Uitzonderingen Op De Aansprakelijkheid; Kwalificatie Van Het Personeel; Installatie-Aanwijzingen - Porsche Home Energy Manager 9Y0.915.686 Manual De Instrucciones

Veiligheid
Uitzonderingen op de aansprakelijkheid
Bij beschadigingen ontstaan door transport, opslag
of verkeerd gebruik is geen reparatie mogelijk. Als
de behuizing van de energiemanager wordt geopend,
vervalt de garantie. Dit geldt ook voor beschadigin-
gen door externe factoren, zoals vuur, hoge tempe-
raturen, extreme omgevingen of een niet-beoogd ge-
bruik.

Kwalificatie van het personeel

De elektrische installatie mag alleen door mensen
met de betreffende elektrotechnische kennis (elek-
tromonteur) worden uitgevoerd. Deze personen moe-
ten aan de hand van een afgelegde toets kunnen
bewijzen dat zij over de benodigde kennis voor de
installatie van elektrische installaties en hun compo-
nenten beschikken.
Bij een onvakkundig uitgevoerde installatie kunnen
het eigen leven en dat van anderen in gevaar komen.
Vereisten voor de elektromonteur die de installatie
uitvoert:
–
In staat zijn de meetresultaten te analyseren
–
Kennis van de IP-beveiligingsgraden en hun in-
zetgebied
–
Kennis over de inbouw van het materiaal voor de
elektrische installatie
–
Kennis van de geldende elektrotechnische en na-
tionaal geldende voorschriften
–
Kennis van de brandbeveiligingsmaatregelen en
tevens de algemene en specifieke veiligheids- en
ongevalpreventievoorschriften
218
–
Vaardigheid tot het kiezen van het geschikte
gereedschap, meetapparaten en, indien van toe-
passing, de persoonlijke veiligheidsuitrusting en
tevens het elektro-installatiemateriaal voor een
veilige buitenwerkingstelling
– Kennis van het soort lichtnet (TN-, IT- en TT-
systeem) en de daardoor bepaalde aansluitvoor-
waarden (klassieke nulgeleider, directe aarding,
vereiste aanvullende maatregelen)
Installatie-aanwijzingen
De elektrische installatie moet zo worden uitgevoerd
dat:
– de aanraakbescherming van de gehele elektri-
sche installatie altijd voldoet aan de ter plaatse
geldende voorschriften.
–
altijd wordt voldaan aan de ter plaatse geldende
brandveiligheidsmaatregelen.
–
de klant de weergave- en bedieningselementen
en tevens de USB-interfaces van de energiema-
nager altijd veilig en zonder beperkingen kan
aanraken.
– de maximaal toegestane kabellengte van 3,0m
per stroomsensor in acht wordt genomen.
– de ingangen van de spanningsmeting, van de
externe spanningsvoorziening en van de relais
bij de energiemanager door geschikte zekeringen
worden afgezekerd.
g Hoofdstuk „Aansluiting op het lichtnet" op pa-
gina 226 volgen.
–
bij het leggen van de installatiekabels de juiste
lengte en de productspecifieke buigradii worden
aangehouden.
Als voor de installatie een overspanningscategorie
II (OVCIII) nodig is, moet de ingangszijde van de ex-
terne spanningsvoorziening worden afgezekerd met
een beveiligingsschakeling (bijv. met Varistor) die aan
de plaatselijk geldende voorschriften voldoet.
Installatie op grote hoogte
De kabels naar de sensoren die in een elektrische
installatie boven 2000meter worden geïnstalleerd
of die vanwege de gebruikslocatie aan de overspan-
ningscategorie III (OVCIII) moeten voldoen, moeten
langs de gehele lengte tussen de sensoruitgang (be-
huizing) en de ingangsklem bij de energiemanager
met een krimpkous of een geschikte isolatieslang
met een diëlektrische sterkte van 20kV/mm en een
minimale wanddikte van 0,4mm worden geïsoleerd.