A170149 (EPT20-15ET)
Het voorpaneel verwijderen
- Verwijder de twee schroeven (1) en verwijder de afdekking (2).
- Verwijder de overige zes schroeven (2).
- Til het voorpaneel (3) er voorzichtig af.
Aandrijfwiel vervangen
Het aandrijfwiel mag uitsluitend worden vervangen door bevoegd onderhoudspersoneel.
Controleer het hydrauliekoliepeil
Als u tijdens het heffen een explosiegeluid hoort uit de pijp, vul dan hydraulische olie bij.
- Bereid de palletwagen voor op onderhoud en reparaties (zie 5.3.3: Onderhoudsinstructies).
- Het voorpaneel openen.
- Vul bij met hydraulische olie van de juiste kwaliteit (zie 5.3.2: Smeerschema). Vul hydrau-
lische olie bij tot u het explosiegeluid niet langer hoort tijdens het heffen. Voor de installa-
tie voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit.
Waarschuwing:
- Vul geen hydraulische olie bij die onzuiverheden kan bevatten.
Het transmissie-oliepeil controleren
- Bereid de palletwagen voor op onderhoud en reparaties
(zie 5.3.3: Onderhoudsinstructies).
- Vul het oliereservoir bij met trans- missie-olie van de juiste
kwaliteit (zie 5.3.2: Smeerschema).
- Vul de transmissie-olie bij na iedere 1000 bedrijfsuren of
minimaal jaarlijks. Terugplaatsen in omgekeerde volgorde.
Waarschuwing:
- Vul geen transmissie-olie bij die onzui- verheden kan be-
vatten.
5.5. Veiligheidscontroles uitvoeren met regelmatige intervallen en
na ongebruikelijke incidenten
Voer een veiligheidstest uit in overeenstemming met de nationale regelgeving. We heb-
ben een speciale veiligheidsafdeling met personeel dat is opgeleid om deze controles uit
te voeren. De palletwagen moet worden geïnspecteerd door een gekwalificeerde inspec-
teur, minimaal jaarlijks (raadpleeg de nationale voorschriften) of na een ongebruikelijke
gebeurtenis. De inspecteur beoordeelt de staat van de palletwagen alleen vanuit het oo-
gpunt van veiligheid zonder rekening te houden met bedrijfs- of economische omstan-
digheden. De inspecteur moet voldoende opgeleid en ervaren zijn om de staat van de
palletwagen en de effectiviteit van de veiligheidsmechanismen te kunnen beoordelen op
basis van de technische regelgeving en principes voor de inspectie van palletwagens.
De technische staat van de palletwagen moet grondig getest worden vanuit het oogpunt
van veiligheid. De palletwagen moet ook worden gecontroleerd op beschadiging als ge-
volg van mogelijk incorrect gebruik. Er wordt een testrapport verstrekt. De testresultaten
moeten minimaal de volgende twee inspectieperioden worden bewaard.
De eigenaar is verantwoordelijk voor het onmiddellijk verhelpen van storingen.
Op de palletwagen wordt een testplaatje bevestigd, als bewijs dat de veiligheidsinspectie
met succes is doorlopen. Dit plaatje geeft de vervaldatum aan voor de volgende inspectie.
5.6. Definitieve buitenbedrijfstelling en afvoeren
Definitieve en correcte buitenbedrijfstelling of afvoeren van de palletwagen moet worden
uitgevoerd in overeenstemming met de regelgeving van het land waarin de palletwagen
wordt gebruikt. In het bijzonder voorschriften voor het afvoeren van accu's, brandstoffen
en elektronische en elektrische systemen moeten worden opgevolgd.
6. PROBLEMEN OPLOSSEN
Dit hoofdstuk is bedoeld om de gebruiker te helpen bij het identificeren en verhelpen van
eenvou- dige storingen of de gevolgen van onjuiste bediening. Volg bij het lokaliseren van
een storing de volgorde zoals aangegeven in de tabel.
Storing
Mogelijke oorzaak
Sleutelschakelaar in stand «OFF»
Acculading te laag
Palletwagen start niet
Palletwagen in oplaadmodus
Defecte zekering (A170149)
Hydrauliekoliepeil te laag
Lading kan niet wor-
den opgeheven
Overmatige lading
Als de storing niet kan worden verholpen na het uitvoeren van de herstelprocedure, neem
dan con- tact op met de serviceafdeling van de fabrikant, omdat verdere probleemoplos-
sing uitsluitend mag worden uitgevoerd door speciaal getraind en gekwalificeerd onde-
rhoudspersoneel.
26
Actie
Zet de sleutelschakelaar op «ON»
Controleer de acculading, laad de
accu indien nodig op
Onderbreek het opladen
Test de zekeringen (A170149)
Controleer het hydrauliekoliepeil
Let op de maximumcapaciteit (zie
gegevensplaatje)
28
Weer in bedrijf nemen
De palletwagen mag alleen weer in bedrijf worden genomen na reinigings- of repara-
tiewerkzaamheden nadat de onderstaande handelingen zijn uitgevoerd.
