nl
NEDERLANDS
Waarschuwing voor algemeen gevaar.
Gevaar voor lichamelijk letsel of gevaar
!
voor het milieu.
Hoogte-instelling voor de vandiktetafel.
Per krukomwenteling wordt de hoogte van
de vandiktetafel met 3 mm veranderd.
3 mm
3 mm
Instructie voor de borgbout (2). Zie
hoofdstuk 9.1 en 10.1.
LOCK
= =
5.3 Veiligheidsvoorzieningen
Terugslagbeveiliging
De terugslagbeveiliging (4) verhindert, dat een
werkstuk door de draaiende messenas terug
wordt geslingerd naar de gebruiker.
– Alle grijpers van de terugslagbeveiliging moeten
aan de onderkant spits toelopen.
– Alle grijpers van de terugslagbeveiliging moeten
vanzelf naar hun beginpunt (naar onderen)
terugkeren.
Afdekprofiel voor de messenassen
Het afdekprofiel van de messenassen (22) verhin-
dert, dat de draaiende messenas tijdens het vlak-
schaven van boven kan worden aangeraakt.
– Na het losdraaien van de klembout (23) wordt
het afdekprofiel van de messenas aangepast
aan de breedte van het werkstuk.
– Met de stelbout voor de hoogte (25) wordt het
afdekprofiel van de messenas aan de hoogte
van het werkstuk aangepast. Het afdekprofiel
van de messenassen is voor het gebruik als
vlakschaaf in de hoogte verstelbaar tussen 0 en
85 mm.
Om een effectieve bescherming te garanderen,
moet het afdekprofiel van de messenassen altijd
worden aangepast aan het werkstuk. De span-
hendel (24) moet omlaag gedrukt zijn.
Bij het geleiden van het werkstuk glijden de
handen over het afdekprofiel van de messenassen
heen.
Afvoerkap voor de spaanders
Zie afb. Q
Bij het vandikteschaven dient de afvoerkap voor
de spaanders (3) als extra afdekking van de
messenassen.
Hiervoor wordt de afvoerkap voor spaanders (3)
naar boven geklapt en de borgbout (2) rechtsom
tot aan de eindpositie gedraaid (vastgeschroefd).
De afvoerkap voor spaanders is beveiligd.
6. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Afvoertafel
2 Borgbout van de afvoerkap voor de spaander
3 Afvoerkap voor de spaanders
4 Terugslagbeveiliging
5 Blokkeerhendel
6 Aanslag/aanslagprofiel
7 Messenas
8 Klemhendel (hoek)
9 Klemhendel (breedte)
10 Aanslagsteun (voor het opzetten van de
aanslag)
11 Aanvoertafel
12 Hoogte-instelling (aanvoertafel)
13 Spaanderafzuigkap (met aansluitstuk voor
afzuiging)
14 Schuifstok
15 Vandiktetafel
16 Transportgreep
17 Poten
18 Schaal (vlakschaven)
19 Transportwielen
20 Aan-/uit-schakelaar
21 Hoogte-instelling voor de vandiktetafel
(handslinger)
22 Afdekprofiel voor de messenassen
30
23 Klembout (van het afdekprofiel van de
messenassen)
24 Klemhendel (van de arm van het afdekprofiel
van de messenassen)
25 Hoogte-instelbout (van het afdekprofiel van de
messenassen)
26 Schroef voor het opbergen van het duwhout
als deze niet in gebruik is
Meegeleverde accessoires:
- steeksleutel
- inbussleutel
- instelkaliber voor het schaafmes
7. Bedieningselementen
Aan-/uit-schakelaar
(20)
• Inschakelen = de groene schakelaar indrukken.
• Uitschakelen = de rode schakelaar indrukken.
Onderspanningsrelais
Als de spanning wegvalt, dan slaat er een mini-
mumspanningsrelais aan. Zo wordt verhinderd dat
de zaag vanzelf gaat draaien als er weer spanning
is. Om in dit laatste geval de machine opnieuw te
starten, moet u opnieuw op de groene schakelaar
drukken.
Overbelastingsbeveiliging
De schaafmachine is standaard voorzien van een
overbelastingsbeveiliging. Deze schakelt de
machine uit, als de motor te warm wordt. Om de
schaafmachine opnieuw aan te zetten:
1. Laat de motor afkoelen (ongeveer tien
minuten);
2. Druk de groene schakelaar in.
Hoogte-instelling voor de vandiktetafel
(bij gebruik als vandikteschaaf)
Met de hoogte-instelling (21) voor de vandiktetafel
wordt de schaafdikte (= dikte van het werkstuk na
de bewerking) tijdens het gebruik als vandikte-
schaaf ingesteld.
• Per krukomwenteling wordt de hoogte van de
vandiktetafel met 3 mm veranderd.
• Per keer kunnen maximaal 3 mm worden
weggeschaafd.
• De maximum werkstukdikte bedraagt 160 mm.
