Overbrengingsverhouding
Overbrengingsverhouding
U kunt het door de standaard motor afgegeven
koppel "afstellen" volgens circuitomstandigheden
door de overbrenging te wijzigen. U gebruikt dan bij
een gegeven stand van de gasgreep een ander stuk
in de koppelkromme van de motor. Met een andere
overbrengingsverhouding heeft u misschien al de
verandering die u wenst, zonder dat verdere
modificaties nodig zijn.
Het te gebruiken gedeelte van het vermogensbereik
van de motor stelt u af door de verhouding van de
eindoverbrenging te veranderen, met de montage
van een achterkettingwiel met een andere diameter.
Door een andere overbrengingsverhouding te
kiezen past de machine soms beter bij het type
terrein en de beschikbare trekkracht.
Normaliter volstaat een aangedreven tandwiel met
één tand meer of minder.
U kunt kiezen voor een hogere of lagere
overbrengingsverhouding met twee los leverbare
achterkettingwielen.
Evenals de optionele veren staan ook deze
kettingwielen vermeld in de paragraaf over optionele
onderdelen in dit instructieboekje (pagina 160).
Laat het vervangen van het tandwiel over aan uw
Honda dealer als u niet over het vereiste
gereedschap, de technische deskundigheid en het
officiële Honda werkplaatshandboek beschikt.
Hogere tandwieloverbrenging (achterkettingwiel
met minder tanden)
• verhoogt de maximumsnelheid in elke
versnelling (zolang de motor deze hogere
tandwieloverbrenging aan kan)
• maakt minder vaak schakelen mogelijk (langere
overbrengingsverhoudingen)
• verlaagt het motortoerental (rpm) bij een
gegeven gasschuifstand of grondsnelheid
(zodat op glad terrein of een losse ondergrond
het achterwiel meer trekkracht heeft)
Maar:
• mogelijk kan de motor de hogere
tandwieloverbrenging niet aan
• de afstand tussen de tandwielen wordt mogelijk
te groot
142
Instellingen voor wedstrijden
• het motortoerental (rpm) wordt mogelijk te laag
Lagere tandwieloverbrenging (achterkettingwiel
met meer tanden)
• verlaagt de maximumsnelheid in elke
versnelling
• zorgt dat vaker moet worden geschakeld
(kortere overbrengingsverhoudingen)
• verhoogt het motortoerental (rpm) bij een
gegeven gasschuifstand of grondsnelheid
(zodat het achterwiel op terrein met goede grip
meer motorkoppel aan de grond brengt)
Maar:
• de afstand tussen de tandwielen wordt mogelijk
te klein
• het motortoerental (rpm) wordt mogelijk te hoog
Sommige circuits worden voor de eerste race flink
natgemaakt en dan de rest van de dag weinig of
helemaal niet.
Het circuit is dan glad in de eerste paar manches,
wordt vervolgens goed tot fantastisch en weer
gewoon goed en is aan het eind van de dag
misschien keihard en gepolijst.
Ideaal zou zijn als u uw tandwieloverbrenging
steeds weer aanpast aan al deze omstandigheden.
• Nat en glad of onder zanderige
rijomstandigheden: gebruik een hogere
tandwieloverbrenging (minder tanden) om het
motortoerental (rpm) laag te houden en
ongewenste wielslip te voorkomen.
De motor zal in sommige bochten willen
afslaan, dus u moet de koppeling laten slippen
om te compenseren; bij terugschakelen zou het
motortoerental te drastisch veranderen.
• Gemiddelde rijomstandigheden: gebruik het
standaard tandwiel.
• Harde trackcondities (maar niet glad): gebruik
een lagere tandwieloverbrenging (meer tanden)
om het motortoerental (rpm) hoog te houden, in
het bereik waar de motor het meeste vermogen
produceert. Op bepaalde stukken kan dan extra
opschakelen nodig zijn of u kunt de motor
misschien iets langer op toeren houden.
Op een nauw circuit met veel bochten kunt u een
lagere tandwieloverbrenging kiezen zodat u de
koppeling niet zo vaak hoeft te laten slippen. Door
steeds maar weer aantrekken van de
koppelingshendel in een bocht om zo het
motortoerental (rpm) te verhogen, kan uiteindelijk
het koppelingssysteem worden beschadigd.
Een andere tandwieloverbrenging kan helpen als u
op zand rijdt, u wilt dan immers de voorkant graag
licht houden zodat de machine van de top van de ene
zandhoop naar de volgende zweeft. Meestal maakt
een hogere tandwieloverbrenging het
gemakkelijker om zo'n perfecte machinepositie
(maximum trekkracht aan achterwiel en lichte
voorkant) te handhaven, omdat u in elke versnelling
langer in het beste vermogensbereik blijft.
Met een hogere tandwieloverbrenging kunt u de
machine efficiënter sturen met de gasbediening en
door uw lichaamsgewicht te verplaatsen.
Als u op een circuit rijdt met stukken waar u de
motor liever even overtoeren laat draaien in plaats
van op te schakelen, kan een hogere
tandwieloverbrenging gemakkelijk zijn.
Soms moet u prestaties op een gedeelte van een
circuit opofferen om toch de beste rondetijd neer te
zetten. U gaat het om de beste rondetijd, ook als dat
ten koste gaat van stukken waar de
tandwieloverbrenging niet helemaal naar uw zin is.
Als u voor een andere tandwieloverbrenging kiest,
laat dan voor een goede beoordeling iemand uw
rondetijden opnemen met de stopwatch (voor en na
de wijziging). Ga niet puur af op uw intuïtie.
Wanneer u bij een andere tandwieloverbrenging
minder wielslip heeft, kunt u voor uw gevoel
langzamer gaan terwijl u in feite een betere
rondetijd neerzet door meer trekkracht en een
hogere rijsnelheid.
Bij deze aanbevelingen voor tandwieloverbrenging
moet u ook rekening houden met uw rijervaring, uw
rijstijl en het circuit.