Gebruikershandleiding
6.2
Rijden met de transportwagen
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Ongecontroleerd rollende transportwagens kunnen mensen verplet-
teren.
−
Laat de transportwagen nooit onbeheerd rollen.
−
Rijd niet op of af hellingen tenzij u de transportwagen kunt con-
troleren. Indien nodig een tweede persoon inzetten.
−
Parkeer de transportwagen alleen op horizontale oppervlakken.
−
Beveilig de transportwagen bij het neerzetten altijd met de blok-
keerremmen tegen wegrijden.
−
Zet de uitlijning van de wielen in de "rechtuit"-richting.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Transportwagens met losgeraakte richtingsfixatie slingeren tijdens
het rijden. Op hellende vlakken kunnen transportwagens met losge-
raakte richtingsfixatie zich zelfstandig en ongecontroleerd in bewe-
ging zetten, bijv. op laadperrons. Als de transportwagen ongecontro-
leerd rijdt, bestaat door het gewicht het gevaar dat personen door
botsingen of beknellen gewond raken.
−
Activeer de richtingsfixatie van de wielen.
−
Maak de richtingsfixatie alleen los wanneer de transportwagen
stilstaat en op horizontale oppervlakken.
AANWIJZING
Beschadiging van het stopcontact
Als de transportwagen rijdt, kunnen obstakels zoals leuningen of
deurklinken het stopcontact beschadigen.
−
Haal de stekker uit het stopcontact.
−
Koppel het stopcontact los van de transportwagen.
Mobis® Buffetcart Plus
22 / 44