6.2.4.1.3
Toegang op afstand (REMOTE ACCESS [TOEGANG OP AFSTAND])
U kunt toegang op afstand naar en besturing van de ontvangers van de huisautomatiseringbesturing in- en uitschakelen.
Voorbeeld: Als de ontvanger van de huisautomatiseringbesturing op een koffiezetapparaat is aangesloten en de toegang op
afstand wordt ingeschakeld, dan zal het koffiezetapparaat via de online GlobalGuard-software of via de GlobalGuard app
inschakelen.
Opmerking: Zet als het op de ontvanger van de huisautomatiseringbesturing aangesloten apparaat tijdens bedrijf uw aandacht
vereist de toegang op afstand op 'OFF' [UIT].
6.2.4.1.4
Modeltype (MODEL TYPE [MODELTYPE])
U kunt het modeltype voor de huisautomatiseringbesturing instellen.
6.2.4.1.5
Status van de huisautomatiseringbesturing (CONT. STATUS [BESTURINGSSTATUS])
U kunt de werking van de ontvanger van de huisautomatiseringbesturing in- en uitschakelen.
6.2.4.1.6
De huisautomatiseringbesturing wissen (CONT. REMOVE [BESTURING VERWIJDEREN])
U kunt de instellingen van de ontvanger van de huisautomatiseringbesturing van het bedieningspaneel wissen.
6.2.4.2
Huisautomatiseringbesturing instellen (type zender van apparaten]
(HOME AUTO. REMOTE/SENSOR [HUIS AUTO. OP AFSTAND/SENSOR])
De mogelijkheid betreft uitsluitend het gebruik van het zendertype van apparaten.
6.2.4.2.1
De zender inleren (LEARNING ID [ID INLEREN])
Het bedieningspaneel kan maximaal 32 zenders voor huisautomatiseringbesturing inleren.
Houd de inleerknop op de zender 3 seconden ingedrukt.
Bericht
LEARNING OK [INLEREN OK]
TIME OUT [TIME-OUT]
ID DUPLICATE [DUBBELE ID]
6.2.4.2.2
Apparaatstatus (DEVICE STATUS [APPARAATSTATUS])
U kunt de werking van de zender van de huisautomatiseringbesturing in- en uitschakelen.
6.2.4.2.3
Het apparaat wissen (DEVICE REMOVE) [APPARAAT VERWIJDEREN]
U kunt de instellingen van de zender van de huisautomatiseringbesturing van het bedieningspaneel wissen.
6.2.5
Communicatieapparaat instellen (COMMS)
De mogelijkheid betreft uitsluitend het gebruik van het type zender/ontvanger van apparaten. Het type zender/ontvanger van
apparaten wordt gebruikt om met het bedieningspaneel te communiceren om toegang op afstand, besturing en configuratie
mogelijk te maken.
Opmerking: De geleverde IP-gateway, die vooraf aan het bedieningspaneel is gekoppeld, is een voorbeeld van een
communicatieapparaat.
PROGRAM MODE
5. COMMS
[PROGRAMMEERMODUS]
[COMMUNICATIE]
Het bedieningspaneel heeft de id-code met succes ingeleerd.
Als u de inleerknop op de zender niet binnen 30 seconden indrukt, vindt een time-out plaats.
Het bedieningspaneel heeft dezelfde id-code al eerder ingeleerd.
5-1 COMMS SETUP
INPUT (01-12) C DEVICE NO.
[COMMUNICATIE
[COMM. APPARAATNR.
INSTELLEN]
INVOEREN (01-12)]
Betekenis
:1 MODEL TYPE
[MODELTYPE]
:2 LEARNING ID
[ID INLEREN]
:3 DEVICE STATUS
[APPARAATSTATUS]
:4 DEVICE REMOVE
[APPARAAT VERWIJDEREN]
88
WAIT LEARNING...
[WACHT OP INLEREN...]
SELECT ON>* / OFF>#
[SELECTEER AAN>* /
UIT>#]
SELECT YES>*/ NO>#
[SELECTEER JA>* / NEE>#]