8.6 Bijzonderheden bij het gebruik
van twee kranen
Hijsbalk met twee ophangogen, ophangringen, e. a.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
• De kraanhaken moeten zijn afgestemd op de
ophangringen of ophangogen. In tabel 6.7 treft u een
overzicht aan van geschikte kraanhaken conform
DIN 15401.
• Let bij het hijsproces op de synchrone
slagbewegingen!
• Het zwaartepunt van de last moet precies onder
het midden van de hijsbalk zitten!
Aanwijzingen voor het bedienen van specifieke
modellen
8.6.1 De last moet aan beide kraanhaken zijn
aangeslagen en de kraanhaken moeten zijn geborgd.
Wanneer de last slechts aan één
haak wordt gehangen, kan de last
vallen. Dat kan leiden tot persoonlijk
letsel of tot materiële schade aan
machines.
GEVAAR
8.6.2 Controleer of bij alle slag- en andere verplaat-
singsbewegingen de beide kraanhaken zich synchroon
verplaatsen.
Wanneer één kraanhaak sneller
beweegt dan de andere, kan de last
vallen. Dat kan leiden tot persoonlijk
letsel of tot materiële schade aan
machines.
GEVAAR
PFEIFER-hijsbalken 01/2016 V 2.0 / Wijzigingen voorbehouden!
16
8.7 Bijzonderheden bij ophanging
met dubbele haken
Ophanging is geschikt voor dubbele haken conform
DIN 15402.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
• De kraanhaak moet zijn afgestemd op de
ophangringen.
Aanwijzingen voor het bedienen van specifieke
modellen
8.7.1 Beide ophangringen moeten aan de kraanhaken
zijn aangeslagen en worden geborgd.
Wanneer de last slechts aan één
ophangring wordt gehangen, kan de
last vallen. Dat kan leiden tot
persoonlijk letsel of tot materiële
schade aan machines.
GEVAAR
Wanneer tijdens het aanslaan en
ophijsen de vingers in de zone van
de ophanging zitten, bestaat het
risico op letsel aan vingers.
VOOR-
ZICHTIG