7. Verwijder de voorwielasmoer (9) en draai de
wielasklembouten (10) aan beide vorkpoten los.
Trek de voorwielas (11) uit de wielnaaf en
verwijder het voorwiel met de remschijfkap/
kraag.
(10)
(10)
(9)
(9) voorwielasmoer
(11) voorwielas
(10) wielasklembouten
8. Verwijder de remslangklembouten (12), steun A
(13) en steun B (14).
9. Verwijder de remklauwbevestigingsbouten (15)
en de remklauw (16).
• Laat de remklauw niet los aan de remslang
hangen.
• Bedien de remhendel niet nadat het voorwiel is
verwijderd. In dat geval wordt het moeilijk om
de remschijf tussen de remblokken te schuiven.
(14)
(13)
(12) remslangklembouten
(13) steun A
(14) steun B
(15) remklauwbevestigingsbouten
(11)
(16) remklauw
10. Verwijder de inbusbouten van de
vorkbeschermers (17) en de vorkbeschermers
(18).
(17)
(17)
(17) inbusbouten vorkbeschermers
(18) vorkbeschermers
(15)
(12)
(16)
(18)
(17)
Voorwielophanging afstellen
11. Draai de vorkbrugklembouten (19) los en trek
de vorkpoten omlaag en naar buiten.
(19) vorkbrugklembouten
12. Reinig de complete voorvork, met name het
glijvlak (20) van de glijpoot en de stofkeerring
(21).
13. Meet de lengte (22) tussen de ashouder en de
buitenpoot en noteer deze waarde voordat u de
vork demonteert.
(21)
(20)
(22)
(20) glijvlak
(21) stofkeerring voorvork
Instellingen voor wedstrijden
(19)
(22) lengte
(vervolg)
119