instructies en richtlijnen van de fabrikant op te volgen die van toepassing zijn op het
endoscopische vloeistofbeheersysteem dat met de aScope Gastro wordt gebruikt.
Raadpleeg bij gebruik van apparaten van derden met de aScope Gastro altijd de
gebruiksaanwijzing die bij het apparaat van derden wordt geleverd.
Aansluiting op het insufflatie-/spoelsysteem 4
De aScope Gastro is ontworpen om te werken met een bron van CO₂ van medische
kwaliteit voor insufflatie. Sluit de aScope Gastro aan met behulp van een standaard
slangenset voor insufflatie-/spoelvloeistofbeheer voor eenmalig gebruik.
Teneinde patiëntonderzoeken of -ingrepen te kunnen uitvoeren, moeten alle
vloeistofcontainers (bv. fles met steriel water) correct en stevig zijn aangesloten om
morsen te voorkomen en zo een veilige werkomgeving te handhaven. Plaats de
containers op de aangewezen locaties en sluit ze aan volgens de instructies in dit
hoofdstuk. Houd er rekening mee dat voor elke nieuwe ingreep een nieuwe opvangpot/
fles met steriel water moet worden gebruikt.
•
Als de hulpapparatuur is ingeschakeld, schakel deze dan UIT.
•
Sluit de aansluitadapter van de vloeistofhouder aan op de aScope Gastro.
•
Controleer of de aansluitadapter van de vloeistofhouder goed past en niet kan
worden gedraaid.
•
Schakel de hulpapparatuur weer IN.
Aansluiting op het afzuigsysteem 5
Ongeacht de gekozen vacuümbron heeft de aScope Gastro de bron nodig om een
vacuüm te creëren, zodat de aScope Gastro normaal kan werken. Als niet wordt voldaan
aan de minimale vacuümvereisten, kan dit leiden tot een verminderde capaciteit bij het
verwijderen van patiëntafval en/of irrigatievloeistof.
•
Als de hulpapparatuur is ingeschakeld, schakel deze dan UIT.
•
Plaats het uiteinde van de afzuigslang stevig over de afzuigconnector op de
connector van de aScope Gastro.
•
Sluit het andere uiteinde van de afzuigslang van de afzuigconnector van de
aScope Gastro aan op het externe afzuigsysteem (bv. wandafzuiging of een
medische afzuigpomp).
•
Schakel de hulpapparatuur weer IN.
Aansluiting op het hulpwaterstraalsysteem 5
•
De aScope Gastro heeft een hulpwaterstraalaansluiting met een geïntegreerd
eenwegventiel om het risico op terugvloeien te beperken.
•
Als de hulpapparatuur is ingeschakeld, schakel deze dan UIT.
•
Sluit de hulpwaterslang eenvoudig aan op de hulpwaterinlaat van de
aScope Gastro-connector.
•
Controleer of de aansluitadapter van de vloeistofhouder goed past.
•
Schakel de hulpapparatuur weer IN.
4.4. Inspectie van het endoscoopsysteem
Het werkkanaal controleren 6
•
Controleer of de biopsieklep is aangesloten op de ingang van het werkkanaal.
•
Endoscopische instrumenten gekenmerkt voor gebruik met een werkkanaalgrootte
(binnendiameter) van 2,8 mm of minder zijn compatibel.
•
We kunnen niet garanderen dat endoscopische instrumenten die uitsluitend zijn
geselecteerd met dit werkkanaal, compatibel zijn met de aScope Gastro.
•
De compatibiliteit van geselecteerde endoscopische instrumenten moet voorafgaand
aan de procedure worden getest.
303