Gebruik
De braadplaat is geschikt voor de oven-serie 200 en
400 (behalve BOP 210/211). U heeft de afzonderlijk
verkrijgbare verwarmingselementen en het
uitschuifsysteem nodig. De verwarmingselementen
kunt u ook gebruiken bij het bereiden van gerechten
met de baksteen.
Aanwijzing: Bij normaal gebruik van de oven dient u
de verwarmingselementen te verwijderen.
1
Verwijder de afdekking uit de contactdoos aan de
achterzijde van de oven. Sluit de extra
vewarmingselementen aan op de contactdoos op
de achterzijde van de oven.
2
Plaats het uitschuifsysteem op het laagste niveau
in de oven.
3
Plaats het oplegrooster in het uitschuifsysteem.
58
4
Leg de braadplaat op het oplegrooster.
Bij BOP 220/221 of in de stoombak- en stoomoven
kunt u de braadplaat gebruiken zonder de
braadfunctie. Bij BOP 220/221 heeft u het
afzonderlijk verkrijgbare uitschuifsysteem nodig. In de
stoombakoven: leg de braadplaat direct in het
inschuifrooster aan de zijkant, met de grepen voor en
achter.
Aanwijzing: In de stoombakoven kunt u de braadplaat
alleen gebruiken zonder deksel erop.
Om aan te braden is ook een inductiekookplaat
geschikt, met name een plaat met een inductiefunctie
voor het volledige kookvlak. Warm de braadplaat niet
op als er niets op ligt. Daardoor raakt de anti-
aanbaklaag beschadigd. Gebruik de braadplaat niet
op een gaskookplaat of een elektronische kookplaat
met stralingsverwarmingselementen.
Op de braadplaat kunt u ook zonder probleem grotere
hoeveelheden klaarmaken. U kunt gerechten goed
voorbereiden en in de oven laten staan. De braadplaat
houdt het gerecht warm tot het wordt opgediend. Uw
keuken maakt dan een opgeruimde indruk - de
kookplaat is niet vuil, omdat het gerecht helemaal is
klaargemaakt in de oven.
Stel voor het aanbraden een temperatuur in tussen
190 - 220 °C en voor de verdere bereiding tussen 130
- 160 °C.
Met de braadplaat kunt u ook grote braad- en
visstukken bereiden, vanwege het royale vermogen en
de ruime warmtetoevoer en oppervlakken.
In de braadplaat kunt u vleesstukken zonder deksel
snel aanbraden, en met deksel op een gezonde
manier verder laten stoven.
U kunt de braadplaat of de deksel ook afzonderlijk
gebruiken, bijv. als ovenschaal.
In tegenstelling tot de kookplaat kunt u de
aanbraadtemperatuur en de temperatuur voor de
verdere bereiding exact instellen.
Houd de deur tijdens het bakken en braden altijd
dicht. Open de ovendeur slechts kort om het gerecht
te keren of er water bij te gieten, anders blijft de
temperatuur niet constant. Bij de braadfunctie blijft
het verwarmingselement nog enige tijd warm nadat de
ovendeur geopend is.