ZILVER® PTX® DRUG-ELUTING PERIFERE STENT EN
INTRODUCTIESYSTEEM
b
i
g
a. Handgreep
b. Aanzetstuk
c. Veiligheidsvergrendeling
d. Introductiesysteem: Buitenste sheath
e. Tip van binnenste katheter van introductiesysteem
f. Spoelpoort van zijarm
g. Metalen canule
h. Radiopake markeringen op introductiesysteem
i. Binnenste steunstilet
j. Gouden radiopake markeringen
Plaatsing van meerdere stents
Indien het nodig is meerdere stents in een patiënt te plaatsen teneinde de
gehele lengte van de laesie te bestrijken, dienen de volgende aanbevelingen
in overweging te worden genomen:
• Met betrekking tot de plaats van de laesie moet het distale gedeelte van de
vernauwing als eerste worden gestent, gevolgd door de proximale locaties
(d.w.z. een tweede stent moet proximaal van de tevoren geplaatste stent
worden geplaatst).
• Stents die samen worden geplaatst, moeten elkaar overlappen om te zorgen
dat de laesie geheel en al wordt gestent.
GEbRUIKSAANWIJZING
1. Bepaal de juiste stentmaat na volledige diagnostische evaluatie. De
ontplooiing van de stent moet onder doorlichting worden uitgevoerd.
Meet de lengte van de te behandelen laesie om de lengte van de
benodigde stent vast te stellen. Houd rekening met het proximale en
distale aspect van de stent om het gehele te behandelen gebied te
bestrijken.
NB: De Zilver PTX drug-eluting perifere stent zal na ontplooiing niet
korter zijn. In referentietests is aangetoond dat de lengte van stent na de
ontplooiing in vergelijking met vóór de ontplooiing gemiddeld met ongeveer
3% toeneemt.
Meet de diameter van het aangrenzende bloedvat (proximaal en distaal van
de laesie) en gebruik de GROOTSTE diameter van het aangrenzende bloedvat
als uitgangspunt voor de keuze van de juiste stentmaat.
Diameter van aangrenzende bloedvat
4,0 – 5,0 mm
5,0 – 6,0 mm
6,0 – 7,0 mm
7,0 – 8,0 mm
8,0 – 9,0 mm
12. Breng de extra stugge of ultra-stugge 0,035 inch (0,89 mm) voerdraad via
de toegangskatheter in over het distale segment van de te behandelen
laesie.
3. Verwijder de toegangskatheter, maar houd de voerdraad op zijn plaats.
4. Predilatatie voorafgaand aan plaatsing van de stent is optioneel en wordt
overgelaten aan het oordeel van de arts.
5. Verwijder het binnenste steunstilet uit het aanzetstuk van de handgreep
van het plaatsingssysteem.
6. Spoel de introductiekatheter onmiddellijk vóór plaatsing in het lichaam
via de spoelpoort van de zijarm door met fysiologisch zout en de 1 ml
spuit uit de binnenste verpakking. Spoel uitsluitend totdat er een paar
druppels fysiologisch zout te voorschijn komen bij de distale tip, tussen de
introductiekatheter en de sheath.
De tijd tussen het spoelen en het ontplooien van de stent moet tot een
minimum worden beperkt en mag niet meer bedragen dan 5 minuten.
c
a
Tabel voor selectie van de stentmaat
d
f
j
Diameter van vrije stent
48
e
h
h
j
6,0 mm
7,0 mm
8,0 mm
9,0 mm
10,0 mm
afb. 1