Algemene Veiligheid Voor Het Booglassen - Telwin Supermig 480 Serie Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
NEDERLANDS
BOOGLASSEN .......................................................... 29
2.1 INLEIDING ............................................................................................... 30
2.2 HOOFDKENMERKEN ............................................................................. 30
2.3 LASBAARHEID VAN DE METALEN.......................................................... 30
2.4 SERIE ACCESSOIRES ............................................................................ 30
2.5 ACCESSOIRES OP AANVRAAG ............................................................. 30
3. TECHNISCHE GEGEVENS ........................................ 30
3.1 KENTEKENPLAAT ................................................................................... 30
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS..................................................... 30
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE .................. 30
4.1 INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING......... 30
4.1.1 Lasmachine.................................................................................... 30
4.1.2 Draadvoeder .................................................................................. 30
4.2 THERMISCHE BESCHERMING .............................................................. 31
4.3 BESCHERMING WEGENS ONVOLDOENDE DRUK
VAN HET CIRCUIT WATERKOELING ...................................................... 31
5. INSTALLATIE.............................................................. 31
5.1 INRICHTING ............................................................................................ 31
5.2 WIJZEN VAN OPHIJSEN VAN DE LASMACHINE..................................... 31
5.3 PLAATSING VAN DE LASMACHINE ........................................................ 31
5.4 AANSLUITING OP HET NET.................................................................... 31
5.4.1 Waarschuwingen ........................................................................... 31
5.4.2 Stekker en contact .......................................................................... 31
5.4.3 Verandering spanning .................................................................... 31
5.5 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT................................................. 31
5.5.1 Verbinding met de gasfles.............................................................. 31
LASMACHINE MET CONTINUE DRAADVOEDING MET BOOG MIG/MAG EN
VOORZIENE FLUX VOOR PROFESSIONEEL EN INDUSTRIEEL GEBRUIK.
Opmerking: In de volgende tekst zal de term "lasmachine" gebruikt worden .

1.ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET BOOGLASSEN

De operator moet voldoende ingelicht zijn voor wat betreft een veilig gebruik van
de lasmachine en over de risico's in verband met de procedures van het
booglassen, de desbetreffende beschermingsmaatregelen en procedures bij
noodgevallen.
(Ook beroep doen op de "TECHNISCHE SPECIFICATIE IEC of CLC/TS 62081":
INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN APPARATUUR VOOR HET BOOGLASSEN).
- Rechtstreeks contact met de lascircuits vermijden; de nullastspanning
geleverd door de lasmachine kan in bepaalde gevallen gevaarlijk zijn.
- De verbinding van de laskabels, de operaties van nazicht en reparatie moeten
uitgevoerd worden met een uitgeschakelde lasmachine die losgekoppeld is
van het voedingsnet.
- De lasmachine uitschakelen en loskoppelen van het voedingsnet voordat men
de versleten elementen van de toorts vervangt.
- D e e l e k t r i s c h e i n s t a l l a t i e u i t vo e r e n vo l g e n s d e vo o r z i e n e
ongevallenpreventienormen en -wetten.
- De lasmachine mag uitsluitend verbonden worden met een voedingsnet met
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
- Verifiëren of het voedingscontact correct verbonden is met de beschermende
aarde.
- De lasmachine niet gebruiken in vochtige of natte ruimten of in de regen.
- Geen kabels met een versleten isolering of met loszittende verbindingen
gebruiken.
- In aanwezigheid van een koelunit met vloeistof moeten de operaties van het
vullen uitgevoerd worden met een uitgeschakelde lasmachine die
losgekoppeld is van het voedingsnet.
- Niet lassen op containers, bakken of leidingen die vloeibare of gasachtige
ontvlambare producten bevatten of bevat hebben.
- Vermijden te werken op materialen die schoongemaakt zijn met
chloorhoudende oplosmiddelen of in de nabijheid van dergelijke producten.
- Niet lassen op bakken onder druk.
- Alle ontvlambare producten uit de werkzone verwijderen (vb. hout, papier,
vodden, enz.).
- Zorgen voor een adequate ventilatie of voor geschikte middelen voor de afvoer
van de lasrook in de nabijheid van de boog; er is een systematische
benadering nodig voor de evaluatie van de limieten van blootstelling aan de
lasrook in functie van hun samenstelling, concentratie en tijdsduur van de
blootstelling zelf.
- De gasfles (indien gebruikt) beschermen tegen warmtebronnen, inbegrepen
zonnestralen).
,
*
)
- Een adequate elektrische isolering gebruiken tegen de elektrode, het stuk in
bewerking en eventuele op de grond geplaatste metalen elementen die in de
nabijheid staan (die toegankelijk zijn).
