12
NL
8. ONDERHOUD EN OPSLAG
Een correct onderhoud is fundamenteel om in de tijd
de oorspronkelijke efficiëntie en gebruiksveiligheid
van de machine in stand te houden.
LET OP!
– Haal de kap van de bougie.
– Wacht tot de motor voldoende afgekoeld is.
– Gebruik werkhandschoenen voor het hanteren
van het blad en de ketting.
– Houd de bladbeschermingen op hun plaats, ten-
zij aan het blad zelf of aan de ketting gewerkt
moet worden.
– De olie, benzine of andere vervuilende materia-
len niet in het milieu gooien.
CILINDER EN GELUIDSDEMPER
Om brandgevaar te beperken, worden de vleugels van
de cilinder regelmatig gereinigd met perslucht en
wordt de zone van de geluidsdemper vrijgemaakt van
zaagsel, takjes, bladeren of ander afval.
STARTGROEP
Om oververhitting en schade aan de motor te voorko-
men, moeten de roosters voor de aanzuiging van de
koellucht altijd schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn .
Het starttouw moet vervangen worden bij de eerste
tekenen van slijtage.
KOPPELINGSGROEP
Houd het deksel van de koppeling vrij van zaagsel en
vuil. Ongeveer elke 30 uren moet het intern lager
gesmeerd worden bij uw Verkoper.
REM KETTING
Controleer regelmatig de efficiëntie van de kettingrem
en of de metalen band die het deksel van de koppe-
ling omgeeft niet beschadigd is.
Tijdens het onderhoud:
ONDERHOUD EN OPSLAG
De band moet vervangen worden wanneer de dikte
aan de contactpunten met het deksel van de koppe-
ling ongeveer de helft geworden is ten opzichte van de
twee uiteinden, die niet onderhevig zijn aan wrijving.
KETTINGWIEL (Fig. 22)
Controleer regelmatig de staat van het kettingwiel en
vervang het wanneer het meer dan 0,5 mm versleten
is.
Monteer geen nieuwe ketting op een versleten wiel en
omgekeerd.
PIN VERGRENDELING KETTING
Deze pin is heel belangrijk voor de veiligheid, omdat
hij voorkomt dat de ketting ongecontroleerde bewe-
gingen maakt in geval van een breuk of loszittende
ketting.
Controleer regelmatig de staat van de pin en vervang
hem indien hij beschadigd is.
BEVESTIGINGEN
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren
goed aangezet zijn en of de handgrepen stevig vast-
zitten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Fig. 23)
BELANGRIJK
filter gereinigd wordt, voor de goede werking en de
levensduur van de machine. Werk nooit zonder filter of
met een beschadigde filter, om geen onherroepelijke
schade toe te brengen aan de motor.
De reiniging wordt uitgevoerd elke 8-10 werkuren.
Om de filter te reinigen:
– Verwijder het deksel (1), en het filterelement (2).
– Klop voorzichtig op het filterelement (2) om het vuil
te verwijderen en reinig zo nodig met perslucht bij
lage druk.
BELANGRIJK
gewassen worden en wordt vervangen wanneer het te
vuil of beschadigd is.
Het is essentieel dat de lucht-
Het filterelement (2) mag nooit