- Test de claxon.
- Test de rem.
- Smeer de palletwagen in overeenstemming met het onderhoudsschema.
5.4. Buitenbedrijfstelling industriële palletwagen
Als de industriële palletwagen langer dan twee maanden buiten bedrijf wordt gesteld,
bijvoorbeeld vanwege operationele redenen, dan moet deze worden geparkeerd op
een vorstvrije en droge locatie en moeten voor, tijdens en na buitenbedrijfstelling alle
beschreven noodzakelijke maatregelen worden getroffen. Bij buitenbedrijfstelling moet
de palletwagen worden opgekrikt, zodat alle wielen vrij van de grond zijn. Zo raken de
wielen en wiellagers niet beschadigd. Als de palletwagen langer dan 6 maanden buiten
bedrijf wordt gesteld, moeten verdere maatregelen worden getroffen in overleg met de
serviceafdeling van de fabrikant.
5.4.1. Voorafgaand aan de buitenbedrijfstelling
- Reinig de palletwagen grondig.
- Controleer de remmen.
- Controleer het hydrauliekoliepeil en vul indien nodig olie bij (zie 5.3.3: Onderhoudsins-
tructies).
- Breng een dunne laag olie of vet aan op ongelakte mechanische onderdelen.
- Smeer de palletwagen in overeenstemming met het onderhoudsschema (zie 5.3.2:
Smeerschema).
- Laad de accu op (zie 4.3: Accu opladen).
- Koppel de accu los, reinig deze en breng vet aan op de aansluitingen. Volg daarnaast de
instructies van de accufabrikant.
- Breng geschikte contactspray aan op alle blootliggende elektrische contactpunten.
WAARSCHUWING!
Iedere maand opladen:
- Laad de accu op. Palletwagens met accu-aandrijving:
De accu moet met regelmatige intervallen worden opgeladen om leeglopen van de accu
door zelfontlading te voorkomen. Sulfatatie kan de accu beschadigen.
5.4.2. Palletwagen weer in bedrijf nemen na buitenbedrijfstelling
- Reinig de palletwagen grondig.
- Smeer de palletwagen in overeenstemming met het onderhoudsschema (zie 5.3.2: Smeerschema).
- Reinig de accu, breng vet aan op de aansluitingen en sluit de accu aan.
- Laad de accu op (zie 4.3: Accu opladen).
- Controleer de hydraulische olie op condenswater en ververs deze indien nodig.
- Start de palletwagen (zie 3.2: De palletwagen bedienen en laten werken).
Als er schakelproblemen zijn in het elektrische systeem, breng dan contactspray aan op
de blootlig- gende contactpunten. Verwijder de oxidelagen van de contactpunten van de
bedieningselementen door diverse lagen contactspray aan te brengen. Voer onmiddellijk
na het weer in bedrijf nemen van de palletwagen verschillende remtests uit.
Foutbericht
Er zijn twee manieren om het foutbericht te krijgen: door het aflezen van de juiste display
op de handset-display of door het aflezen van storingscodes afgegeven door de status-LED.
DIAGNOSE HANDSET-DISPLAY
Storingen worden weergegeven in het Storingenmenu.
LED-DIAGNOSE
Tijdens normaal gebruik zonder storingen brandt de status-LED voortdurend. Als de re-
gelaar een storing detecteert, knippert de status-LED voortdurend (storingsidentificatie-
code) totdat de storing is verholpen.
De status-LED maakt gebruik van een 2-cijferige code. Voorbeeld: code "1,4"—STORING
ONDER- SPANNING wordt weergegeven als:
1212 MOTORREGELING
Foutbericht
KNIPPERENDE LED cijfer 1
THERMISCHE STORING
STORING GASREGELING
STORING SNELHEIDSPOTENTIOMETER
STORING ONDERSPANNING
STORING OVERSPANNING
HOOFDRELAIS UITGESCHAKELD
(Niet gebruikt)
STORING HOOFDRELAIS
HOOFDRELAIS INGESCHAKELD
(Niet gebruikt)
STORING BEDRADING
STORING REM INGESCHAKELD
STORING VOORBELASTING
STORING REM UITGESCHAKELD
STORING HPD
STORING STROOMSENSOR
HARDWARE FAALVEILIG
STORING EE CHECKSUM
(Niet gebruikt)
STORING ACCU-ONTKOPPELING
27
KNIPPERENDE LED cijfer 2
1
1
1
2
1
3
1
4
1
5
2
1
2
2
2
3
2
4
2
5
3
1
3
2
3
3
3
4
3
5
4
1
4
2
4
3
4
4
4
5
29