Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
5
Systeeminstallatie
Uitgangen
Naam
Aansluitklemmen
Connector
Item
OUT3
TBO.1.1-2
—
2-wegventiel 2b uitgang *1
OUT13
TBO.1.3-4
—
2-wegventiel 2a uitgang *1
*1 Voor 2-zone-kraan AAN/UIT-regeling.
N
L N
L
1 2 3 4
TBO.1
OUT3
OUT13
Hoe de TBO.1 te gebruiken
Specifi catie van bedrading en ter plaatse aan te schaffen onderdelen
Item
Naam
Model en specifi caties
Externe uitvoerfunctie
Draad
Gebruik een afgeschermd(e) snoer of kabel met vinyl-coating
uitgaande
Max. 30 m
Draadtype: CV, CVS of gelijkwaardig
Draadformaat: Gevlochten draad 0,25 mm
Massieve draad: ø0,57 mm² tot ø1,2 mm
Gereedschap
Gereedschap
Geleider
Geleider
Omtrektekening
Bovenaanzicht
Sluit ze aan op een van beide manieren zoals hierboven weergegeven.
<Afbeelding 5.2.2>
Opmerking:
*1. Gevlochten draad dient te worden verwerkt met een geïsoleerd aansluitblok (compatibel
met de norm DIN46228-4).
26
OFF
ON
Signaal/Max stroom
Max. totale stroom
OFF
ON
230 V AC 0,1A Max.
0,2A
OFF
ON
230 V AC 0,1A Max.
2
tot 1,5 mm
2
2
5
Systeeminstallatie
5.3 2-zone-kraan AAN/UIT-regeling
Openen/sluiten van het 2-wegventiel biedt een eenvoudige 2-Zone-regeling.
Debiettemperatuur is gelijk voor Zone1 en 2.
1. Leidingwerk
Zone1
1
3
Zone2
2
2. DIP-schakelaar
Zet DIP-schakelaar 3-6 op ON.
3. 2-wegventiel 2a (voor Zone1) / 2-wegventiel 2b (voor Zone2)
Sluit 2-wegventiel 2a en 2b elektrisch aan op de betreffende externe uitgangen.
(Raadpleeg "Externe uitgangen" in 5.2.)
4. Aansluiting kamerthermostaat
Modus verwarmingswerking
Zone1
● Draadloze afstandsbediening (optie)
Kamertemp. regeling
● Kamertemperatuurthermistor (optie)
(Auto aanpassing) *2
● Draadloze afstandsbediening (optie) *3
Compensatiecurve of debiettemp. regeling
● Kamertemperatuurthermostaat (ter plaatse
aan te schaffen)
*2 Installeer de kamerthermostaat voor Zone1 in de hoofdruimte omdat de Kamertemp. regeling voor Zone1 voorrang krijgt.
*3 In dit geval kan de draadloze afstandsbediening als thermostaat worden gebruikt.
5.4 Alleen binnenunit-werking (tijdens installatiewerkzaamheden)
Als de SWW of de werking van de verwarming is vereist voorafgaand aan de aansluiting van de buitenunit; bijv.
tijdens installatiewerkzaamheden, kan de boosterverwarming in de cilinder gemakkelijk worden ingeschakeld als
enige warmtebron (kortetermijnwerking). Voor deze situatie moet de installateur tijdelijk een leidinglusaansluiting
maken naar de aansluitingen van de warmtepomp van de cilinder.
1. Werking opstarten
● Controleer of de voeding van de binnenunit OFF is en zet DIP-schakelaars 4-4 en 4-5 op ON.
● Schakel de voeding van de binnenunit in (ON).
2. Werking uitschakelen*
● Schakel de voeding van de binnenunit uit.
● Zet DIP-schakelaar 4-4 en 4-5 op OFF.
* Als alleen de werking van de binnenunit is beëindigd, controleer dan de instellingen nadat de buitenunit correct is
aangesloten en gereed voor gebruik is.
Opmerking:
1. Langdurig inschakelen van deze bedrijfsmodus kan de levensduur van de boosterverwarming nadelig beïnvloeden.
2. Als alleen de werking van de binnenunit is ingeschakeld, wanneer de watercirculatiepomp 1 op een lage snelheid
is ingesteld, kan de voedingstemperatuur van de SWW hoger worden dan de gewenste watertemperatuur die op
de hoofdbediening is ingesteld.
1. Zone1 2-wegventiel 2a (ter plaatse aan te
schaffen)
2. Zone2 2-wegventiel 2b (ter plaatse aan te
schaffen)
3. Automatische omleidingsklep (ter plaatse aan
te schaffen) *1
*1 Om veiligheidsredenen wordt de montage
van een automatische omleidingsklep
aanbevolen.
Opmerking: antivriesmodus is uitgeschakeld als deze regeling ON is.
Zorg er daarom voor dat een antivriesoplossing wordt
gebruikt om de kans op bevriezen te minimaliseren.
Voor een antivriesinstructie, zie pagina 13.
Zone2
● Draadloze afstandsbediening (optie)
● Draadloze afstandsbediening (optie) *3
● Kamertemperatuurthermostaat (ter plaatse
aan te schaffen)
27
