Eurosets TRILLY PAEDIATRIC AF Instrucciones De Uso página 132

Dispositivo de oxígeno para circulación extracorpórea en cardiocirugía
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 70
nl
oxygenatiemodule.
12) AFSLUITEN VENEUZE EN ARTERIËLE LIJNEN
Nadat werd gecontroleerd of geen lucht meer in
het circuit aanwezig is, de pomp stoppen en de
arteriële en veneuze lijnen blokkeren.
LET OP
• Gebruik de impulsstroom niet tijdens de
vulfase.
• Door plotse veranderingen van het debiet
tijdens de priming kan de lucht doorheen
het membraan in de bloedsomloop worden
getrokken.
• Controleer de correcte dosering van het
stollingsmiddel in het systeem vooraleer
met de bypass van start te gaan.
• EUROSETS
snelheidsregelaar van de pomp te gebruiken
om de arteriële stroom langzaam te
verminderen of te onderbreken.
• Gebruik de schakelaar voor het in-/
uitschakelen niet tot de snelheid van de
pomp nul is.
• Zet het systeem voor het verwarmen/koelen
niet af
• Als de cardioplegielijn is aangesloten
is, ervoor zorgen dat de lucht volledig is
verwijderd.
• Pas geen negatieve druk toe op de coronaire
uitlaat.
• Negatieve
bloedcompartiment kunnen gasvormige
micro-embolieën doen ontstaan.
START BYPASS
1) OPENING ARTERIËLE EN VENEUZE LIJNEN
Verwijder de klem van de arteriële lijn en
vervolgens van de veneuze lijn. Start de bypass
met een bloedstroom die gepast is voor de
lichaamsbouw van de patiënt.
Controleer constant het bloedniveau in het
cardiotomie/ veneus reservoir.
In geval van een vacuümondersteunde drainage
moet men controleren of alle aansluitingen dicht
zijn. Pas de vacuüm toe in het cardiotomie/
veneus reservoir.
2) CONTROLE WERKING WARMTEWISSELAAR
Controleer de temperatuur van het veneus en
arterieel bloed.
3) SELECTIE VAN HET GEPAST GASDEBIET
Het product heeft unieke kenmerken die de
mogelijkheid bieden om een ruim gamma van
patiënten te behandelen.
adviseert
om
drukwaarden
in
De regeling in normothermie van de gas-, bloed,
FiO
debieten moet uitgevoerd worden zoals
2
aangegeven in de tabel:
Bloedstroom ml/min FiO
<1500
1500– 2500
>2500
Na het starten van de cardiopulmonale bypass,
met een hemogasanalyse het gasgehalte in
het bloed controleren en de nodige correcties
uitvoeren.
LET OP
• Activeer altijd het gasdebiet na de
bloedstroom. De gas-bloed verhouding mag
nooit meer dan 2:1 bedragen.
de
• De druk in het bloedcompartiment moet altijd
groter zijn dan die in het gascompartiment;
dit om de vorming van gasvormige embolieën
in het bloedcompartiment te voorkomen.
• Tijdens de verwarming en koeling moet gelet
worden op de toename- en afnamesnelheid
van de temperatuur (gradiënt).
4) GASANALYSES VAN HET BLOED
Na het starten van de bypass moet men het
gasgehalte in het bloed controleren. Rekening
houdend met de gelezen waarden, als volgt te
werk gaan:
pO
hoog
2
pO
laag
2
het
pCO
hoog
2
pCO
laag
2
TIJDENS DE BYPASS
1) CONTROLE VAN DE VENEUZE RETOUR
Als een grotere veneuze retour nodig is, het
niveau van de oxygenator- cardiotomie/veneus
reservoir ten opzichte van de patiënt verlagen.
Bij de vacuümondersteunde drainage moet het
vacuüm, toegepast op het cardiotomie / veneus
reservoir, geregeld worden om een gepaste
veneuze retour te bereiken.
LET OP
• De ACT (activeringstijd van de stolling)
moet altijd groter dan of gelijk zijn aan
480 seconden, met het oog op een correcte
anticoagulatie van het extracorporeel circuit.
• Als een antistollingsmiddel toegediend moet
worden aan de patiënt, de luerconnector van
de kraan gebruiken voor de bloedafname.
• Het minimumvolume van het cardiotomie/
veneus reservoir bedraagt 100ml tot 3,5 ml,
% Gasdebiet/Bloedstroom
2
50
1/1
60-70 1/1
70-80 1/1
==>
verminder de FiO
==>
verhoog de Fi0
==>
verhoog het gasdebiet
==>
verminder het gasdebiet
2
2
loading

Productos relacionados para Eurosets TRILLY PAEDIATRIC AF