Hulp bij storingen
Servicewerkzaamheden mogen alleen door daartoe bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Defecte onderdelen dienen uitsluitend door originele onderdelen te worden vervangen
Controleert u aub eerst, of er een bedieningsfout is gemaakt. Enkele storingen kunt u zelf oplossen.
Indien u een storing wilt melden of onderdelen nodig heeft dan dient u de gegevens van het typeplaatje pa-
raat te hebben (zie blz. 46).
Storing
Apparaat wordt niet
warm,
controlelampje brandt
niet.
Apparaat wordt warm,
controlelampje brandt
niet.
Warmhoudpellets wor-
den niet warm.
Regelmatige inspectie en onderhoud van het apparaat voorkomt storingen en zorgt voor meer veiligheid.
Inspectie- en onderhoudsintervallen zijn sterk afhankelijk van de intensiteit van het gebruik. Vraag advies
aan de technische dienst van de dealer die de wagen heeft geleverd.
56
Mogelijke oorzaak
Bouwkundige zekering defect.
Aan/uitschakelaar defect.
Aansluitkabel of stekker defect.
Controlelampje defect.
Storing in bedrading.
Deksels (roestvrijstaal) niet goed
gesloten en vergrendeld.
Te veel warmteverlies door de
dichtingsrand van het deksel.
Oplossing
Zekering controleren en eventueel vervan-
gen.
Apparaat uitschakelen en door bevoegd
personeel laten controleren en eventueel
repareren.
Apparaat buiten bedrijf stellen en door
bevoegd personeel laten controleren en
eventueel repareren.
Deksels sluiten en vergrendelen.
Dichtingsrand vernieuwen.
Powerstapler
43.3002.3