• Bij het starten moet de machine stevig worden on-
dersteund en vastgehouden. Het zaagblad en de
ketting moeten hierbij vrij zijn.
• Houd tijdens de werkzaamheden de ketting-
zaag met beide handen vast. De rechterhand
bij de achterste greep, de linkerhand bij de beu-
gelgreep. Omklem de grepen stevig met uw dui-
men. Werken met één hand is zeer gevaarlijk, om-
dat de kettingzaag dan ongecontroleerd omlaag
kan schieten aan het einde van de zaagsnede (ver-
hoogd risico op ongelukken). Ook een mogelijke te-
rugslag (kickback) kan bij bediening met één hand
niet goed worden opgevangen!
• LET OP: Als de gashendel wordt losgelaten,
loopt de ketting nog korte tijd na (vrijloop).
• Zorg er steeds voor dat u stevig staat.
• Houd de kettingzaag zodanig vast dat uitlaatgas-
sen niet kunnen worden ingeademd. Werk niet in
afgesloten ruimtes (gevaar voor vergiftiging).
• Schakel de motor direct uit bij merkbare veran-
deringen aan het apparaat.
• Schakel de motor uit voordat u de kettingspan-
ning gaat controleren of naspannen, de ketting
gaat verwisselen of storingen gaat verhelpen.
• Als de zaag stenen, spijkers of andere harde voor-
werpen heeft geraakt, moet u de motor onmiddellijk
uitschakelen en de zaag controleren.
• Tijdens werkpauzes en als de kettingzaag wordt
verlaten, moet de kettingzaag worden uitgescha-
keld en zodanig worden neergelegd dat niemand
gevaar loopt.
• Leg de warmgedraaide kettingzaag niet neer in
droog gras of op andere brandbare voorwerpen.
De geluiddemper straalt enorme veel hitte uit
(brandgevaar).
• LET OP! Na uitschakeling van de kettingzaag kan
de olie die van de ketting en het zaagblad druppelt
tot vervuiling leiden! Gebruik altijd een geschikte
ondergrond.
Terugslag (kickback)
• Bij werkzaamheden met de kettingzaag kan een
gevaarlijke terugslag ontstaan.
• Deze terugslag ontstaat, als het bovenste bereik
van de bladpunt onvoorzien in aanraking komt met
hout of andere vaste voorwerpen.
• Voordat de zaagketting in de verwerkingszone
wordt geplaatst, kan deze zijwaarts wegslippen of
kan de motorzaag gaan stuiteren.
(LET OP!: Verhoogde terugslagrisico!)
• De motorzaag wordt hierbij ongecontroleerd, met
hoge energie, in de richting van de zaaggeleider
geslingerd resp. gaat versnellen (gevaar voor ver-
wonding!).
258 | NL
www.scheppach.com /
[email protected] / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Om terugslag te vermijden, moet het volgende in
acht worden genomen:
• Insteekwerkzaamheden (het direct plaatsen met
de bladpunt in het hout) mogen alleen door speci-
aal geschoolde personen worden uitgevoerd!
• Neem altijd de bladpunt in acht. Let op bij het ver-
volgen van reeds gestarte zaagsnedes.
• Met een draaiende zaagketting begint u het zagen!
• Zaagketting altijd juist slijpen. Hierbij moet met na-
me ook worden gelet op de juiste hoogte van de
dieptebegrenzing!
• Nooit meerdere takken in één keer doorzagen! Bij
het snoeien er op letten dat er geen andere tak
wordt geraakt.
• Bij het afkorten dienen de ernaast gelegen stam-
men in acht worden genomen.
Werkomstandigheden en -techniek
• Werk alleen bij goed zicht en goede lichtomstan-
digheden. Let in het bijzonder op bij gladheid, nat-
tigheid, ijs en sneeuw (risico op uitglijden). Bij vers
geschild hout (schors) is er een verhoogd risico op
uitglijden.
• Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Let op
obstakels in het werkgebied, struikelgevaar. Zorg
er steeds voor dat u stevig staat.
• Zaag nooit boven schouderhoogte.
• Zaag nooit staand op ladders.
• Klim nooit met de kettingzaag in een boom en voer
hier geen werkzaamheden uit als er geen geschik-
te beveiligingssystemen zijn voor mens en machi-
ne. Wij raden aan om altijd aan vanaf een werkplat-
form te werken.
• Werk niet te ver voorovergebogen.
• Geleid de kettingzaag zodanig dat geen enkel li-
chaamsdeel zich in het verlengde van het draaibe-
reik van de zaagketting bevindt.
• Zaag alleen hout met de kettingzaag.
• Raak de grond niet als de zaagketting loopt.
• Gebruik de kettingzaag niet om stukken hout of an-
dere voorwerpen te verwijderen door ze los te wrik-
ken of weg te scheppen.
• Maak het gebied van de zaagsnede vrij van vreem-
de voorwerpen, zoals zand, stenen, spijkers, enz.
Vreemde voorwerpen beschadigen de zaag en
kunnen gevaarlijke terugslag (kickback) veroorza-
ken.
• Gebruik bij het zagen van gezaagd hout een veilige
ondersteuning (indien mogelijk een zaagbok). Het
hout mag niet met de voet of door een andere per-
soon worden vastgehouden.
• Rondhout moet worden vastgezet zodat het niet
kan verdraaien.
• Voor het vellen of afkorten moet de boomklauw
(de klauwaanslag) op het te zagen hout worden
geplaatst. Ook voor het doorzagen van dikke tak-
ken wordt aanbevolen om de boomklauw te gebrui-
ken.