Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Console voor het HeartLight X3-systeem
7.9 D
E BALLONKATHETER INBRENGEN
1. Sluit de slangenset van een zak met zoutoplossing en irrigatiespuit (60 ml) aan op de
afsluitkraanpoorten op de irrigatieleiding van de buigbare huls.
2. Open de rolklep op de slangenset voor zoutoplossing en spoel de huls met gehepariniseerde
zoutoplossing onder een druk van 300 mmHg om de huls te ontluchten.
3. Houd een spuit van 60 ml en de zijpoort van de buigbare huls verticaal, zuig vloeistof uit de huls in
de spuit en injecteer deze weer terug om eventueel overgebleven lucht te verwijderen. Voer deze
ontluchtingsprocedure tweemaal uit voordat u de afsluitkraan dichtdraait. Houd gedurende de hele
procedure de zijpoort van de buigbare huls in de verticale stand.
4. Duw de balloninbrenger terug, vul de ballon en dompel beide onder in een bad met steriele
zoutoplossing. Zorg er hierbij voor dat alle bellen aan het oppervlak van de ballon en binnen in de
inbrenger verdwijnen.
5. Leeg de ballon en rol hem op terwijl hij zich nog in de zoutoplossing bevindt. Schuif vervolgens
de balloninbrenghuls over de ballon en controleer of er geen luchtbellen zijn ingesloten tussen
de opgerolde ballon en de inbrenghuls. Verwijder eventuele ingesloten lucht door de ballon
gedeeltelijk uit de inbrenghuls te trekken, zodat de lucht kan ontsnappen.
6. Open de rolklep volledig zodat de gehepariniseerde zoutoplossing er onder druk (300 mmHg)
door kan stromen. Verwijder vervolgens de ballon en de inbrenghuls uit het bad met zoutoplossing.
Houd hierbij het distale uiteinde omlaag gericht, zodat binnen de balloninbrenger een waterkolom in
stand wordt gehouden.
7. Steek het distale uiteinde van de balloninbrenger door de hemostaseklep en laat de gehepariniseerde
zoutoplossing uit de huls terugstromen in de balloninbrenger, totdat bij het proximale uiteinde van de
balloninbrenger druppels zichtbaar zijn.
Opmerking: zorg dat u het spitse distale uiteinde van de balloninbrenger in het
midden van de rubberen hemostaseklepschijf inbrengt en niet aan de rand van
de schijf. Als het spitse uiteinde van de balloninbrenger aan de rand van de
schijf wordt ingebracht, kan de klep losraken en gaan lekken.
8. Voer de ballonkatheter zo ver op door de balloninbrenger, dat de ballon zich voorbij de hemostaseklep
bevindt.
9. Trek de balloninbrenger terug uit de hemostaseklep.
10. Voer de katheter zo ver als nodig op door de huls om de katheter zoals gewenst in het linkeratrium
te positioneren.
Waarschuwing: voer de buigbare huls niet op in de venae pulmonales; dit kan leiden tot
letsel of ernstige complicaties.
Let op: voer de katheter niet op zonder druppelinfuus van gehepariniseerde zoutoplossing,
anders kan er een zuigkracht ontstaan die leidt tot het binnendringen van lucht in de huls.
Zolang het hulpmiddel zich in het vat bevindt, dient u een continu druppelinfuus van
gehepariniseerde zoutoplossing in stand te houden.
Waarschuwing: voordat de buigbare huls wordt verwijderd, moet het buigingsmechanisme
in de ongebogen stand worden gezet. Controleer vóór verwijdering met behulp van
fluorescopie of de huls zich in de ongebogen stand bevindt. Als u dit niet doet, kan dit letsel
bij de patiënt tot gevolg hebben.
Waarschuwing: probeer de buigbare huls niet terug te trekken door het septum voordat u
het buigingsmechanisme in de ongebogen stand hebt gezet.
© CardioFocus
06-4955 - NL
Pagina 79 van 155
Bedienings- en onderhoudshandleiding
ECN-4577
Rev D
