(1) In het geval van een snelsluitsysteem plaatst u het hendel in de OPEN
positie (zie afbeeldingen 8 a en b). Het hendel hoort aan de niet-aandrijfzijde te
zitten, dat is tegenover de derailleur.
(2) Als uw fiets uitgerust is met een externe derailleur, dan moet u er goed op
letten dat de derailleur nog altijd zodanig gepositioneerd is dat hij de grootste
versnelling (het kleinste kroontje) schakelt. Trek het derailleurlichaam met uw
rechter hand naar achter en plaats het achterwiel zodanig dat de ketting op het
kleinste tandwiel rust.
(3) Bij single-speed fietsen haalt u de ketting van het kettingblad zodat de
ketting los komt te liggen. Leg de ketting nu op het kroontje van het achterwiel.
(4) Plaats nu het wiel in de patten van het frame en trek het helemaal in de patten.
(5) Bij een single-speed fiets of fiets met interne naafversnelling legt u de
ketting nu terug op het kettingblad, trek het wiel achteruit in de patten zodat het
wiel mooi in het midden van de achtervork loopt en de ketting ongeveer driekwart
centimeter op- en neerwaartse speling heeft.
(6) Met een snelsluitsysteem brengt u het hendel naar boven en draait het in
de CLOSED positie (afbeeldingen 8 a en b). Het hendel hoort nu evenwijdig te
staan aan de staande of liggende achtervork en naar binnen gedraaid te zijn. Om
genoeg klemkracht te kunnen uitoefenen met uw hand hoort u de vingers van uw
hand rond de staande of liggende achtervork te klemmen. Het hendel hoort een
duidelijke afdruk in uw handpalm achter te laten.
(7) Met een steekas of as met sluitmoeren op de beide uiteinden van de as
dient u deze aan te spannen met het aanhaalmoment dat u in Appendix D of in
de handleiding van de naaffabikant terugvindt.
oPGelet: Als bij gebruik van een klassiek snelsluitsysteem het hendel niet zo ver
kan geduwd worden dat deze evenwijdig staat aan de staande of liggende achtervork,
dan dient u het hendel opnieuw in de OPEN positie te brengen. Draai de instelmoer
een kwart draai in tegenwijzerzin en probeer het hendel opnieuw te sluiten.
WAARSCHUWING: Het cam action sluitsysteem van een wiel correct en
veilig sluiten vergt flink wat handkracht. Als u het hendel volledig kunt
sluiten zonder uw vingers om de vorkpoot te leggen voor extra
hefboomkracht, als het hendel geen afdruk in uw handpalm naliet of als de
uiteinden van de patten niet bedekt zijn door het sluitsysteem, dan is de
sluiting onvoldoende. open het hendel, draai de aanspanmoer aan de andere
vorkpoot een kwart in wijzerzin en probeer het hendel opnieuw te sluiten.
lees ook de eerste WaarsChuWinG in dit hoofdstuk, op pagina 20.
(8) Als u de snelsluiting van de rem losmaakte bij stap 3.c (2) zoals hierboven
aangegeven, dan moet u het systeem terugplaatsen en de juiste afstand tussen
de velg en de remblok hanteren.
(9) Draai aan het wiel om er zeker van te zijn dat het mooi recht, in het midden
van het frame loopt en dat de velg niet tegen een remblok aan schuurt. Knijp in
het remhendel om er zeker van te zijn dat de remmen correct werken.
B. Zadelpensnelsluiting
Sommige fietsen zijn uitgerust met een snelsluiting op de zadelpenstrop. Deze
snelsluiting werkt net zoals de klassieke snelsluiting die ook voor fietswielen
wordt gebruikt (hoofdstuk 4A2). Terwijl de snelsluiting er uitziet als een lange
24