Let op!
Geen benzine of reinigingsoplosmiddelen gebruiken.
Explosiegevaar
• Schuimstoffilterinzet (F) plaatsen en het filterhuis
weer inbouwen.
De motor niet zonder of met een beschadigde lucht-
filterinzet laten draaien. Hierdoor kan schade aan de
motor ontstaan. In dit geval: voor hieruit voortvloei-
ende schade kan de fabrikant niet aansprakelijk wor-
den gesteld, het risico hiervoor ligt volledig bij de ge-
bruiker.
Bougie (afb. 6 - 7)
De uitlaat/behuizing wordt tijdens gebruik zeer heet.
Afwachten tot de motor is afgekoeld.
NOOIT de hete motor vastgrijpen.
• Bougiekap (8) wegtrekken.
• Bougie (I) losdraaien en controleren.
• Isolator controleren. Bij schade zoals bijv. scheu-
ren of splinters: Bougie (I) vervangen.
• Bougie-elektroden met een draadborstel reinigen.
• Elektrodeafstand controleren en instellen. Afstand
0,75 mm.
• Bougie (I) vastschroeven en met de bougiesleutel
aandraaien.
• Bougiekap (8) op de bougie (I) plaatsen.
Let op dat tijdens het vervangen geen vuil in de cilin-
derkop terechtkomt.
Controleer de bevestiging van de bougie (I).
• Een losse bougie kan door oververhitting de motor
beschadigen.
• Een te strak aanhalen kan er voor zorgen dat het
schroefdraad op de cilinderkop wordt beschadigd.
Voor hieruit voortvloeiende schade kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld, het risico hiervoor
ligt volledig bij de gebruiker.
Zuigkop vervangen (afb. 8)
Het viltfilter (J) van de zuigkop kan tijdens het gebruik
dichtlopen. Om een probleemloze brandstoftoevoer
naar de carburateur te kunnen waarborgen moet de
zuigkop elk kwartaal worden vervangen.
De zuigkop, voor het vervangen, met een draadhaak
door de opening van de tankdop trekken.
Service-informatie
U moet er rekening mee houden dat bij dit product de
volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage door
gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de vol-
gende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen.
Slijtstukken*: Bougie, boor
* niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen!
Neem in het geval van reserveonderdelen en acces-
soires contact op met ons servicecentrum. Scan hier-
voor de QR code op de voorpagina.
10. Opbergen
Transport
Voor het transport resp. voor het neerzetten in ruim-
tes de motor van de machine laten afkoelen om
brandwonden te vermijden en om brandgevaar uit te
sluiten.
Bij een verandering van de standlocatie ook bij kor-
te afstand tijdens de werkzaamheden, moet de motor
worden uitgeschakeld.
De grondboor dragen aan de handgreep. De behui-
zing niet aanraken (gevaar op brandwonden).
Tijdens het transport in een auto moet de grondboor
veilig worden neergelegd.
Bij een transport moet de brandstoftank (2) volledig
worden geleegd.
Opslag
Berg een grondboor nooit langer dan 30 dagen op
zonder de volgende stappen te doorlopen.
Neem de reinigings- en onderhoudsinstructies voor
het opslaan van het apparaat in acht!
Opbergen van de grondboor
Als u een grondboor langer dan 30 dagen wilt opber-
gen, moet deze hiervoor geschikt worden gemaakt.
Anders zal de in de carburateur aanwezige, resteren-
de brandstof verdund worden en kan een rubberach-
tig bezinksel achterblijven. Hierdoor wordt het starten
moeilijker en zullen er kostbare reparatiewerkzaam-
heden moeten worden uitgevoerd.
• Verwijder langzaam het deksel van de brandstof-
tank om eventuele druk in de tank af te tappen.
Leeg de tank voorzichtig.
• Start de motor en laat deze draaien tot de motor
stopt om het brandstof uit de carburateur te ver-
wijderen.
• Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
• Verwijder de bougie
• Doe 1 theelepel schoon 2-takt-olie in de verbran-
dingsruimte. Trek nu meerdere keren langzaam
aan het starterkoord om de interne componenten
van een oliecoating te voorzien. Plaats de bougie
weer terug.
• Berg de grondboor op een droge locatie op, ver uit
de buurt van mogelijke ontstekingsbronnen, zoals
bijv. een oven, heetwaterboiler met gas, gasdroger
enz.
Opnieuw in gebruik nemen van de grondboor
• Verwijder de bougie.
• Trek snel aan het starterkoord om overtollige olie
uit de verbrandingsruimte te verwijderen.
www.scheppach.com
NL | 125