5.5. Beeldkwaliteit en helderheid
Mogelijk probleem
Geen videobeeld�
Beeld wordt plotseling
donkerder�
Wazig beeld
Flikkerende beelden�
Donker of overbelicht
beeld�
De kleurtoon van het
endoscopische beeld
is ongewoon�
Beeld is bevroren�
208
Mogelijke oorzaak
Weergave-eenheid of
hulpapparatuur is niet
ingeschakeld�
Endoscoopconnector niet
goed aangesloten op de
weergave-eenheid�
De endoscoop is defect�
Weergave-eenheid is defect�
Storing van camera of
verlichting�
Vuile lens�
Waterdruppels op de
buitenkant van de lens�
Condens aan de binnenkant
van de lens�
De beeldinstellingen van de
weergave-eenheid worden
onjuist weergegeven�
Signaalinterferentie van
geactiveerd
HF-endotherapeutisch
accessoire�
De beeldinstellingen van de
weergave-eenheid worden
onjuist weergegeven�
De endoscoop is defect�
De beeldinstellingen van de
weergave-eenheid worden
onjuist weergegeven�
De endoscoop is defect�
De endoscoop is defect�
Aanbevolen actie
Schakel de weergave-eenheid en
hulpapparatuur IN�
Sluit de endoscoopconnector
correct aan op de weergave-
eenheid�
Trek de endoscoop terug en sluit
een nieuwe endoscoop aan�
Neem contact op met uw Ambu-
vertegenwoordiger�
Schakel de ledlampjes in zoals
beschreven in de
gebruiksaanwijzing van de
weergave-eenheid�
Trek de endoscoop terug en sluit
een nieuwe endoscoop aan�
Spoel de lens�
Insuffleer en/of spoel de lens om
waterdruppels van de lens te
verwijderen�
Verhoog de watertemperatuur in
de waterfles en blijf de
endoscoop gebruiken�
Zie de gebruiksaanwijzing van de
weergave-eenheid�
Gebruik een alternatieve modus
of instellingen op de
HF-generator met een lagere
piekspanning (pV)�
Zie de gebruiksaanwijzing van de
weergave-eenheid�
Trek de endoscoop terug en sluit
een nieuwe endoscoop aan�
Zie de gebruiksaanwijzing van de
weergave-eenheid�
Trek de endoscoop terug en sluit
een nieuwe endoscoop aan�
Trek de endoscoop terug en sluit
een nieuwe endoscoop aan