Het ICG-beeldvormingsmiddel is een steriele, in water oplosbare
tricarbocyaninekleurstof met een spectrale piekabsorptie op 800-810 nm in
bloedplasma of bloed. ICG bevat ten hoogste 5,0% natriumjodide. ICG moet
intraveneus worden toegediend.
Het steriel water voor injectie, pH van 5,0 tot 7,0 dat bij het ICG wordt geleverd,
wordt gebruikt voor het reconstrueren van het ICG.
Instructies voor de preparatie, hantering en toediening van het ICG-
beeldvormingsmiddel staan in dit hoofdstuk.
Opmerking: NOVADAQ distribueert geen ICG – ICG-beeldvormingsmiddel moet via de gewone
kanalen van het ziekenhuis worden aangeschaft.
De regelgeving met betrekking tot ICG verschilt per land. In bepaalde landen is
ICG niet geregistreerd voor gebruik als een farmaceutisch product. Neem contact
op met de plaatselijke distributeur voor meer informatie over de verkrijgbaarheid
van ICG op uw locatie.
WAARSCHUWING: Raadpleeg voorafgaand aan het gebruik de bijsluiter van het ICG.
Na intraveneuze injectie hecht ICG zich snel aan plasmaproteïnen, hoofdzakelijk
lipoproteïnen, naast een geringere en variabele hechting aan albumine (2-30% van
het totaal). Uit gelijktijdige schattingen van arterieel en veneus bloed is een
verwaarloosbare renale, perifere, pneumonale en cerebrospinale opname van het
ICG gebleken. ICG wordt vrijwel uitsluitend door de hepatische parenchymcellen
opgenomen van het plasma en wordt volledig afgegeven naar het gal. ICG
ondergaat geen significante enterohepatische recirculatie. ICG heeft een
halfwaardetijd van 2,5-3,0 minuten.
ICG bevat natriumjodide en moet door een risico op anafylaxie behoedzaam
worden gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis van allergie voor jodide of
jodidehoudende beeldvormingsmiddelen.
Gebruikershandleiding PINPOINT Endoscopic Fluorescence Imaging System
33