9
10
5
11
8
12
11
86
REMARQUE ! Ne mettez jamais aucun objet dans
l'espace pour les pieds à l'avant du siège-auto.
• Pour activer les connecteurs ISOFIX (8), appuyez sur les
boutons verts (9) de chaque côté et levez les poignées de
réglage ISOFIX (10).
• Maintenez la poignée de réglage (10) appuyée tout en
tirant, de l'autre main, les connecteurs ISOFIX (8) hors du
siège jusqu'en butée.
REMARQUE ! Assurez-vous que les deux indicateurs
de sécurité verts (11) sur les connecteurs ISOFIX (8) ne
soient pas visibles avant l'installation. Relâchez-les, si
besoin, en appuyant sur le bouton de déblocage ISOFIX
(12) tout en tirant le connecteur vers l'arrière.
• Les deux connecteurs ISOFIX (8) doivent se
verrouiller dans les points d'ancrage ISOOFIX (5)
avec un clic audible.
• Assurez-vous que le siège reste bien en place en
essayant de sortir les guides de connexion ISOFIX.
• L'indicateur de sécurité vert (11) doit être clairement
visible sur les deux boutons de déblocage ISOFIX (12).
• Réactivez les poignées de réglage Isofix (10) pour
pousser le siège-auto vers le dossier du véhicule
jusqu'en contact.
• Appuyez alors doucement le châssis du siège-auto
contre l'habillage du siège du véhicule jusqu'au
verrouillage des poignées de réglage ISOFIX (10).
• Continuez avec « REGLAGE DE LA JAMBE DE FORCE ».
LET OP! Zet geen voorwerpen op de vloer voor het
kinderzitje.
• Om de ISOFIX-connectoren (8) te activeren, drukt u op de
groene knoppen (9) aan beide kanten en tilt u de ISOFIX-
verstelhendels (10) omhoog.
• Houd één verstelhendel (10) ingedrukt en trek met de
andere hand de ISOFIX-connectoren (8) tot aan de
aanslag uit de stoel.
LET OP! Zorg dat beide groene veiligheidsindicatoren
(11) op de ISOFIX-connectoren (8) niet zichtbaar zijn
voor de installatie. Maak ze zonodig los door de ISOFIX-
ontgrendelknop (12) in te drukken en tegelijk de connector
naar achteren te trekken.
• Beide ISOFIX-connectoren (8) moeten hoorbaar in de
ISOFIX-fixatiepunten (5) vastklikken.
• Controleer of het zitje goed op zijn plek blijft zitten door te
proberen het uit de ISOFIX-connectorgeleiders te trekken.
• De groene veiligheidsindicator (11) moet duidelijk
zichtbaar zijn op beide ISOFIX-ontgrendelknoppen (12).
• Activeer Isofix-regelhendels (10) opnieuw en duw de
autostoel in de richting van de rugleuning van het voertuig
te duwen tot de hendels elkaar raken.
• Druk het frame van het autozitje nu voorzichtig tegen
de bekleding van de autostoel tot beide ISOFIX-
aanpassingshendels (10) hoorbaar vastklikken.
• Ga verder met "STEUNPOOT INSTELLEN".
WSKAZÓWKA! Nie kłaść żadnych przedmiotów w miejscu
na nogi przed fotelikiem.
• Aby aktywować ISOFIX (8), nacisnąć zielone przyciski (9) po
obu stronach i podnieść dźwignie regulacyjne ISOFIX (10).
• Nadal przytrzymać wciśniętą jedną z dźwigni
regulacyjnych (10), wyciągając złącza ISOFIX (8) do
ogranicznika drugą przytrzymanego drugą ręką.
WSKAZÓWKA! Upewnić się, że oba zielone wskaźniki
bezpieczeństwa (11) na złączach ISOFIX (8) nie są
widoczne przed montażem. W razie potrzeby zwolnić je
naciskając przycisk zwalniania ISOFIX (12), jednocześnie
wyciągając złącze do tyłu.
• Oba złącza ISOFIX (8) muszą zablokować się w punktach
mocowania ISOFIX (5) ze słyszalnym kliknięciem.
• Upewnij się, że fotelik jest dobrze zamocowany, próbując
uwolnić go z prowadnic ISOFIX.
• Zielony wskaźnik bezpieczeństwa (11) musi być wyraźnie
widoczny przy obu przyciskach zwalniających ISOFIX (12).
• Pociągnij znów dźwignie regulacyjne ISOFIX (10),
pociągając fotelik w kierunku oparcia pojazdu do
momentu, gdy fotelik i oparcie zetkną się.
• Teraz ostrożnie popchnij podstawę fotelika w kierunku
siedziska pojazdu, aż obie dźwignie regulacyjne ISOFIX
(10) zablokują się ze słyszalnym kliknięciem.
• Przejść do punktu „REGULACJA PODPORY".
87
Capítulos
