Tabel 5: Aanbevolen tussenafstanden
Deze tabel beschrijft de aanbevolen tussenafstanden tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur en dit apparaat.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving
waarin uitgestraalde RF-storing beheerst wordt. Gebruikers van dit apparaat
kunnen elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimale
tussenafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatie-
apparatuur (zenders) en het apparaat zoals hieronder vermeld, volgens het
maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Nominaal
maximaal
uitgangsver-
mogen
zender W
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders waarvan het maximale uitgangsvermogen hierboven niet vermeld
staat, kan de aanbevolen tussenafstand d in meters (m) worden geschat aan de
hand van de vergelijking voor de zenderfrequentie, waarbij P het nominale
maximale uitgangsvermogen van de zender is in watt (W) volgens de
zenderfabrikant.
OPMERKINGEN:
• Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de tussenafstand voor het hogere
frequentiebereik.
• Deze richtlijnen gelden niet voor alle situaties. De voortplanting van
elektromagnetische straling wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing
door structuren, voorwerpen en personen.
40
Tussenafstand voor zenderfrequentie
150 kHz tot
80 MHz
d
=
1 17 P
,
0,12
0,37
1,2
3,7
12
80 MHz tot
800 MHz tot 2,5 GHz
800 MHz
d
=
1 17 P
,
0,12
0,37
1,2
3,7
12
Technische informatie
d
=
2 33 P
,
0,23
0,74
2,3
7,4
23