Alarmsignalen en limieten
Alarmsignalen en limieten
Model 7500FO heeft akoestische en visuele alarmindicators die de
operator waarschuwen dat de patiënt onmiddellijke aandacht vereist of
dat er iets mis is met het apparaat.
Alarmsignalen met hoge prioriteit
Alarmsignalen met hoge prioriteit vereisen onmiddellijke aandacht voor
de patiënt. Ze omvatten alarmmeldingen over SpO
, polsfrequentie en
2
lage perfusie. Op model 7500FO worden alarmsignalen met hoge
prioriteit aangeduid door een snel knipperende, rode alarmbalk als de
alarmlimieten bereikt of overschreden worden. Daarnaast brandt in de
pulssterkte-staafgrafiek een rood segment om aan te geven dat de
perfusie laag is.
Alarmsignalen met hoge prioriteit klinken als volgt: drie pieptonen, pauze,
twee pieptonen en pauze van 10 seconden.
Alarmsignalen met middelmatige prioriteit
Alarmsignalen met middelmatige prioriteit wijzen op mogelijke problemen
met de apparatuur of andere, niet-levensbedreigende situaties. Op model
7500FO worden alarmsignalen met middelmatige prioriteit aangeduid
door een langzaam knipperende gele alarmbalk.
Alarmsignalen van middelmatige prioriteit worden in het geel
weergegeven op de alarmbalk en op andere desbetreffende lampjes en/
of displays, soms met weergave van een foutcode om de gebruiker te
helpen de oorzaak van de fout op te sporen.
Alarmsignalen van middelmatige prioriteit bestaan uit drie pieptonen en
een pauze van 25 seconden.
Bewakingsalarmsignalen
Bewakingsalarmsignalen zijn luide, constant piepende signalen met twee
toonhoogten die een hardware- of softwarestoring aanduiden. Als een
bewakingsalarm geactiveerd is, kunt u het stoppen door model 7500FO
uit te zetten. Verwijder de voeding en neem contact op met uw leverancier
of de klantenservice van NONIN als u een bewakingsalarm niet kunt
stoppen.
Informatietonen
Informatietonen geven belangrijke informatie. Het zijn meestal enkele
pieptonen of reeksen van drie pieptonen. Informatietonen omvatten de
opstart/initialisatietoon en de polsfrequentietoon (waarvan de toonhoogte
met de SpO
-waarden verandert: een hogere toonhoogte voor hogere
2
SpO
en lagere tonen voor een lagere SpO
).
2
2
21