Gebruikershandleiding RF-generatorunit CS-3000
Instelling Time (Tijdsduur) (3)
Time (Tijdsduur) is vooraf ingesteld en wordt bij aansluiting van een coagulatiehulpmiddel
door de generator vastgesteld. De duur van energieafgifte wordt aan de hand van de
ingestelde waarde voor Time (Tijdsduur) bepaald, tenzij er een fout wordt gedetecteerd of
de gebruiker de verzending van RF-energie handmatig stopt. Time (Tijdsduur) wordt met
behulp van de pijltoetsen omhoog en omlaag in stappen van 1 seconden tussen 0 en 150
seconden ingesteld.
Verstreken Time (Tijdsduur) (5)
De verstreken tijdsduur voor energieafgifte vervangt de ingestelde waarde voor Time
(Tijdsduur) op het grafische display zodra de RF-energie wordt geactiveerd.
Meldingslampje Error (fout) (7)
Het LED-lampje Error (fout) gaat branden als er zich in het systeem intern een probleem
voordoet dat de werking van de generator verhindert. Dit kan onder andere een zelftestfout,
onjuiste aansluiting of instelling, waarschuwing voor overmatige verwarming of storing in het
systeem zijn. De generator levert geen vermogen als het LED-lampje Error (fout) brandt
(raadpleeg hoofdstuk 6: Problemen oplossen).
Knop Mode (modus) (4)
De knop Mode (modus) wordt gebruikt om de bedrijfsmodus tussen Standby (stand-by),
Power Control (vermogensregeling) of Diagnostic Evaluation (diagnostische evaluatie) te
wisselen. Als tijdens toediening van RF-energie de knop Mode (modus) wordt ingedrukt,
wordt dit door het systeem genegeerd.
Knop RF ON/OFF (RF AAN/UIT) (1)
De knop RF ON/OFF (RF AAN/UIT) en het voetpedaal werken gelijktijdig (zie beschrijving
voetpedaal). De werking van de RF-generator wordt tijdens de modus Power Control
(vermogensregeling) met de knop RF ON/OFF (RF AAN/UIT) geregeld door de uitzending
van RF-energie op te starten of te beëindigen.
Meldingslampje RF ON/OFF (RF AAN/UIT) (8)
Het meldingslampje RF ON/OFF (RF AAN/UIT) gaat branden als er RF-energie wordt
uitgezonden. Uitzending van RF-energie omvat onder andere de periodieke afgifte van
energie om impedantie te meten, zelfs als de RF-generator niet geactiveerd is. Als de
RF-energie echter op het vermogensniveau wordt uitgezonden waarbij mogelijk coagulatie
plaatsvindt, brandt het meldingslampje RF ON/OFF (RF AAN/UIT) continu.
Aansluitingen
Connectoren op het voorpaneel
De connectoren van het voetpedaal, de RF-coagulatiekabel voor het hulpmiddel, de
neutrale, dispersieve elektrode en de diagnostische poort voor sensorkabel CSK-2010
kunnen aan accessoirehulpmiddelen worden gekoppeld.
Voetpedaal (11)
Druk het voetpedaal in om de afgifte van RF-energie te starten. Druk het voetpedaal
opnieuw in om de energieafgifte te eindigen en de Time (Tijdsduur) tijdens bedrijf opnieuw
in te stellen.
Neutrale, dispersieve elektrode (10)
De neutrale, dispersieve elektrode vormt een traject waarlangs de elektrische stroom door
de patiënt en terug naar de generator kan stromen. Het is van belang om de neutrale,
dispersieve elektrode volgens de instructies van de fabrikant aan de patiënt te bevestigen
(raadpleeg "Assemblage en gebruik"). De neutrale, dispersieve elektrode is uitsluitend voor
eenmalig gebruik bestemd.
Aansluiting sensorkabel (12)
De sensorkabelinterface ('diagnostische' generatorpoort) zorgt ervoor dat de
sensorelektroden van het EPi-Sense-hulpmiddel met behulp van de CSK-2010-kabel op de
externe EP Sensing (EKG)-apparatuur kan worden aangesloten.
RF-coagulatiekabel voor het hulpmiddel (9)
De coagulatiehulpmiddelen en RF-coagulatiekabel worden uitsluitend door AtriCure
gefabriceerd voor gebruik met de RF-generatorunit model CS-3000. Raadpleeg de
onderstaande afbeeldingen (5 en 6) voor de juiste assemblage.
Assemblage hulpmiddelen CSK-type, CSK-2000-kabel en RF-generator
Raadpleeg de onderstaande afbeelding voor de juiste assemblage van de CSK-
hulpmiddelen met de CSK-2000-kabel en de CS-3000-generator.
AtriCure, Inc.
Afbeelding 5. Assemblage hulpmiddelen CSK-type, CSK-2000-kabel en RF-
generator
Assemblage hulpmiddelen CDK-type, CSK-2030 of CSK-2010, CSK-2000-
kabel en RF-generator
Raadpleeg de onderstaande tekening voor de juiste assemblage van de CDK-hulpmiddelen
met de CSK-2000-kabel, CSK-2030- of CSK-2010-kabel en de CS-3000-generator.
Afbeelding 6A. Assemblage hulpmiddelen CDK-type, CSK-2000, CSK-2030
met een aangegoten juk en RF-generator
Afbeelding 6B. Assemblage hulpmiddelen CDK-type, CSK-2000, CSK-2030
met behuizing en RF-generator
Opmerking: Bijschrift pinnen CSK-2010 en CSK-2030 is hetzelfde
D1 = distale elektrode 1 = omhulde pin nr. 1; P1 = proximale elektrode 1 = omhulde pin nr. 3;
D2 = distale elektrode 2 = omhulde pin nr. 2; P2 = proximale elektrode 2 = omhulde pin nr. 4
LBL-2123 Rev. F
Pagina 22 / 94