Informatie
De mogelijkheid om handmatig een back-up te ma-
ken, bestaat nog steeds.
5. Netwerkverbinding selecteren
Om de energiemanager via de Web Application te
bedienen, moeten het eindapparaat (pc, tablet of
smartphone) en de energiemanager zich in het thuis-
netwerk bevinden (wifi-, PLC-, ethernet-verbinding).
Alle functies van de Web Application kunnen via de
internetverbinding van het thuisnetwerk worden ge-
bruikt.
Als er op de gebruikslocatie geen thuisnetwerk ter
beschikking is, kan uw eindapparaat zich direct aan-
melden bij de energiemanager over de wifi-hotspot
hiervan. Maar daarmee bestaat geen internetverbin-
ding en alleen de lokaal geïnstalleerde functies zijn
beschikbaar.
Informatie
In de Web Application mag de hotspotverbinding al-
leen worden gedeactiveerd als een verbinding met
een thuisnetwerk mogelijk is.
g Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Porsche
Home Energy Manager.
e
De gewenste netwerkverbinding selecteren (wifi,
Powerline Communication (PLC), ethernet).
Wifi
De energiemanager kant met een bestaand wifi-net-
werk worden verbonden (bijv. via een netwerkrouter).
De Client-modus wordt geactiveerd in de Web Appli-
cation. De energiemanager kan zowel handmatig via
invoeren van een wachtwoord als automatisch door
het gebruik van de bestaande WPS-functie aan het
netwerk worden toegevoegd.
Als de energiemanager met de netwerkrouter is ver-
bonden integreert hij automatisch een IP-adres dat in
de instellingen van de energiemanager en router kan
worden bekeken.
Voorwaarde voor het gebruik van een wifi-verbinding
is dat het wifi-netwerk op de gebruikslocatie van
het apparaat ontvangst heeft. Heeft uw smartphone
die is aangemeld in uw wifi-netwerk wifi-ontvangst
op de gebruikslocatie van de energiemanager? Is de
ontvangst zwak dan kan deze in sommige gevallen
door omzetten van de wifi-router of met gebruik van
de wifi-router worden verbeterd.
1. Wifi activeren.
Beschikbare wifi-netwerken worden weer-
gegeven.
2. De energiemanager aan het wifi-netwerk toevoe-
gen:
–
Optie 1: met invoeren van wachtwoord
–
Selecteer het bijbehorende netwerk uit
de lijst en voer de beveiligingssleutel in.
Start de eerste installatie
Ander netwerk: selecteren als het om
een onzichtbaar netwerk gaat.
–
Selecteren dat het IP-adres automa-
tisch moet worden verstrekt (advies)
–
Optie 2: met WPS-functie
–
Druk de WPS-toets op de netwerkrou-
ter in.
–
Selecteer binnen 2 minuten de knop
WPS in de Web Application en dan het
betreffende netwerk onder de beschik-
bare netwerken.
Het IP-adres verschijnt zodra de verbinding
met het netwerk is gemaakt.
In de lijst verschijnt bij het netwerk de status
Verbonden.
Powerline Communication (PLC)
Bij de Powerline Communication vindt de communi-
catie plaats via het stroomnet. Daarbij maakt de lader
voor de gegevensoverdracht via het lichtnet verbin-
ding met het lokale thuisnetwerk.
U kunt de energiemanager op twee manieren aan het
PLC-netwerk koppelen:
Als PLC-client:
De energiemanager wordt als Client in een PLC-
netwerk aangemeld. Het PLC-modem wijst een
IP-adres aan de energiemanager toe en maakt
de communicatie mogelijk via het stroomnet. De
beveiligingssleutel van de energiemanager moet
bij het PLC-modem worden ingevoerd.
235