302
Aanduiding
1a
Aansluiting van atriaal kanaal
1b
Aansluiting ventrik. Kanaal
2
Batterijvak
3
LED Low battery
4
LED Ventricle Pace
5
LED Ventricle Sense
6
Draairegelaar Ventricle Ampl.
7
Draairegelaar Ventricle Sens.
8
LED Atrium Pace
9
LED Atrium Sense
10
Draairegelaar Atrium Ampl.
11
Draairegelaar Atrium Sens.
12
Start burst
13
Riemhouder en ophangoog
(achterzijde)
14
Draairegelaar Burst rate atrium
15
Draairegelaar AV delay
16
Select burst
17
Draaischakelaar Mode
18
Draairegelaar Rate
Tabel 1: Beschrijving van de elementen in beeld 1
Beeld 2: Juiste bevestiging van de bedienveldafdekking
Functie
Voor kabels en elektroden met 2-mm-stekkers
of voor Redel-adapters (rood = plus; blauw = minus)
Voor blokbatterij 9 V
Waarschuwt voor te laag batterijvoltage
Gele weergave voor ventriculair gestimuleerde event
Groene weergave voor waargenomen R-golf
Instelling van de ventriculaire impulsamplitude
Instelling van de ventriculaire gevoeligheid
(niet toepasbaar in bedrijfsmodi D00 en V00)
Gele weergave voor atriaal gestimuleerde event
Groene weergave voor waargenomen P-golf
Instelling van de atriale impulsamplitude
(niet toepasbaar in bedrijfsmodus VDD)
Instelling van de atriale gevoeligheid
(niet toepasbaar in de bedrijfsmodus D00)
Start van de atriale burstfunctie
Bevestiging Reocor D aan patiënt, bed of infuus-
standaard
Instelling van de atriale burstfrequentie
Instelling van het AV-interval
Selectie van de atriale burstfunctie
Selectie van pacingbedrijfsmodus en uitschakelaar
Instelling van de stimulatiefrequentie
Vet opschrift van bedieningselementen kenmerkt voor het
gebruiksdoel van het apparaat veilige waarden.
Bedienveldafdekking
De bedienveldafdekking is vergrendeld, als de bedienveld-
afdekking over twee grendelpunten tot het einde wordt ver-
schoven en de vergrendeling over de rand zit (zie Fig. 2).
Juist:
Onjuist: