met de MedStream control unit wanneer het infusieprogramma is gestopt.
Neem contact op met de plaatselijke Codman-vertegenwoordiger als de
arts niet in staat is de pomp opnieuw te starten na een MRI. Zie voor meer
informatie Veiligheidsinformatie over magnetische kernspinresonantie
(MRI-beeldvorming), pagina 76.
•
Gebruik uitsluitend accessoires van Codman in combinatie met de
MedStream pomp; anders zou beschadiging van de pomp of disfunctioneren
van het systeem kunnen optreden.
•
Volg de bij het product geleverde instructies op voor de eerste preparaties
van de pomp, voor het implanteren, de eerste vulling, het programmeren, het
navullen en het afgeven van een bolus (geïnjecteerd of geprogrammeerd).
Deze handelingen dienen uitsluitend te worden uitgevoerd door bevoegd
medisch personeel. Onjuist gebruik van geïmplanteerde programmeerbare
infuuspompen kan leiden tot onder- of overdosering van geneesmiddelen.
•
Controleer, alvorens de incisies te sluiten, of de centrale poort en de
boluspoort van de geïmplanteerde pomp kunnen worden gepalpeerd, of de
katheter(s) niet kan (kunnen) verdraaien of afknikken en of de katheter(s) de
toegang tot de centrale poort en de boluspoort niet kan (kunnen) belemmeren.
•
Als het pompalarm afgaat, moet onmiddellijk onderzoek worden
ingesteld. Ledig het pompreservoir onmiddellijk als de foutmelding
"storing pomphardware (X)" verschijnt. Dit kan overdosering van het
geneesmiddel veroorzaken.
Waarschuwingen m.b.t. het vullen van de pomp
•
Lucht in het reservoir van de pomp kan ervoor zorgen dat de infusiesnelheid
de geprogrammeerde snelheid overschrijdt. Dat kan leiden tot een overdosis
van het medicijn. Alle lucht in de injectiespuiten voor medicijnen en het
vulgedeelte dient zorgvuldig te worden verwijderd voordat het pompreservoir
wordt gevuld. Zorg ervoor dat alle vulcomponenten zijn geprimed met vloeistof
en controleer met het blote oog of er geen luchtbellen in het vulgedeelte zitten
voordat u het pompreservoir gaat vullen.
•
Overvul het reservoir niet. Verifieer de reservoircapaciteit alvorens de pomp
te vullen. Ledig het pompreservoir geheel alvorens de pomp opnieuw te
vullen. Door overvulling kan overmatige infusie optreden; dit kan leiden tot
overdosering van het geneesmiddel of beschadiging van de pomp.
•
Gebruik uitsluitend de bij de MedStream navulset geleverde naald
voor het navullen van het geneesmiddelreservoir. Deze naald is speciaal
ontworpen voor gebruik met deze pomp. Het gebruik van andere naalden
kan beschadiging van de centrale poort veroorzaken of een juiste toediening
van de oplossing verhinderen.
Waarschuwingen m.b.t. de boluspoort
•
Voer de volgende stappen uit om fouten tijdens handmatige afgifte van
een bolusdosis te voorkomen. Doordat er zich een aanzienlijke hoeveelheid
van het geneesmiddel in de boluspoort, de pompkatheter en de intraspinale
katheter kan bevinden, kan het nalaten van deze stappen overdosering van
het geneesmiddel veroorzaken.
Bepaal de locaties van de centrale poort en van de boluspoort.
Gebruik voor het verkrijgen van toegang tot de boluspoort de daarvoor
bedoelde bolusnaald die deel uitmaakt van de MedStream bolusset.
Aspireer vloeistof uit de boluspoort, zodat u er zeker van bent dat
het geneesmiddel is verwijderd. Raadpleeg de conversiegegevens
voor de katheterlengte in het hoofdstuk Technische specificaties.
Waarschuwingen m.b.t. geneesmiddelen
•
Meng geen geneesmiddelen. De effecten van het mengen
van geneesmiddelen in de pomp zijn niet bekend.
•
Gebruik de MedStream pomp uitsluitend voor toediening van de
in paragraaf Indicaties vermelde geneesmiddelen en oplosmiddel.
Indien niet-compatibele of besmette (niet in de specificatie vermelde)
geneesmiddeloplossingen worden gebruikt, kan de stroomrestrictiechip
van de pomp worden beschadigd en kan de infusiesnelheid te hoog of
te laag worden. Dit kan ernstige complicaties tot gevolg hebben, zoals
overdosering, recidive van onderliggende symptomen of overlijden.
•
Codman heeft onderzoeken uitgevoerd waarin neerslag van morfinesulfaat
voor intrathecale injectie bij verschillende pH-waarden is geëvalueerd.
Op basis van deze onderzoeken wordt gebruik van conserveermiddelvrije
morfinesulfaatoplossingen met een pH hoger dan 6,5 niet aanbevolen
voor deze pompen. In het bijzonder is geconstateerd dat morfinesul-
faatoplossingen met een hoge concentratie (>10 mg/ml) gevoeliger voor
neerslag kunnen zijn wanneer de pH van het geneesmiddel op of nabij de
bovengrens voor pH ligt die gespecificeerd is in de USP-vereisten voor dit
geneesmiddel (d.w.z. een pH van 6,5 of bijna 6,5). Controleer de pH van het
conserveermiddelvrije oplosmiddel voor injectie natriumchloride 0,9 % om er
zeker van te zijn dat het oplosmiddel de pH van de uiteindelijke, in de pompen
te plaatsen geneesmiddeloplossing niet in ongunstige zin verhoogt. Observeer
de mengsels op aanwijzingen van neerslagvorming voordat ze in de pompen
worden geplaatst. Bovenstaande is in het bijzonder van belang wanneer
morfinesulfaat met een hoge concentratie in de pomp wordt gebruikt.
75