7. Controleer de haken (12) van de houder van de
brandstofpompeenheid en de lippen (13) op de
voet van de brandstofpomp op beschadiging en
verkleuring.
Als de haken of lippen beschadigd of verkleurd
zijn, vervangt u de brandstofpompeenheid als
één geheel.
8. Maak de haken van de houder van de
brandstofpompeenheid los uit de groeven (14) in
de lippen van de voet van de brandstofpomp
terwijl u de houder tegen de voet drukt en de
lippen van de voet iets uiteendrukt.
Pas op dat u de haken en de lippen niet beschadigt.
(13)
(14)
(12) haken
(14) groeven
(13) lippen
9. Verwijder het geheel van de houder en
brandstofpompeenheid (15) uit de voet van de
brandstofpomp (16) en verwijder de O-ring (17).
Veeg gemorste brandstof onmiddellijk weg.
(15)
(17)
(15) geheel van houder en brandstofpompeenheid
(16) voet van de brandstofpomp
(17) O-ring
10. Verwijder de brandstofpompblokkering (18) en
(12)
demprubber (19).
(14)
(13)
(18)
(19)
(18) brandstofpompblokkering
(19) demprubber
11. Verwijder de brandstofpomp (20) met
brandstofpompfilter (21), O-ring (22) uit de
houder van de brandstofpompeenheid (23).
(23)
(22)
(16)
(20) brandstofpomp
(21) brandstofpompfilter
(22) O-ring
(23) houder brandstofpompeenheid
12. Controleer het brandstofpompfilter (21) op
verstopping, beschadiging of verwering en
vervang het indien nodig.
13. Verwijder het brandstofpompfilter uit de
brandstofpomp (20).
(20) brandstofpomp
Brandstofsysteem
(20)
(21)
(20)
(21)
(21) brandstofpompfilter
49
Onderhoud aan uw Honda