5.
Sluit het uiteinde van de bijbehorende adapter van
de ontluchtingsslang (H) aan op het aansluitstuk
(G) op de bovenkant van de ventilatie-eenheid.
6.
Steek het andere uiteinde van de ontluchtingsslang
(H) in het vloeistofreservoir van de hoofdcilinder,
schakelde luchtklep (I) in en druk op de drukknop
(B) om het vacuüm te starten (laat het vacuüm
enkele seconden opbouwen in het
ontluchtingsreservoir voordat het wordt
aangezogen). Terwijl u de oude vloeistof wegzuigt,
roert u deze om het slib dat zich op de bodem en
de wanden van de hoofdcilinder heeft opgehoopt
los te maken en te verwijderen.
7.
Wanneer alle remvloeistof is verwijderd, draai dan
Verwijder de ontluchtingsklep en vul de
hoofdremcilinder met nieuwe, door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof.
ONTLUCHTEN VAN REMLEIDINGEN EN
WIELREMCILINDERS
OPMERKING: Zorg ervoor dat de hoofdremcilinder voor het ontluchten gevuld is met de
door de fabrikant aanbevolen nieuwe remvloeistof. Er wordt een automatische navulset
meegeleverd om het niveau van de nieuwe vloeistof in de hoofdremcilinder te handhaven
tijdens het ontluchtingsproces.
Volg de instructies bij de kit om te voorkomen dat er lucht in de remvloeistof komt.
vereffeningsreservoir, remleidingen en wielcilinders bij het ontluchten van het hydraulische
systeem.
H
H
B
NL
G
I