Achterwielophanging afstellen
Achterwielophanging afstellen
U kunt de achterwielophanging afstellen op het
gewicht van de rijder en de rijomstandigheden door
de veervoorspanning en de uitveerdemping en
inveerdemping aan te passen.
De achterwielophanging heeft een dempergroep die
werkt op stikstofgas onder hoge druk. Probeer de
demper niet zelf te demonteren, te onderhouden of
voor sloop af te voeren; neem contact op met uw
Honda dealer. De aanwijzingen in dit
instructieboekje beperken zich tot de afstellingen
van de schokdemper.
Een lek of blootstelling aan open vuur kan ook
resulteren in een explosie met mogelijk ernstig
letsel.
Laat onderhoud of afvoeren voor sloop over aan uw
Honda dealer of een deskundig monteur met het
juiste gereedschap en veiligheidsapparatuur en die
over het officiële Honda werkplaatshandboek
beschikt.
Als uw CRF nog nieuw is, zorg dan voor voldoende
inrijtijd onder deellast (ongeveer 1 uur) zodat de
wielophanging zich kan zetten.
Veervoorspanning
achterwielophanging
De veervoorspanning moet worden aangepast met
koude motor, omdat de uitlaatdemper moet worden
verwijderd.
Er is een optionele pensleutel verkrijgbaar om door
verdraaien van de borgmoer en stelmoer van de
schokdemperveer de veervoorspanning in te
stellen.
1. Zet uw CRF op een optionele motorstandaard of
een gelijkwaardige motorsteun, met het
achterwiel los van de grond.
2. Verwijder het hulpframe (pagina 40).
130
Instellingen voor wedstrijden
3. Controleer of de veer is voorgespannen volgens
de standaardlengte. Verstel zo nodig door de
borgmoer (1) van de schokdemperveer los te
draaien en de stelmoer (2) te verdraaien.
Met elke complete omwenteling van de stelmoer
verandert de veerlengte met 1,5 mm.
4. Blokkeer na de afstelling de stelmoer en haal de
borgmoer van de schokdemperveer aan met het
voorgeschreven aantrekkoppel:
28 N·m (2,9 kgf·m)
(2)
(1)
(3)
(1) borgmoer schokdemperveer
(3) pensleutels
(2) stelmoer
(4) veerlengte
Voorspanning verhogen
Draai de borgmoer van de schokdemperveer los
met de optionele pensleutels (3) en draai de
stelmoer om de veerlengte (4) te verkleinen. Maak
niet korter dan:
Standaardveer (54 N/mm):
240,0 mm
Optionele zachtere veer (52 N/mm):
239,0 mm
Optionele stuggere veer (56 N/mm):
238,0 mm
Voor verlagen van veervoorspanning
Draai de borgmoer van de schokdemperveer los
met de optionele pensleutels (3) en draai de
stelmoer om de veerlengte (4) te vergroten. Maak
niet langer dan:
250,5 mm
Met elke omwenteling van de stelmoer verandert de
veerlengte en dus de veervoorspanning. Eén
omwenteling komt overeen met: veerlengte/
veervoorspanning:
Standaard: 1,5 mm/81 N
Gebruik pensleutels voor het verdraaien van de
borgmoer en de stelmoer van de schokdemperveer.
Zie pagina 160 voor optionele pensleutels.
(4)
Veerlengte veervoorspanning (standaardveer)
Standaard: 249,5 mm
Max.
: 250,5 mm
Min.
: 240,0 mm