OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
2.
De zeskantmoeren (1) voor de bevestiging van
het hydraulisch systeem aan de afdichtings- resp.
lagerbehuizing losdraaien en verwijderen.
3.
Het hydraulisch systeem (2) met geschikte hulp-
middelen borgen en de motor met het loopwiel
naar boven toe wegtrekken. Indien nodig moet
een geschikt hijswerktuig met voldoende draag-
vermogen worden gebruikt!
4.
Motor horizontaal op een veilige ondergrond
leggen en beveiligen tegen wegglijden.
5.
Het loopwiel (3) met geschikte hulpmiddelen
vastzetten en de bevestigingsschroef (4) los- en
uitdraaien.
Let op de schroefbeveiliging!
6.
Het loopwiel (3) met een geschikte trekker van de
as trekken.
7.
As reinigen.
8.
Nieuw loopwiel op de as steken.
Hierbij dient u erop te letten dat de pasvlakken
niet beschadigd worden!
9.
Een nieuwe bevestigingsschroef (4) van een nieu-
we schroefborging voorzien en deze weer in de as
draaien. Loopwiel vastzetten en de bevestigings-
schroef stevig vastdraaien.
10. Motor met loopwiel optillen en over het hydrau-
lisch systeem zwenken. Indien nodig moet een
geschikt hijswerktuig met voldoende draagver-
mogen worden gebruikt!
11. Motor langzaam op het hydraulisch systeem laten
zakken en met de zeskantmoeren (1) het hydrau-
lisch systeem weer bevestigen.
12. Test: Het loopwiel moet met de hand gedraaid
kunnen worden.
Variant 2: Loopwiel vervangen
1.
Pomp horizontaal op een vaste ondergrond
leggen.
Let erop dat de pomp niet kan omvallen en/of
wegglijden!
2.
De bevestigingsschroeven van het zuigstuk aan
het hydraulisch systeem losdraaien en verwijde-
ren.
3.
Zuigstuk verwijderen en op een veilige onder-
grond leggen.
4.
Het loopwiel met geschikte hulpmiddelen
vastzetten en de bevestigingsschroef los- en
uitdraaien.
Let op de schroefbeveiliging!
5.
Het loopwiel met een geschikte trekker van de as
trekken.
6.
As reinigen.
7.
Nieuw loopwiel op de as steken.
Hierbij dient u erop te letten dat de pasvlakken
niet beschadigd worden!
8.
Een nieuwe bevestigingsschroef van een nieuwe
schroefborging voorzien en deze weer in de as
draaien. Loopwiel vastzetten en de bevestigings-
schroef stevig vastdraaien.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU FA+T-Motor
9.
Zuigstuk aan het hydraulisch systeem monteren
en met de bevestigingsschroeven erop schroeven.
Variant 2: Hydraulisch systeem vervangen
Voor het vervangen van het hydraulisch systeem
moet eerst het loopwiel gedemonteerd en het
zuigstuk weer gemonteerd worden!
1.
Pomp verticaal op een vaste ondergrond zetten.
Let erop dat de pomp niet kan omvallen en/of
wegglijden!
2.
De zeskantmoeren voor de bevestiging van het
hydraulisch systeem aan de afdichtings- resp.
lagerbehuizing losdraaien en verwijderen.
3.
Het hydraulisch systeem met geschikte hulp-
middelen borgen en de motor naar boven toe
wegtrekken. Indien nodig moet een geschikt hijs-
werktuig met voldoende draagvermogen worden
gebruikt!
4.
Motor over het nieuwe hydraulisch systeem
zwenken. Indien nodig moet een geschikt hijs-
werktuig met voldoende draagvermogen worden
gebruikt!
5.
Motor langzaam op het hydraulisch systeem laten
zakken en met de zeskantmoeren (1) het hydrau-
lisch systeem weer bevestigen.
6.
Monteer nu het loopwiel weer.
7.
Test: Het loopwiel moet met de hand gedraaid
kunnen worden.
9. Opsporen en verhelpen van storingen
Om materiële schade en persoonlijk letsel bij het
verhelpen van storingen aan de pomp te vermij-
den, moeten de volgende punten absoluut in acht
genomen worden:
• Verhelp een storing enkel als u over gekwalifi-
ceerd personeel beschikt, d.w.z. dat de verschil-
lende werkzaamheden door geschoold personeel
moeten worden uitgevoerd. Zo moeten elektri-
sche werkzaamheden door een elektrotechnicus
worden uitgevoerd.
• Beveilig de pomp altijd tegen het per ongeluk
inschakelen door deze van het elektriciteitsnet te
halen. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen.
• Laat altijd een tweede persoon voor de veilig-
heidsuitschakeling van de pomp zorgen.
• Borg bewegende delen, zodat niemand gewond
kan raken.
• Eigenmachtige veranderingen aan de pomp zijn
voor eigen risico, voor eventuele schade die hier-
door ontstaat kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld.
Storing: aggregaat start niet
1.
Onderbreking in de stroomtoevoer, kortsluiting
resp. aardsluiting aan de leiding en/of motorwik-
keling
• Leiding en motor door een vakman laten con-
troleren en evt. laten vervangen
2.
Doorslaan van zekeringen, activeren van contac-
tors en/of bewakingsinrichtingen
• Aansluitingen door een vakman laten controle-
ren en evt. laten veranderen.
Nederlands
187