GGP ITALY SP 375 Manual De Instrucciones página 111

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 81
GEBRUIK VAN DE MACHINE
LET OP!
wanneer de ketting zich tijdens het werk blokkeert.
Let altijd op voor mogelijke terugslagen (kickback)
wanneer het blad in contact komt met een hinder-
nis.
• Een boom snoeien (Afb. 13)
LET OP!
waarin de takken zullen vallen vrij is.
1. Ga aan de zijde tegenover de af te zagen tak staan.
2. Begin met de laagste takken en werk zo naar de ho-
gere takken toe.
3. Zaag van boven naar beneden, om te voorkomen dat
het blad vastraakt.
• Een boom vellen (Afb. 14)
LET OP!
werkt stroomopwaarts van de boom. Zorg ervoor
dat de gevelde stam geen schade kan veroorzaken
bij het naar beneden rollen.
1. Bepaal de valrichting van de boom rekenig houdend
met de wind, de helling van de plant, de positie van
de zwaarste takken, het gemakkelijk werken na het
vellen, enz.
2. Maak de zone rond de boom vrij en zorg voor een
goede steunplaats voor de voeten.
3. Voorzie gepaste vluchtwegen, vrij van hindernissen;
de vluchtwegen moeten zich op ongeveer 45° in de
richting tegenover de valrichting van de boom bevin-
den en een snelle vlucht van de bediener naar een
veilige plaats mogelijk maken. Deze veilige plaats
moet op een afstand liggen die 2,5 keer de hoogte
van de te vellen boom bedraagt.
4. Breng aan de valzijde een inkeping aan met een
diepte gelijk aan een derde van de doorsnede van de
stam.
5. Zaag de stam aan de tegenoverliggende zijde, iets
boven de punt van de inkeping en laat een "scharnier"
(1) van ongeveer 5-10 cm vrij.
6. Zonder het blad te verwijderen, wordt de breedte
van de scharnier geleidelijk aan kleiner gemaakt, tot
de boom omvalt.
7. In bijzondere situaties of bij een schaarse stabiliteit,
kan het vellen voltooid worden door twee wiggen (2)
aan de zijde tegenover de valzijde aan te brengen en
met een hamer op de wiggen te kloppen tot de boom
omvalt.
Leg de motor onmiddellijk stil
Zorg ervoor dat de zone
Op hellingen wordt altijd ge-
• Snoeien na het vellen (Afb. 15)
LET OP!
de tak op de grond, aan de mogelijkheid dat die in
spanning staat, aan de richting die de tak kan aan-
nemen tijdens het zagen en aan de mogelijke in-
stabiliteit van de boom na het afzagen van de tak.
1. Neem de richting waar waarin de tak in de stam zit.
2. Begin te zagen aan de plooizijde en maak het werk af
aan de tegenoverliggende zijde.
• Een stam doorzagen (Afb. 16)
Het doorzagen van een stam wordt vergemakkelijkt door
het gebruik van de pal.
1. Steek de pal in de stam, voer een hefboomkracht uit
op de pal en laat de kettingzaag een boogvormige be-
weging maken zodat het blad in het hout kan dringen.
2. Herhaal de handeling meerdere keren indien nodig,
door het steunpunt van de pal te verplaatsen.
• Een stam doorzagen op de grond (Afb. 17)
Zaag tot ongeveer halverwege de diameter, rol de stam
en maak het werk af aan de tegenoverliggende zijde.
• Een opgetilde stam doorzagen (Afb. 18)
1. Indien het zagen na de steunpunten (A) plaatsvindt,
zaag dan tot een derde van de diameter onderaan en
maak het werk af bovenaan.
2. Indien gezaagd wordt tussen twee steunpunten (B),
zaag dan tot een derde van de diameter bovenaan en
maak het werk af langs onder.
3. NA HET WERKEN
Na het werken:
– Schakel de motor uit zoals eerder aangegeven
(Hoofdstuk 6).
– Wacht tot de ketting tot stilstand gekomen is en laat de
machine afkoelen.
– Draai de bevestigingsbouten van de staaf los om de
spanning van de ketting te verminderen.
– Verwijder alle sporen van zaagsel of olieresten van de
ketting.
NL
Let op de steunpunten van
13
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido