Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 103
Nederlands
• Voldoende afstand tussen hoofd- en stuurleiding.
• Gebruik van beschermde stroomkabels.
Samenvatting
• Continu bedrijf tot nominale frequentie (50 Hz
resp. 60 Hz), onder inachtneming van de minimale
stroomsnelheid
• Extra maatregelen met betrekking tot EMC in
acht nemen (keuze van de frequentieomvormer,
gebruik van filters, enz.)
• Nooit de nominale stroom en het nominale toe-
rental van de motor overschrijden.
• Aansluiting van de temperatuurbewaking van de
motor (bimetaalschakelaar of PTC-weerstand)
moet mogelijk zijn.

10.3. Ex-goedkeuring

Dit hoofdstuk bevat speciale informatie voor de
eigenaars en exploitanten van pompen die voor
het gebruik in een explosieve omgeving gebouwd
en goedgekeurd zijn.
Het vormt dus een aanvulling op de standaard-
voorschriften voor deze pompen. Dit hoofdstuk
vormt verder ook een aanvulling op het hoofdstuk
"Algemene veiligheidsvoorschriften" en moet
door alle gebruikers en operatoren van de pomp
gelezen en begrepen worden.
Dit hoofdstuk geldt enkel voor pompen met
een ex-toelating en bevat hiervoor bijkomende
aanwijzingen!
10.3.1. Kenteken voor pompen met Ex-certificering
Pompen die voor het gebruik in explosieve
atmosfeer zijn toegelaten, zijn als volgt op het
typeplaatje gekenmerkt:
• "Ex"-symbool van de betreffende vergunning
• Informatie over Ex-classificering
• Certificeringsnummer
10.3.2. Vergunning confom ATEX
De motoren zijn goedgekeurd voor het gebruik in
atmosferen met explosiegevaar conform de richt-
lijn 94/09/EG, waarvoor elektrische apparaten van
de apparatengroep II, categorie 2 nodig zijn.
De motoren kunnen daarom in zone 1 en zone 2
worden gebruikt.
Deze motoren mogen niet in zone 0 worden
gebruikt!
De niet-elektrische apparaten, zoals het hydrau-
lisch systeem, voldoen eveneens aan de richt-
lijn 94/09/EG.
ATEX-classificering
De Ex-classificatie, bijvoorbeeld II 2G Ex de IIB T4
Gb op het typeplaatje geeft de volgende infor-
matie:
• II = apparatengroep
• 2G = apparatencategorie (2 = geschikt voor zone
1, G = gassen, dampen en nevels)
• Ex = apparaat is beveiligd tegen explosies con-
form Euronorm
• d = ontstekingsbeveiliging motorbehuizing: druk-
vast omhulsel
190
• e = ontstekingsbeveiliging aansluitklemmen:
Verhoogde veiligheid
• II = bedoeld voor explosiegevaarlijke plaatsen
behalve mijnen
• B = bedoeld voor het gebruik in combinatie met
gassen van de categorie B (alle gassen behalve
waterstof, acetyleen, zwavelkoolstof)
• T4 = max. oppervlaktetemperatuur van het appa-
raat is 135 °C
• Gb = beschermingsniveau van het apparaat „b"
Beschermingsklasse „Drukvast omhulsel"
Motoren van deze beschermingsklasse moe-
ten standaard met een temperatuurbegrenzing
uitgerust zijn.
Gebruik boven het vloeistofpeil
Om ervoor te zorgen dat de pompen met niet
ondergedompelde motor ook in explosiegevaarlij-
ke zones kunnen worden gebruikt, moet rekening
worden gehouden met de volgende punten:
• Het gebruik boven het vloeistofpeil is uitsluitend
mogelijk met de volgende motoren: T 12, T 13,
T 17, T 20.1, T 24, T 30, T 34, T 42, T 50 en T 50.1.
• De motor moet zijn uitgerust met een 2-circuit
temperatuurbewaking (regeling en begrenzing).
Een automatisch herinschakeling kan via de
temperatuurregeling plaatsvinden. Hierbij moet
de aanwijzing over de max. schakelfrequentie
van 15/h met een pauze van 3 minuten worden
aangehouden.
• Tijdens het gebruik boven het vloeistofpeil mag
de max. medium- en omgevingstemperatuur niet
worden overschreden. De max. omgevingstem-
peratuur is dezelfde als de max. mediumtempe-
ratuur.
Voor de motor T 12 geldt: Tijden het gebruik
boven het vloeistofpeil met de medium- en
omgevingstemperatuur max. 30 °C bedragen!
Certificeringsnummer
Het certificeringsnummer van de vergunning
vindt u op het typeplaatje, uw orderbevestiging
en op het technische gegevensblad.
10.3.3. Elektrische aansluiting
LEVENSGEVAAR door elektrische spanning!
Bij een onjuiste elektrische aansluiting be-
staat levensgevaar door elektrische schok.
Elektrische aansluiting alleen door een door
het plaatselijke energiebedrijf goedgekeurde
elektrotechnicus en volgens de plaatselijk
geldende voorschriften laten uitvoeren.
Naast de informatie uit het hoofdstuk "Elek-
trische aansluiting" moeten voor pompen met
Ex-certificering ook de volgende punten in acht
worden genomen:
• De stroomkabel moet buiten de explosiege-
vaarlijke zone of in een behuizing die met een
ontstekingsbeveiliging conform NEN EN 60079-0
uitgevoerd is, worden aangesloten!
BIJLAGE
WILO SE 05/2014 v05 DIN A4
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido