NL
4. Onderbreek het vullen met olie meermaals
om het oliepeil te controleren. Het MAX-
merkteken (02/3) mag niet worden over-
schreden (zie Hoofdstuk 4.2.2 "Oliepeil con-
troleren (02)", pagina 32).
5. Steek de oliepeilstok weer in de motor en
schroef deze stevig vast.
6. Veeg eventueel gemorste olie weg.
4.2.2
Oliepeil controleren (02)
LET OP! Gevaar voor beschadiging van de
motor. Laag oliepeil kan motorschade veroorza-
ken.
■
Controleer regelmatig het oliepeil.
■
Vul olie bij wanneer het oliepeil laag is.
1. Stop de motor en laat deze afkoelen.
Opmerking: De motor moet horizontaal
staan.
2. Verwijder vreemde voorwerpen rond de olie-
vulopening.
3. Schroef de oliepeilstok (02/1) uit de vulope-
ning en veeg deze schoon.
4. Steek de oliepeilstok tot aan de aanslag in de
motor en trek deze dan weer naar buiten.
Controleer of het oliepeil tussen de markerin-
gen MIN en MAX ligt.
5. Wanneer het oliepeil in de buurt van of onder
de MIN-markering ligt: Vullen met olie.
6. Steek de oliepeilstok weer in de motor en
schroef deze stevig vast.
7. Veeg eventueel gemorste olie weg.
4.2.3
Benzine bijvullen
Aanbevelingen betreffende de benzine
■
Gebruik schone, nieuwe, loodvrije benzine
met een octaangetal van minstens 90.
■
Brandstof kopen in hoeveelheden die binnen
30 dagen kunnen worden verbruikt (Opslag).
■
In geen geval benzine met een methanolge-
halte gebruiken.
■
Meng de benzine niet met olie of additieven.
Benzine bijvullen
OPMERKING Voor overige informatie: zie
de gebruikshandleiding van de gazontrekker.
32
5 GEBRUIK VAN DE MOTOR
GEVAAR! Levensgevaar door vergifti-
ging. De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, dat voor een mens binnen enkele
minuten dodelijk kan zijn.
■
Laat de motor nooit draaien in gesloten ruim-
ten, maar altijd uitsluitend in de buitenlucht.
■
Adem geen uitlaatdampen in.
■
Schakel de motor uit wanneer u tijdens het
gebruik misselijk, duizelig of onwel wordt.
Raadpleeg onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING! Explosiegevaar. Ben-
zine en olie zijn zeer gemakkelijk ontvlambaar.
■
Gebruik geen startspray of soortgelijke mid-
delen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbran-
ding. Draaiende motoren worden tijdens het ge-
bruik zeer heet!
■
Raak tijdens het gebruik nooit onderdelen
van de motor aan, dit geldt vooral voor de uit-
laat.
■
Laat de uitlaat, cilinder en koelribben afkoe-
len, voordat u deze aanraakt.
WAARSCHUWING! Gevaar door draaien-
de delen van het apparaat! Als er in draaiende
delen van het apparaat wordt gegrepen veroor-
zaakt dit zeer ernstig letsel!
■
Grijp nooit in draaiende delen van het appa-
raat!
■
Voordat de motor in gebruik wordt genomen
de gebruiksaanwijzing voor het apparaat in
acht nemen.
■
Motor alleen buitenshuis starten en laten
draaien.
■
De motor niet in schuine posities boven 15°
hellingshoek gebruiken.
■
Motor alleen in horizontale positie starten.
■
De machine niet zo ver zijdelings kantelen
dat er brandstof vrijkomt uit de tankdop.
■
Controleer het oliepeil.
■
Lang haar opbinden en sieraden verwijderen.
■
Geen losse kleding dragen.
■
Stevig, antislipschoeisel dragen.
■
Niet de basisafstelling van de motor wijzigen
en niet te snel laten draaien.
■
Bij het starten de veiligheidsafstand in acht
nemen.
Gebruik van de motor
AL-KO Pro 600 / 700 V2