5
CYCLI
• In een tabel op blz. 292 - 293 - 294 worden de verschillende programmacycli uitvoeriger
beschreven.
Kneden
> Pauze
> Rijssen
Om de
Laat het deeg
Tijd die de gist
structuur van
rusten om
nodig heeft om
het deeg te
beter te kunnen
het brood te
vormen zodat
kneden.
laten rijzen en
het beter kan
een aroma te
rijzen.
ontwikkelen.
Kneden:
Tijdens deze cyclus, met uitzondering van de programma's 7, 13, 15, 17 en 19, kunt
u ingrediënten toevoegen: gedroogd fruit, olijven, spekjes, enz. Een reeks pieptonen
geeft aan wanneer u ze kunt toevoegen. Doe er niet meer ingrediënten in dan in
het recept staat aangegeven en zorg ervoor dat ze niet buiten de bakplaat of de
kom vallen.
Terwijl de bovengenoemde programma's bezig zijn, drukt u eenmaal op de toets MENU om
te weten te komen hoeveel tijd er nog over is tot het signaal 'ingrediënten toevoegen' klinkt.
Voor de programma's 1 tot 6 drukt u tweemaal op de toets MENU om te weten hoeveel tijd
er nog over is vóór het vormen van de broodjes.
Zie de samenvattende tabel van bereidingstijden hieronder en met name de kolom
'Tijd weergegeven bij het signaal voor ingrediënten' . Deze kolom geeft de tijd aan
die op het scherm van uw apparaat wordt weergegeven wanneer de pieptonen te
horen zijn. U hoeft alleen maar de tijd in de kolom "tijd weergegeven bij het signaal
voor ingrediënten' af te trekken van de totale baktijd om nauwkeuriger vast te
stellen na hoeveel tijd de pieptonen te horen zullen zijn.
Bijv.: 'Tijd weergegeven bij het signaal voor ingrediënten' = 2:51 en 'Totale tijd' =
3:13, de ingrediënten kunnen na 22 min. worden toegevoegd.
Opwarmen: voor de programma's 1 tot 6 en 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 18 kunt u uw bereiding in het
apparaat laten staan. Na het bakken volgt automatisch een opwarmcyclus van een uur.
De programma's 7, 15, 16, 17, 19 beschikken niet over de functie 'warm houden' .
Het display blijft tijdens de opwarmcyclus van een uur op 0:00 staan. Het controlelampje knippert.
U hoort met regelmatige tussenpozen een pieptoon.
Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat automatisch en laat het meerdere keren een
pieptoon horen.
> Bakken
> Verwarmen
Houdt het
Transformeert
het deeg
brood warm na
tot brood
het bakken. Wij
en geeft het
raden echter
een gouden,
aan het brood
knapperige
direct eruit te
korst.
halen na het
bakken.
402
6
INGREDIËNTEN
Vet en olie: vetten maken het brood zachter en lekkerder smaken. Het blijft ook beter en langer
houdbaar. Te veel vet vertraagt het rijzen. Als u boter gebruikt, zorg er dan voor dat ze koud is
en snij deze in blokjes om ze gelijkmatig in de bereiding te verdelen. Voeg geen warme boter
toe. Vermijd dat het vet in contact komt met de gist, want het vet zou de rehydratatie van de
gist kunnen verhinderen.
Eieren: eieren verrijken het deeg, verbeteren de kleur en bevorderen een goede ontwikkeling
van de binnenkant. De recepten zijn berekend voor een middelgroot ei van 50 g; als de eieren
groter zijn, moet u minder vloeistof toevoegen; als de eieren kleiner zijn, moet u iets meer
vloeistof toevoegen.
Melk: u kunt verse melk (koud, tenzij anders vermeld in het recept) of poedermelk gebruiken.
Melk heeft ook een emulgerende werking waardoor regelmatiger luchtcellen worden gevormd
en de binnenkant van het brood er dus mooi uit komt te zien.
Water: water rehydrateert en activeert de gist. Het hydrateert ook het zetmeel in het meel en
maakt de vorming van de binnenkant van het brood mogelijk. Water kan gedeeltelijk of volledig
worden vervangen door melk of andere vloeistoffen. Temperatuur: zie de paragraaf 'Bereiding
van recepten' (blz. 296).
Meel: het gewicht van het meel varieert aanzienlijk afhankelijk van de gebruikte meelsoort.
Afhankelijk van de kwaliteit van het meel kunnen ook de bakresultaten van het brood variëren.
Bewaar het meel in een luchtdichte verpakking, want het reageert op de omstandigheden van
de omgeving en neemt vocht op of verliest het. Gebruik bij voorkeur 'sterk' meel, meel van
'broodbakkwaliteit' of 'bakkersmeel' in plaats van standaard meel. Het toevoegen van haver,
zemelen, tarwekiemen, rogge of zelfs hele korrels aan het brooddeeg zal een zwaarder brood
geven dat minder gerezen is.
Het gebruik van T55-meel wordt aanbevolen, tenzij anders vermeld in de recepten. Bij
gebruik van speciale mengsels van meel voor brood, brioche of melkbrood mag in totaal
niet meer dan 1000 g deeg worden gebruikt. Zie de aanbevelingen van de fabrikant voor
het gebruik van deze bereidingen. Ook het zeven van de meel beïnvloedt de resultaten:
hoe luchtiger de meel is (d.w.z. als het een deel van de tarwekorrels bevat, zal het deeg minder
rijzen en het boord zwaarder zijn).
Suiker: gebruik witte of bruine suiker of honing. Gebruik geen suikerklontjes. Suiker voedt de
gist, geeft het brood een goede smaak en verbetert de bruining van de korst.
Zout: geeft het brood smaak en regelt de activiteit van de gist. Het mag niet gemengd worden
met de gist. Dankzij het zout is het deeg stevig en compact en rijst het niet te snel. Het verbetert
ook de structuur van het deeg.
Gist: bakkersgist is er in verschillende vormen: vers in kleine blokjes, gedroogde actieve gist voor
rehydratatie of droge gist. Gist wordt verkocht in supermarkten (bakkerij of op de koelafdeling),
maar u kunt ook verse gist kopen in de bakkerij. Verse of droge gist moet rechtstreeks met de
andere ingrediënten in de bakpan van uw machine worden gedaan. U kunt de verse gist echter
met uw vingers breken om het over het mengsel te verdelen. Alleen droge gist (die in kleine
bolletjes wordt geleverd) moet voor gebruik met een beetje warm water worden gemengd. De
ideale temperatuur is ongeveer 35°C; beneden deze temperatuur is de gist minder effectief en
boven deze temperatuur is er een grote kans dat ze niet haar activiteit verliest. Zorg ervoor dat u
zich aan de aanbevolen doses houdt en denk eraan de hoeveelheden te vermenigvuldigen als
u verse gist gebruikt (zie de onderstaande equivalentietabel).
Hoeveelheid/gewichtsverhouding tussen droge gist en verse gist:
Droge gist (cc)
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5
Verse gist (g)
9 13 18 22 25 31 36 40 45
403
NL