4
NL
SIMBOLI ESPLICATIVI SULLA MACCHINA (se presenti)
11
12
13
14
15
16
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOORZIEN GEBRUIK / ONEIGENLIJK GEBRUIK
Gebruik de machine alleen voor het doel waartoe het bestemd is,
m.a.w. "het vellen, het verzagen en snoeien van bomen met af-
metingen in verhouding tot de lengte van het kettingblad" of
houten voorwerpen met gelijkaardige eigenschappen. Elk ander doel
waarvoor de machine wordt gebruikt kan gevaarlijk zijn en zou de ma-
chine kunnen beschadigen.
De volgende situaties behoren tot het oneigenlijk gebruik (bijvoor-
beeld, maar niet uitsluitend):
– Hagen bijschoeien
– snijwerken
– doorsnijden van banken, kisten en verpakkingen in het algemeen
– doorsnijden van meubelen of andere voorwerpen die nagels, vijzen
of andere metalen onderdelen kunnen bevatten
– slachterswerken uitvoeren
– de machine gebruiken als hefboom om voorwerpen op te tillen, te
verplaatsen of door te breken;
– de machine gebruiken wanneer ze op vaste steunen geblokkeerd
is.
De kettingzaag niet gebruiken voor het zagen van plastic, bouwma-
teriaal of ander materiaal dan hout. Het gebruik van de kettingzaag
voor andere doeleinden dan waarvoor hij bedoeld is, kan leiden tot ge-
vaarlijke situaties.
A) VERTROUWD RAKEN
1) Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig. Zorg dat u ver-
trouwd raakt met de bedieningsknoppen en in staat bent de machine
op de juiste wijze te gebruiken. Leer de motor snel af te zetten.
2) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinderen of door
personen die niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen. De leeftijd
van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn.
3) De machine dient niet door meer dan één persoon gebruikt te wor-
den.
SYMBOLEN / VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
11) Brandstofreservoir
12) Oliereservoir ketting en regelaar oliepomp
13) Regelingen van de carburator
L
= regeling brandstof lage snelheid
H
= regeling brandstof hoge snelheid
T
= regeling van het minimumtoerental
14) Chokeknop (Starter)
15) Knop voorinspuiting (Primer)
16) Kettingrem (het symbool
de positie aan waarin de rem vrijgegeven wordt)
4) Gebruik de machine in geen geval:
– als er personen, in het bijzonder kinderen of dieren in de buurt zijn;
– indien de gebruiker moe is, zich niet fit voelt of geneesmiddelen,
drugs, alcohol of schadelijke stoffen ingenomen heeft die zijn re-
actievermogen en aandacht kunnen verminderen;
– indien de gebruiker niet in staat is om de machine stevig vast te hou-
den met beide handen en/of tijdens het werk niet in evenwicht en
stevig op beide voeten kan staan.
5) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebrui-
ker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen
die personen of hun eigendommen kunnen overkomen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Tijdens het werken moet gepaste kledij gedragen worden die
de gebruiker niet hindert in zijn bewegingen.
– Draag aansluitende en beschermende kledij die bestand is tegen
sneden.
– Draag een helm, werkhandschoenen, een veiligheidsbril, een stof-
maskertje en veiligheidsschoeisel met een antislipzool.
– Gebruik de oorbeschermers.
– Draag geen sjaal, hemd, halsketting of andere hangende of ruime
accessoires die gegrepen kunnen worden door de machine of
voorwerpen en materiaal aanwezig op de werkplaats.
– Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
2) PGELET: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar:
– bewaar de brandstof in gepaste recipiënten die geschikt zijn voor
dit gebruik;
– rook niet wanneer de brandstof gehanteerd wordt;
– open de dop van het reservoir langzaam om de interne druk gelei-
delijk aan af te laten;
– vul benzine alleen bij in de open lucht en gebruik hiervoor een trech-
ter;
– giet de brandstof in het reservoir vóórdat u de motor aanzet: als de
motor aanstaat of warm is mag u geen brandstof toevoegen
geeft