Hoogte-instelling van de aanvoertafel
(bij gebruik als vlakschaaf)
Met de hoogte-instelling (12) voor de aanvoertafel
wordt ingesteld, hoeveel materiaal bij het gebruik
als vlakschaaf wordt afgeschaafd.
• Schaalverdeling (18) in stappen van 0,5 mm.
• De maximum schaafdiepte per keer bedraagt
3 mm.
Aanslagprofiel
Het aanslagprofiel (6) wordt gebruikt om het werk-
stuk, bij het vlakschaven, in de lengterichting te
geleiden.
• Na het losmaken van de klemhendel (9) kan het
aanslagprofiel aan de breedte van het werkstuk
worden aangepast.
• Na het losmaken van de klemhendel (8) kan het
aanslagprofiel over een hoek van max. 45°
weggedraaid worden.
8. Montage
Gevaar!
Wijzigingen aan de machine of het gebruik
van onderdelen die niet door de fabrikant zijn
getest en goedgekeurd, kunnen tijdens
gebruik tot onvoorziene schade leiden!
• Monteer de machine conform de handlei-
ding.
• Gebruik uitsluitend onderdelen die deel
uitmaken van de leveromvang.
• Breng aan deze onderdelen geen wijzi-
gingen aan.
Benodigd gereedschap
– Steeksleutel 10 mm
– Steeksleutel 13 mm
– Kruiskopschroevendraaier
– Inbussleutel (diverse maten)
– Hamer
8.1 Transportbescherming verwijderen
• Beschermfolie verwijderen en de overtollige olie
met een doekje verwijderen.
8.2 Poten monteren
• De transportgreep (16) aan de zijde van de
aanvoertafel (11) aanbrengen. Iedere poot met
4 schroeven en sluitringen bevestigen.
1. De machine, samen met een tweede persoon,
voorzichtig op een gepaste ondergrond op een
zijde van de machine neerleggen.
2. Zie afb. A:
Aan de zijde van de aanvoertafel (11):
Twee poten (17) van binnen in de hoeken van
de machine schuiven. De twee transport-
grepen (16) van buiten tegen de machine
drukken en vastschroeven:
- de sluitringen op de (langere) zeskantbouten
plaatsen.
- De zeskantbouten er van buitenaf doorheen
steken.
- De zeskantmoeren er van binnenuit op
schroeven en vastdraaien.
3. Aan de zijde van de afvoertafel (1):
Twee poten (17) van binnen in de hoeken van
de machine schuiven en vastschroeven:
- de sluitringen op de zeskantbouten plaatsen.
- De zeskantbouten er van buitenaf doorheen
steken.
- De zeskantmoeren er van binnenuit op
schroeven en vastdraaien.
4. Zie afb. B:
Aan de zijde van de afvoertafel (1) de trans-
portwielen (19) met zeskantbouten, sluitringen
en zeskantmoeren aan de poten monteren.
8.3 Hoogte-instelling voor vandiktetafel
monteren
Zie afb. C
• De handslinger (21) zo op het aansluitstuk
plaatsen, dat de inbusbout aan de zijkant naar
de afgedichte zijde van het aansluitstuk wijst.
De inbusbout aan de zijkant met de inbussleutel
vastdraaien en zo de handslinger (21) beves-
tigen.
8.4 Aan-/uitschakelaar monteren
Zie afb. C
• Aan-/uitschakelaar (20) bevestigen met 4 lange
schroeven.
8.5 Aanvoertafel monteren
Zie afb. D
1. De 2 bevestigingsschroeven (a) de linker strip
(c) losdraaien en de strip (c) verwijderen.
2. De rechter strip op dezelfde manier verwij-
deren.
3. De aanvoertafel (11) op de machine leggen en
vasthouden, zodat hij er niet af kan vallen.
4. De linker strip (c) aan de zijkant inschuiven en
zo uitlijnen, dat de 2 metalen pennen (b) in de
strip bij de openingen in de machine passen.
Houd er rekening mee dat de afleesmarkering
(d) op de aanvoertafel vlakbij de schaalverde-
ling (18) zit (evt. de positie van de aanvoertafel
veranderen).
De 2 metalen pennen (b) met een hamer lijnend
in de openingen in de machine tikken.
De strip met de 2 bevestigingsbouten (a) (en
sluitringen) weer vastschroeven.
5. De rechter strip op dezelfde manier
aanbrengen.
Zie afb. E
6. De hoogte-instelling (12) voorbereiden:
Een sluitring (a) op de draadstang schuiven.
7. De draadstang van de hoogte-instelling (12) in
het gat aan de voorzijde van de aanvoertafel
(11) steken.
8. Dan de veerring (b) en vervolgens de borgring
(c) op de draadstang schuiven.
9. De draadstang in het schroefdraadgat (d) van
de dwarsstang (onder de aanvoertafel (11))
schroeven.
10.In de draadstang zit een conusvormige verdie-
ping. De borgring (c) zo plaatsen dat de bout in
de borgring over deze verdieping zit.
De borgring door het vastdraaien van de bout
met een zeskantsleutel bevestigen.