isolatieprogramma. De markering gaat
naar het bovenste procentveld voor
invoer van de stoppositie van Motor A.
• Verander de waarden door op de knop
„+" of „-" te drukken.
Selecteer hier bijvoorbeeld 75%.
• Druk nu opnieuw op de parameter-
knop. De selectie gaat automatsich naar
het onderste vakje voor instelling van de
stoppositie van motor B.
• Verander de waarden door op de knop
„+" of „-" te drukken.
Selecteer hier bijvoorbeeld 25%.
• Sla nu de programmering op met
behulp van de knop STOP, en start de
behandeling met behulp van de knop
START.
Dit betekent:
Drie keer wordt nu de extensie/flexie
behandeld (Motor A). Motor B staat bij 25%
van de geprogrammeerde bewegingsuit-
slag van pronatie en supinatie.
Aansluitend wordt eenmaal de pronatie/
supinatie behandeld (Motor B). Motor A
staat bij 75% van de geprogrammeerde
bewegingsuitslag van extensie en flexie.
Tip!
De percentages kunt u uitsluitend veran-
deren bij geactiveerde speciale functie
(cirkel met haakje).
n Totale behandeltijd
Onder het menu-onderdeel „Totale
behandeltijd" de totale behandelduur
(totale behandelduur van alle behande-
lingen samen) per patiënt opgevraagd
worden.
Het wissen van de opgeslagen
behandelduur:
Houd de parameterknop 5 seconden
lang ingedrukt of activeer de functie
„Nieuwe patiënt".
n Behandelverloopdocumentatie
extensie/flexie
Deze speciale functie maakt het bij de
ARTROMOT®-E2/-E2 compact mogelijk
de documentatie van het totale behan-
delverloop weer te geven.
De looptijd van de slede wordt evenals
de desbetreffende bewegingsuitslag in
de looptijd opgeslagen.
De output/afbeelding wordt als een gra-
fiek uitgebeeld in dubbele tijd-/verloop-
curves in een coördinatensysteem (X-as
= bewegingsuitslag / Y-as = tijd), waarbij
de bovenste curve het verloop van de
bewegingsontwikkeling in de richting
van de flexie en de onderste curve het
verloop in de richting van de extensie
aangeeft.
n Behandelverloopdocumentatie pro-
natie/supinatie
Deze speciale functie maakt het bij de
ARTROMOT®-E2/-E2 compact mogelijk
de documentatie van het totale behan-
delverloop weer te geven.
De looptijd van de slede wordt evenals
de desbetreffende bewegingsuitslag in
de looptijd opgeslagen.
De output/afbeelding wordt als een
grafiek uitgebeeld in dubbele tijd-/ver-
loopcurves in een coördinatensysteem
(X-as = bewegingsuitslag / Y-as = tijd),
waarbij de bovenste curve het verloop
van de bewegingsontwikkeling in de
richting van de supinatie en de onderste
curve het verloop in de richting van de
pronatie aangeeft.
245