van mechanische schade kan oplopen�
• Indien een defect wordt vermoed vanwege een ongelukje tijdens
vervoer, moet het functioneren van de robot eerst worden
gecontroleerd voordat deze in gebruik wordt genomen�
• Indien nodig dient de robot op het chassis te worden getild.
• Tijdens vervoer bevestigt u de robot aan het chassis.
De robot verplaatsen
• De robot mag alleen worden verplaatst als deze is ingeschakeld�
• De robot mag alleen met beide handen op het stuur worden
verplaatst, met gebruik van de koppeling�
• Manieren om de robot te verplaatsen moeten zijn aangepast aan
de ondergrond en de persoonlijke mogelijkheden�
• Als de ondergrond steil is (opwaarts of neerwaarts), dan gebruikt u
de motor en niet de koppeling of het transportwiel!
Een robotprogramma opnemen (programmeren) en starten
• Voordat u gaat schoonmaken, moet de ruimte vrij zijn van mensen
(behalve de persoon die de opname doet) en dieren; gangen en
hokken moeten vrij zijn van obstakels en deuren en poorten
moeten gesloten zijn�
• Bij de ingang van de ruimte moet tijdens het schoonmaken een
waarschuwingsteken worden geplaatst�
• De persoon die de opname doet, moet gehoorbescherming, een
ademhalingsmasker en een veiligheidsbril dragen� Andere
aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen zijn beschermende
kleding, laarzen en handschoenen�
• Tijdens de opname dient de operator op veilige afstand van de
bewegende delen van de robot en de hogedrukstraal te blijven�
• Tijdens de opname moet de robot zo worden gemanipuleerd dat
de waterstraal of de bewegende onderdelen van de robot niet
in contact komen met gevoelige elektronica of andere gevoelige
apparatuur�
• Als u markeringen gebruikt, bevestig deze dan stevig zodat deze
gedurende het schoonmaakproces dezelfde positie kunnen
behouden�
• Bij gebruik van een tweetraps mondstuk moet de automatische
wasmachine opnieuw starten als de waterstroom wordt
onderbroken� Dit is om ervoor te zorgen dat de juiste klep in de
tweetraps mondstuk wordt geopend�
153
NL