Console voor het HeartLight X3-systeem
15. In de handmatige modus moet in de meeste gevallen als startdosis 8,5 W gedurende 20 seconden
worden gebruikt. In de RAPID-modus moet 13 W RAPID worden gebruikt als equivalente
startdosis. Het vermogen kan naar goeddunken van de arts worden verlaagd of verhoogd.
In het algemeen moet minder energie worden gebruikt:
wanneer de positie van de laesiegenerator meer distaal is,
wanneer de ballongrootte kleiner is, of
wanneer de stip van de richtbundel er kleiner uitziet.
16. De beschikbare doseringen staan vermeld in de onderstaande tabel. De console geeft een
combinatie van vermogen en tijd weer op basis van een van de hieronder vermelde selecties.
Toepassing
Weefsel en bewegend bloed.
Gebruiken als er een
mogelijkheid van bewegend
bloed bestaat
Wanneer de gebruiker voor
weefsel een lagere dosis wenst,
bijvoorbeeld om een te hoge
stijging van de oesofageale
temperatuur te vermijden
Alleen weefsel
Alleen weefsel
Aanbevolen startdosis
Alleen weefsel
Gebieden met mogelijk
dikker weefsel
Alleen weefsel
Gebieden met mogelijk
dikker weefsel
Alleen weefsel
Gebieden met mogelijk
dikker weefsel
© CardioFocus
06-4955 - NL
Tabel 8-1: Beschikbare ablatie-instellingen.
Handmatige modus
Vermogen
(watt)
5,5 W
5,5 W
7,0 W
8,5 W
10 W
12 W
8,5 W
Pagina 90 van 155
Dosis
Tijd
(seconden)
Geen equivalente dosis,
30 sec
Gebruik handmatige modus
Geen equivalente dosis,
30 sec
Gebruik handmatige modus
Geen equivalente dosis,
30 sec
Gebruik handmatige modus
20 sec
20 sec
Geen equivalente dosis,
20 sec
Gebruik handmatige modus
Geen equivalente dosis,
30 sec
Gebruik handmatige modus
Bedienings- en onderhoudshandleiding
RAPID-modus
Equivalente dosis
Vermogen (watt)
13 W RAPID
15 W RAPID
ECN-4577
Rev D