Transport
Storing
Ongelijkmatige werking
Vermogensverlies tij-
dens bedrijf
Vul hieronder het serienummer van de motor in,
samen met de aankoopdatum. Deze informatie
heeft u nodig bij het bestellen van reservedelen,
Serienummer motor:
Aankoopdatum:
9 TRANSPORT
■
Transporteer de motor uitsluitend met lege
brandstoftank.
■
Transporteer de motor altijd in een horizonta-
le stand, ter voorkoming van:
■
weglekkende brandstof en olie
■
rookontwikkeling
■
moeilijk starten
■
roetafzettingen op de bougie
10 OPSLAG
OPMERKING Voor overige informatie: zie
de gebruikshandleiding van de gazontrekker.
WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat
een explosief benzine-luchtmengsel. Door een
ondeskundige omgang met brandstoffen kunnen
deze ontsteken, exploderen en ontbranden, wat
tot zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan leiden.
■
Stal de motor nooit voor open vuur of warm-
tebronnen.
■
Gebruik de motor nooit in een omgeving met
brandbare stoffen.
493127_d
Oorzaak
■
Bougie-elektrode vervuild
■
Onjuiste elektrodenafstand
Bougiestekker slecht opgestoken Controleer de bougiestekker, let op cor-
Luchtfilter verstopt
Choke is ingeschakeld
Verbrandingsproblemen
Ontstekingsproblemen
Luchtfilter verstopt
Verbrandingsproblemen
Oplossing
Bougie controleren.
recte plaatsing op de bougie.
Luchtfilter controleren en reinigen.
Choke uitschakelen.
Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
Luchtfilter controleren en reinigen.
Uitsluitend laten controleren door een
werkplaats met klantenservice!
technische vragen en bij eventuele aanspraken
op garantie.
Serienummer motor:
Bij een langduriger stalling van de gazontrekker
(langer dan 2 - 3 maanden), moet de brandstof
worden afgetapt, om afzettingen in het brand-
stofsysteem te voorkomen. Bij een kortere stal-
lingsduur kan de brandstof worden beschermd
met een brandstofstabilisator.
OPMERKING Voor overige informatie: In-
formeer bij afdeling klantenservice.
1. Brandstofkraan sluiten.
2. Brandstof uit de carburateur laten lopen.
3. Motor reinigen (zie Hoofdstuk 7.3 "Motor en
geluiddemper reinigen (07)", pagina 34).
4. Motor stallen:
■
Laat de motor afkoelen.
■
Stal de motor in een goed geventileerde
ruimte, niet nabij open vuur of warmte-
bronnen.
■
Stal de motor niet in een omgeving waar
elektromotoren of elektrische gereed-
schappen worden gebruikt.
■
Bescherm de motor gedurende de stal-
ling tegen vocht.
37