nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
≤ PN
P
+ P
1max
max
P
Maximale inlaatdruk
1max
P
Maximale door de pomp
max
voortgebrachte druk
PN
Maximale bedrijfsdruk
Intervallen van de vloeistoftemperatuur
Afbeelding 3
toont het bereik van de
bedrijfstemperatuur.
Neem voor speciale eisen contact op met de
verkoop- en servicevertegenwoordiger.
Maximaal aantal starts per uur
Zie
Afbeelding
18.
Geluidsniveau
Voor de geluidsdrukniveaus van de pomp
uitgerust met standaard geleverde motor zie
Tabel
7.
Voor de geluidsdrukniveaus van de pomp zonder
motor zie
Tabel
8.
4
Installatie
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
Neem de geldende regels ter
voorkoming van ongelukken in acht.
Gebruik geschikte apparatuur en
beschermingsmiddelen.
Raadpleeg altijd de nationale en
lokale voorschriften, wet- en
regelgeving en geldende procedures
bij het kiezen van de plaats van
installatie, het loodgieterswerk en
de aansluitingen voor water en
stroom.
Elektrisch gevaar:
Zorg dat alle aansluitingen worden
uitgevoerd door gekwalificeerde
technicus in overeenstemming met
de geldende regelgeving.
Alvorens aan de unit te gaan werken
moet u controleren of de unit en de
schakelkast gescheiden zijn van de
stroomvoorziening en niet
ingeschakeld kunnen worden. Dit is
ook van toepassing op het
regelcircuit.
Aarding
Elektrisch gevaar:
Sluit altijd eerst de externe
beschermgeleider op de aardklem
(massa) aan voordat u andere
elektrische verbindingen aansluit.
U moet alle elektrische apparatuur
aarden. Dit geldt zowel voor de
pompuitrusting en de aandrijving
als voor de bewakingsapparatuur.
Test de aarddraad (massa) om te
controleren of deze goed is
aangesloten.
Als de motorkabel per ongeluk is
losgetrokken, moet de
82
aardgeleider (massa) de laatste
geleider zijn die van de klem
loskomt. Zorg dat de aardgeleider
(massa) langer is dan de
fasegeleiders. Dit geldt voor beide
uiteinden van de motorkabel.
Pas extra beveiliging toe tegen
dodelijke schokken. Installeer een
aardlekschakelaar met een hoge
gevoeligheid (30 mA) [residual
current device RCD]
(reststroomonderbreker).
4.1
Vereisten voor installatie
4.1.1
Locatie van de pomp
GEVAAR:
Gebruik deze unit niet in omgevingen
waar brandbare, explosieve of chemisch
agressieve gassen of poeders zijn.
Richtlijnen
Neem de volgende richtlijnen in acht met
betrekking tot de locatie van het product:
Zorg dat de normale koelluchtstroom die
door de motorventilator wordt geleverd niet
belemmerd wordt.
Zorg ervoor dat het gebied van de
installatie beschermd wordt tegen
vloeistoflekkages of overstroming.
Plaats de pomp indien mogelijk enigszins
hoger dan het vloeroppervlak.
De omgevingstemperatuur moet tussen
0°C (+32°F) en +40°C (+104°F) liggen.
Neem in de volgende situaties contact op
met de verkoop- en serviceafdeling:
–
De relatieve vochtigheid is hoger dan
de richtlijn.
–
De omgevingstemperatuur is hoger
dan +40 °C (+104 °F).
–
De unit staat hoger dan 1000 m
(3000 ft) boven zeeniveau. De
prestaties van de motor dienen
mogelijk opnieuw te worden
berekend of de motor moet worden
vervangen door een sterkere motor.
–
Voor informatie over met welke
waarde de motor opnieuw berekend
moet worden, zie
Pompopstelling en vrije ruimte
Zorg voor voldoende verlichting en ruimte
rondom de pomp. Zorg ervoor dat hij gemakkelijk
bereikbaar is voor installatie- en
onderhoudswerkzaamheden.
Installatie boven een vloeistofbron
(aanzuighoogte)
De theoretisch maximale aanzuighoogte van
elke pomp is 10,33 m. In de praktijk zijn de
volgende elementen van invloed op de
aanzuigcapaciteit van de pomp:
Temperatuur van de vloeistof
Hoogte boven zeeniveau in een open
systeem
Systeemdruk in een gesloten systeem
Tabel
9.