nl - Vertaling vanuit het origineel
9. Wacht totdat het beton goed is uitgehard en stel
de onderplaat daarna waterpas.
10. Draai de bouten in de ondergrond gelijkmatig en
stevig aan.
Opmerking:
• Voor onderplaten wordt aanbevolen om ze met
beton te vullen dat nauwelijks krimpt.
• Als de overdracht van trillingen storend is, dient u
trillingsdempende steunen tussen de pomp en de
fundering te plaatsen.
Monteer de pomp op een onderstel
Controleer of aan de volgende punten wordt vol-
daan:
• Een stevig onderstel dat niet beweegt of trilt tij-
dens werking (resonantie).
• De bevestigingsoppervlakken van de pompvoe-
ten en de motor op het onderstel moeten egaal
zijn (bewerkt wordt aanbevolen).
• De pomp en de motor moeten gegarandeerd ge-
borgd zijn.
• Afhankelijk van de gebruikte koppeling moet vol-
doende ruimte tussen de pomp en de motoras
gehandhaafd blijven.
• Tussen de pomp en het onderstel moeten vol-
doende vulstukken geplaatst zijn zodat in geval
van vervanging dezelfde hoogte tussen de on-
derkant en de middenlijn kan worden ingesteld
(aanbevolen verticale afstelling 4-6 mm).
4.3.2 Controlelijst voor leidingen
Controleer of de installatie aan de volgende punten
voldoet:
• De aanzuigliftleiding is aangelegd met een omh-
oog lopende helling, bij de positieve aanzuig-
hoofdleiding met een aflopende helling richting
de pomp.
• De nominale diameters van de leidingen zijn min-
stens gelijk aan de nominale diameters van de
pompaansluitingen.
• De leidingen zijn dichtbij de pomp vastgezet en
aangesloten zonder druk of spanning over te
brengen.
VOORZICHTIG:
Lasranden, aanslag en andere onzuiver-
heden in de leidingen beschadigen de
pomp.
• Zorg dat de leidingen vrij zijn van onzuiverheden.
• Installeer zo nodig een filter.
4.3.3 Afstellen van de koppeling
Na montage op het onderstel en het aansluiten van
de leidingen moet de koppeling opnieuw worden af-
gesteld, zelfs wanneer de installatie als geheel op
het onderstel gemonteerd wordt.
Koppelingsbescherming verwijderen
Type "Gaas"
Voor informatie zie
Afbeelding 17
1. Schroef de bevestigingsmaterialen (2) los.
2. Open de tilbeveiliging (1).
– Draai de schroeven, borgringen en moeren
niet los.
Type "Shell"
86
op pagina 400.
Voor informatie zie
Afbeelding 18
1. Schroef de bevestigingsmaterialen los — zijkant
(5).
2. Schroef de bevestigingsmaterialen los — bo-
venkant (3).
3. Verwijder de koppelingbeveiliging — bovenste
helft (1).
4. Schroef de bevestigingsmaterialen los — onder-
kant (4).
5. Verwijder de koppelingsbeveiliging — onderste
helft (2).
6. Open de steun/stelring (6) en til deze omhoog.
Uitlijnen
Voor informatie zie
Afbeelding 19
1. Draai de schroeven van de steun en de pomp-
standaard los.
2. Plaats de meetlat (1) axiaal op beide helften
van de koppeling.
3. Laat de meetlat (1) in deze positie en draai de
koppeling handmatig.
– De koppeling is correct afgesteld als de af-
standen "a" en "b" ten opzichte van de be-
treffende assen op alle punten rondom de
omtrek dezelfde zijn.
– De radiale en axiale afwijking tussen de
twee koppeldelen mag tijdens stilstand, on-
der bedrijfstemperatuur en onder aanvoer-
druk niet de waarden overschrijden die door
de fabrikant zijn ingesteld.
4. Controleer met een meetinstrument (2) de af-
stand tussen de koppeldelen rondom de om-
trek.
– De koppeling is correct afgesteld als de af-
standen tussen de twee koppeldelen op alle
punten rondom de omtrek dezelfde zijn.
– De radiale en axiale afwijking tussen de
twee koppeldelen mag tijdens stilstand, on-
der bedrijfstemperatuur en onder aanvoer-
druk niet de waarden overschrijden die door
de fabrikant zijn ingesteld.
5. Draai de schroeven van de steun en de pomp-
standaard opnieuw vast zonder druk en span-
ning uit te oefenen.
Meetklokken kunnen gebruikt worden in plaats van
een liniaal en een diktemeter.
Neem voor vragen of informatie contact op met de
plaatselijke verkoop- en servicevertegenwoordiger.
OPMERKING: Controleer opnieuw de afstelling van
de koppeling tijdens bedrijfstemperaturen en onder
systeemdruk als dat mogelijk is en stel de afstelling
zo nodig opnieuw af. Zorg ervoor dat het apparaat
vrij gemakkelijk met de hand gedraaid kan worden.
Opmerking:
Een onjuiste afstelling van het apparaat kan leiden
tot schade aan de koppeling en het apparaat.
De koppelingsbescherming monteren
VOORZICHTIG:
Stel de pomp NOOIT in werking wanneer
de koppelingsbescherming niet correct is
gemonteerd.
Type "Gaas"
Voor informatie zie
Afbeelding 17
op pagina 402.
op pagina 405.
op pagina 400.