70 % lading
• MOS 1: Middle of Service: 70 % tot 40 % restlading
• MOS 2: Middle of Service: < 40 % restlading
• ERI: Elective Replacement Indication, (komt overeen met RRT: Recommended
Replacement Time)
• EOS: End of Service
Vervangingsindicatie ERI
Elective Replacement Indication kan door Home Monitoring worden herkend.
W LET OP
In tijd begrensde therapie
Als ERI kort na een nacontrole optreedt en voor het eerst bij de daaropvolgende
nacontrole wordt opgemerkt kan de overgebleven bedrijfstijd beduidend onder
3 maanden liggen.
• Implantaat spoedig vervangen.
• Het implantaat kan nog minstens 3 maanden lang het hartritme bewaken.
• Er kunnen minstens 6 maximale energieshocks tot End of Service (EOS) worden
afgegeven.
• De in het implantaatprogramma ingestelde parameters veranderen niet.
Vervangingsindicatie EOS End of Service
End of Service kan door Home Monitoring worden herkend.
W WAARSCHUWING
Patiënt in levensgevaar
Als de vervangingsindicatie End of Service al voor vervanging van het implantaat
optreedt dan is de patiënt zonder therapie.
• Implantaat onmiddellijk vervangen.
• Patiënt tot aan onmiddellijke vervanging van het implantaat voortdurend
bewaken!
225