Dit kan normaal bekomen worden door het dragen van handschoenen,
veiligheidsschoeisel,
hoofddeksels en voor dit doel voorziene kledij en
middels het gebruik van voetplanken of isolerende tapijten.
- De ogen altijd beschermen met de speciaal daartoe bestemde niet-actinistiche
glazen gemonteerd op maskers of helmen.
INHOUD
pag.
5.5.2 Verbinding met de draadvoeder ..................................................... 31
5.5.3 Verbinding retourkabel van de lasstroom ........................................ 31
5.5.4 Verbinding toorts............................................................................ 31
5.5.5 Aanbevelingen .............................................................................. 31
5.6 LADING DRAADSPOEL........................................................................... 31
IN DE TOORTS ......................................................................................... 31
5.7.1 Spiraalvormig omhulsel voor stalen draden .................................... 31
VAN DE PROCEDURE................................................ 32
6.1.1 Short arc (Korte boog) ................................................................... 32
6.1.2 Spray Arc (Spray boog).................................................................. 32
6.2.1 Beschermend gas .......................................................................... 32
6.2.2 De Lasstroom ................................................................................. 32
6.2.3 De Boogspanning.......................................................................... 32
6.2.4 Kwaliteit van het lassen................................................................... 32
7. ONDERHOUD............................................................. 32
7.1 GEWOON ONDERHOUD ........................................................................ 32
7.1.1 Toorts ............................................................................................. 32
7.1.2 Draadvoeder .................................................................................. 32
7.2 BUITENGEWOON ONDERHOUD ........................................................... 32
De speciale beschermende vuurwerende kledingstukken dragen en hierbij
vermijden de huid bloot te stellen aan de ultraviolet en infrarood stralen
geproduceerd door de boog; de bescherming moet ook uitgebreid worden
naar de andere personen in de nabijheid van de boog middels niet
reflecterende schermen of gordijnen.
- Lawaai: Indien omwille van bijzonder intensieve lasoperaties een persoonlijk
dagelijks niveau van blootstelling (LEPd) wordt vastgesteld dat gelijk is aan of
groter is dan 85db (A), is het gebruik verplicht van adequate individuele
beschermingsmiddelen.
-
De doorgang van de lasstroom veroorzaakt het ontstaan van
elektromagnetische velden (EMF) geplaatst in de omgeving van het
lascircuit.
De elektromagnetische velden kunnen interfereren met sommige medische
toestellen (vb. Pace-maker, beademingstoestellen, metalen prothesen enz.).
Er moeten adequate beschermende maatregelen getroffen worden voor de
dragers van deze toestellen. Zo moet bijvoorbeeld de toegang naar de
gebruikszone van de lasmachine verboden worden.
Deze lasmachine beantwoordt aan de technische standaards van het product
voor het uitsluitend gebruik op industriële plaatsen voor professionele
doeleinden. De overeenstemming met de basislimieten m.b.t. de menselijke
blootstelling aan elektromagnetische velden in huiselijk milieu is niet
gegarandeerd.
De operator moet de volgende procedures gebruiken teneinde de blootstelling
aan de elektromagnetische velden te verminderen:
-
De twee laskabels zo dicht mogelijk samen bevestigen.
-
Het hoofd en de romp van het lichaam zo ver mogelijk van het lascircuit
houden.
-
De laskabels nooit rond het lichaam draaien.
-
Niet lassen met het lichaam midden in het lascircuit. Beide kabels langs
hetzelfde gedeelte van het lichaam houden.
-
De retourkabel van de lasstroom verbinden met het te lassen stuk zo dicht
mogelijk bij het lassen in uitvoering.
-
Niet lassen in de nabijheid van, zittend of steunend op de lasmachine
(minimum afstand: 50cm).
-
Geen ferromagnetische voorwerpen in de nabijheid van het lascircuit laten.
-
Minimum afstand d=20cm (Afb. N).
-
Apparatuur van klasse A:
Deze lasmachine beantwoordt aan de vereisten van de technische standaard van
het product voor het uitsluitend gebruik op industriële plaatsen en voor
professionele doeleinden. De overeenstemming met de elektromagnetische
compatibiliteit is niet gegarandeerd in de gebouwen voor huiselijk gebruik en in
gebouwen die rechtstreeks verbonden zijn met een voedingsnet aan lage
spanning dat de gebouwen voor huiselijk gebruik voedt.
SUPPLEMENTAIRE VOORZORGSMAATREGELEN
- DE OPERATIES VAN HET LASSEN:
-
In een ruimte met een verhoogd risico van elektroshock
-
In aangrenzende ruimten
-
In aanwezigheid van ontvlambare of ontploffende materialen
MOETEN vooraf geëvalueerd worden door een "Verantwoordelijke expert"
en altijd uitgevoerd worden in aanwezigheid van andere personen die
opgeleid zijn voor ingrepen in noodgeval.
- 29 -
pag.
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido